Zwaar bewaakt slaapt hij zijn laatste nacht, geketend aan twee bewakers. Ondanks zijn zorgen is hij in slaap gevallen. Hij weet zich in handen van zijn Heiland. Hij zal ons niet verzoeken boven ons vermogen. Midden in de nacht kun je liggen woelen en roepen tot God. Leg alles maar in Zijn handen. De Heere nam Petrus’ nood. Hij lag en sliep gerust, van ’s Heeren trouw bewust.

In veel landen worden christenen vervolgd en bedreigd. Saulus dacht eertijds ook God er een plezier mee te doen. Abel was de eerste martelaar. Waarom? Vanwege de Heere Jezus Christus, het Zaad van de vrouw. Sinds Hij in je leven kwam, word je geheel veranderd en op Gods eer gericht. Je wilt voor Gods aangezicht leven, Hem eren en de naaste liefhebben als jezelf. De mensen om je heen merken dat vaak als eerste. De duivel wil dit niet, de wereld zit er niet op te wachten. Mensen toen en nu worden vervolgd, omdat ze van de ”sekte van de Nazoreeën” zijn of ”van die weg”, de weg van de Heere Jezus.

Je houdt beslist geen slag om de arm wanneer je bidt: „Uw wil geschiede”

Petrus is beslist niet alleen. De Heere houdt over hem trouw de wacht. Hij laat niet varen de werken van Zijn handen. Al zou Petrus moeten sterven, hij is in leven en sterven het eigendom van Zijn getrouwe Zaligmaker. De zorg van Vader gaat zo ver, dat geen haar van zijn hoofd zonder Zijn wil vallen kan. Alle dingen zullen meewerken ten goede.

De gemeente is die nacht bijeen. Ze verstaat haar roeping. Ze kent haar Heere. Zij volhardt in het bidden en smeken. Jongeren en ouderen roepen tot de levende God. Mijn geroep uit angst en vrezen klimt tot God, het Opperwezen. De Heere laat Zich verbidden. Zijn raad zal bestaan. Hij wil Petrus gebruiken voor de verbreiding en bevestiging van het Evangelie. God gebiedt Zijn engel om Petrus te bevrijden. Kettingen vallen zomaar af. Even later staan zij buiten de gevangenis. Snel loopt Petrus in het donker naar het huis waar de gemeente samenkomt. Als hij klopt, kan het dienstmeisje Rhodé het niet bevatten. Gebedsverhoring is ook zo wonderlijk en genadig. Het onmogelijke wordt waar.

Nooit kan het geloof te veel verwachten. Je houdt beslist geen slag om de arm wanneer je bidt: „Uw wil geschiede.” Je mag het leggen in de handen van die Heere, Die het niet verkeerd doet en weet wat nodig is voor de voortgang van Zijn Koninkrijk en het persoonlijk leven van Zijn kinderen. Deze Petrus zal aan het einde van zijn leven –met een in onze ogen vreselijk einde– zijn Heere door lijden verheerlijken.

Er ligt een taak om te bidden voor hen die om Christus’ wil gevangen zijn, geminacht worden, vervolgd en getiranniseerd worden. Om ons heen zijn meer noden om tot de Heere te brengen. Om Christus’ wil mogen we vrijmoedig naderen tot de troon van Gods genade. Leef mee met zieken, met hen die voor de poort van de dood liggen, rouwdragenden, jong of oud. Het gebed van de rechtvaardige vermag veel (Jakobus 5:16). Het gebed in de verborgen binnenkamers zal de Heere in het openbaar vergelden.