De opvattingen over zondagsheiliging binnen de achterban van het Reformatorisch Dagblad zijn de laatste tien jaar verschoven. Dat blijkt uit een enquête van de krant, die door 1744 lezers werd ingevuld. RMU-jurist Jan Schreuders herkent dat deels.
Als coördinator arbeidsvoorwaardenbeleid heeft Schreuders veel te maken gehad met hulpvragen van RMU-leden die worstelen met werken op zondag. Ten tijde van de kabinetten paars (1994-2002) kwam het steeds vaker voor dat werkgevers de deuren van hun winkels ook op zondag openden, en van hun personeel verwachtten dat zij die dag zouden werken. Schreuders: „Ik herinner me schrijnende gevallen van mensen die van hun baas op zondag op het werk moesten zijn, anders zou het hun baan kosten.”
Sinds de aanpassing van de Arbeidstijdenwet in 2005 kan niemand meer verplicht worden op zondag te werken. Het aantal hulpvragen van RMU-leden over zondagswerk is daardoor drastisch afgenomen. De laatste jaren zijn die op één hand te tellen, zegt Schreuders.
Toch zijn er veel beroepen waarbij op zondag gewerkt wordt. Christenen voelen –hoewel ze dus niet kunnen worden verplicht om op zondag te werken– vaak wel de druk van hun werkomgeving om die dag toch weleens op het werk te verschijnen. In een achtdelige serie over zondagswerk sprak het RD met mensen die beroepsmatig worden geconfronteerd met werken op zondag. Zes van hen geven aan weleens op die dag te werken, twee kiezen er bewust voor om dat niet te doen.
Spanningsvelden
Traditioneel spreekt kerkelijk Nederland over de zogeheten werken van barmhartigheid en noodzakelijkheid. Iedereen begrijpt dat mensen met beroepen als verpleegkundige, politieagent of veehouder er niet aan ontkomen om op zondag te werken. De Zeeuwse brigadier Frank Zuidijk zal dus weinig vragen krijgen als hij vertelt dat hij zo nu en dan op zondag op het politiebureau te vinden is.
Er zijn ook beroepen die wat de criteria van barmhartigheid en noodzakelijkheid betreft in een grijs gebied verkeren. Neem de situatie van de 27-jarige Corné Huisman uit Sliedrecht. Kan hij op zondag een roosterdienst draaien om het niet te onderbreken productieproces van het explosieve ethyleenoxide –een veelgebruikt ontsmettingsmiddel dat bijvoorbeeld ook in shampoo zit– in goede banen te leiden? Sommige gemeenteleden hebben begrip voor zijn keuze, maar tijdens een huisbezoek is hier weleens een kritische noot over gekraakt.
En wat te denken van rioolspecialist Jan Boers uit het Zeeuwse Oud-Vossemeer? Mag hij op zondag uitrukken naar een gezin met een verstopt toilet? Als het echt niet kan wachten tot maandag, stapt Boers in zijn busje. Ook zijn kerkenraad zette echter vraagtekens achter zijn werkzaamheden op de rustdag.
Het RD wil graag weten hoe lezers met dergelijke spanningsvelden zouden omgaan. In een enquête kregen ze de vraag voorgelegd welke afwegingen zij zouden maken in bepaalde praktijksituaties. De voorbeelden waren fictief, maar zeker niet denkbeeldig. Bij iedere situatie had de respondent de keuze tussen ”zeker wel”, ”waarschijnlijk wel”, ”weet ik niet”, ”waarschijnlijk niet” en ”zeker niet”.
Voetbalwedstrijden
De eerste voorbeeldsituatie gaat over het werken bij de politie. Zou u, zo luidt de vraag, bij een korps solliciteren als u weet dat u dan af en toe begeleidende taken bij voetbalwedstrijden moet uitvoeren? Bijna 39 procent van de lezers die de enquête invulde geeft aan dat zeker wel of waarschijnlijk wel te gaan doen. Een meerderheid van 52 procent zegt dat waarschijnlijk niet of beslist niet te zullen doen. Een kleine 10 procent zegt het niet te weten.
