Volgens die wet moeten onlineplatforms onder meer rekening houden met de verslavende werking van het internetgebruik, moeten minderjarigen worden beschermd en moet desinformatie worden tegengegaan.

Van YouTube en Snapchat wil de commissie vooral weten hoe de algoritmes voorkomen dat desinformatie rond verkiezingen en publiek debat wordt verspreid. Voorkomen moet worden dat gebruikers bijvoorbeeld in een denkfuik lopen omdat ze geen andere informatie meer vinden. Het gaat bij deze platforms bovendien „om de verspreiding van illegale inhoud, zoals het aanbevelen van illegale drugs of haatspraak”, aldus een persbericht van de Europese Commissie.

De Commissie wil van TikTok aanvullende informatie hoe het platform bij de doorkliksuggesties tegengaat dat gebruikers terechtkomen bij „kwaadwillende actoren” op het platform die desinformatie verspreiden.

De drie bedrijven moeten hun antwoorden voor 15 november naar de Europese Commissie sturen. Daarna beraadt de Commissie zich op volgende stappen, die kunnen variëren van overleg over systeemaanpassingen tot boetes. Eerder had de Europese Commissie al vragen aan TikTok gesteld, evenals aan andere grote platforms zoals Google en Amazon. De Europese Commissie houdt toezicht of dergelijke grote, internationale platforms zich aan de Digitale Diensten Wet houden. In Nederland houdt de Autoriteit Persoonsgegevens in Den Haag toezicht op kleine, middelgrote of meer lokale sites zoals Bol of Marktplaats.