Schreuders herkent die uitkomst wel. Hij vertelt dat de RMU in 1983 nota bene door politieagenten is opgericht. „Toen waren er al twee stromingen in de achterban. De ene groep vindt dat voetbalwedstrijden erbij horen als je bij de politie werkt. De andere groep begint om die reden juist niet aan zo’n baan. Destijds was de verhouding ongeveer fifty-fifty.”
„Ik zou het een verschraling vinden als er haast geen christenen meer bij de politie zouden werken” - Jan Schreuders, coördinator arbeidsvoorwaardenbeleid RMU
Schreuders begrijpt het als mensen vanwege de inzet bij grote evenementen op zondag niet bij de politie zouden solliciteren. Hij zou het echter betreuren als christenen dit beroep om die reden zouden gaan mijden. „Een SGP-burgemeester moet vanwege zijn ambt ook weleens dingen op zondag doen die hij anders achterwege zou laten. Maar moeten reformatorische christenen daarom geen burgervader meer willen worden? Ik zou het een enorme verschraling vinden als er in Nederland geen SGP-burgemeesters meer zouden zijn. Zo zou ik het ook een verarming vinden als er haast geen christenen meer bij de politie te vinden zouden zijn.”
Pakketje
In de volgende situatie liggen de verhoudingen nog wat dichter bij elkaar. Stel, zo luidt de vraag, u stapt op zondagmorgen in uw auto richting de kerk. Al gauw ontdekt u dat u vergeten bent te tanken. U redt het niet om heen en terug te rijden. Gaat u tanken?
Ruim 46 procent geeft aan dat (waarschijnlijk) wel te doen, terwijl 49 procent zegt van niet. Schreuders: „Hier neigen meer mensen naar een ja, omdat het hier de kerkgang raakt. Dat is voor hen doorslaggevend. Als het om familiebezoek zou gaan, zouden veel meer mensen waarschijnlijk met nee antwoorden.”
Bij de vraag of mensen een pakketje op zondag van een postbezorger zouden aannemen, geeft een kleine 60 procent van de respondenten aan dat wel te doen (zie graphic). Zo’n 32 procent zegt van niet. Hoe duidt Schreuders dat? „Ik weet niet wat ik zelf zou doen. Ik zou er absoluut niet blij mee zijn, maar je bent toch voor het blok gezet. Daarbij heeft de postbezorger al het werk bijna al verricht; hij hoeft de bezorging alleen nog maar te overhandigen. Ik kan me voorstellen dat die 60 procent die met ja antwoordt, ook zo redeneert.”
Dat verklaart ook waarom de meeste geënquêteerden anders reageren als ze op zondagmorgen ontdekken dat het enige toilet in huis verstopt is. Ruim 36 procent laat hiervoor een rioolreiniger uitrukken; 55 procent zegt van niet. Schreuders: „Een verstopt toilet is vervelend, maar niet zo urgent als een botbreuk. Mensen kunnen wellicht de wc van hun buren gebruiken. Lastig, maar dat valt wel een dag vol te houden; geen noodsituatie dus.”
Dik 38 procent van de respondenten zegt het moment aan te grijpen om met de postbezorger in gesprek te gaan over zijn of haar zondagswerk (zie graphic). Zo’n 46 procent zegt dat (waarschijnlijk) niet te doen. De percentages verrassen Schreuders niet. „De meeste mensen zeggen het pakketje wel aan te pakken. Daarvan zullen de meesten toch wel enige schroom voelen om vervolgens tegen de bezorger te zeggen dat het niet kan wat hij doet.”
Verstopt toilet
Bijna 78 procent van de respondenten zegt op zondag een röntgenfoto te laten maken na een vermoedelijke botbreuk, opgelopen na de kerkdienst. „Dat percentage ligt zo hoog omdat het hier toch om een medische noodsituatie gaat”, zegt Schreuders. „Er is dus echt wat aan de hand.”
In een andere casus gaat het om werken in de zorg. De manager vraagt om vanwege het personeelstekort extra weekenddiensten te draaien, waardoor er wel met grote regelmaat kerkdiensten worden gemist. Een kleine 49 procent zegt in te stemmen, tegenover 36 procent die het verzoek afwimpelt. „Dat komt doordat werken in de zorg van oudsher als een noodzakelijk werk wordt gezien”, verklaart Schreuders. „Tegelijk ligt wel het gevaar op de loer dat zorgmedewerkers te snel ja zeggen tegen zondagswerk. Het is geaccepteerd en je kunt er een weekendtoeslag mee opstrijken.”
„De generatie van mijn schoonouders pakte echt niet zomaar de auto of de fiets op zondag” - Jan Schreuders, coördinator arbeidsvoorwaardenbeleid RMU
Naarmate het gevoel van urgentie minder wordt, zijn lezers het vaker met elkaar eens over de fictieve praktijksituaties. Ook als het voortbestaan van het bedrijf in het geding is, kiest 82 procent ervoor om medewerkers niet op de rustdag in te zetten. „Er is weliswaar een commerciële noodzaak, maar het gaat niet om het welzijn van mens of dier”, becommentarieert Schreuders. „Dit verrast mij dus niet.”
Ook als de eigen baan op de tocht staat, blijven de meeste respondenten principieel. Op de vraag of men op zondag op een beurs zou staan, zegt 86 procent dat (waarschijnlijk) niet te doen – ook als zijn of haar baas dreigt met ontslag. „Rond de eeuwwisseling kwamen deze lastige situaties nog best weleens voor in onze achterban”, weet Schreuders. „Maar dat is dus drastisch verminderd door de aanpassing van de Arbeidstijdenwet in 2005.”
Kerkpleinen
Niet minder dan 72 procent van de respondenten meent dat er binnen de gereformeerde gezindte minder sprake is van zondagsheiliging dan tien jaar geleden. Wat vindt Schreuders? Volgens de RMU-man is het standpunt over zondagswerk en kerkgang de laatste jaren nauwelijks verschoven binnen de achterban. „Voor werken op zondag geldt nog steeds dat het dan wel om werken van barmhartigheid of noodzakelijkheid moet gaan”, legt hij uit. „Wat de kerkgang betreft is tweemaal per zondag nog steeds de norm.”
„De rustdag zorgt voor een heilig ritme dat heilzaam is voor ieder mens” - Jan Schreuders, coördinator arbeidsvoorwaardenbeleid RMU
De visie van reformatorische christenen op zondagswerk en kerkgang lijkt in beton gegoten, maar dat geldt niet voor de „randzaken”, meent Schreuders. „De generatie van mijn grootouders pakte op zondag echt niet zomaar de auto of de fiets, ook niet om een preek te horen. Zo liep mijn oma kilometers naar de kerk. Nu zie ik dat sommige kerkpleinen vol staan met auto’s. Qua reizen op zondag zijn we over het algemeen dus minder strikt geworden. Vroeger zag je ook dat mensen op zaterdagavond alvast voor de zondag kookten. Ook dat komt weinig meer voor.”
De enquête-uitslagen zijn niet representatief voor de hele gereformeerde gezindte. Maar dat de uitgangspunten voor de zondagsviering –het niet verrichten van niet-noodzakelijke arbeid en twee keer naar de kerk gaan– nog altijd fier overeind lijken te staan bij de geënquêteerden, herkent Schreuders wel vanuit zijn werkveld. „Je zou het identity markers kunnen noemen; hieraan kan de buitenwereld zien dat je een kerkelijk meelevend christen bent. Tegelijk heeft de Heere de zondag als rustdag voor de hele maatschappij gegeven; een heilig ritme dat heilzaam is voor ieder mens. Daarom is het mooi als iets daarvan zichtbaar is in hoe we als christenen met de zondag omgaan: door te rusten en door onze kerkgang.”