Ga ik aan het werk, of kan deze klus wachten tot morgen? Bij elk telefoontje dat hij op zondag krijgt, stelt ”riolist” Jan Boers (60) uit het Zeeuwse Oud-Vossemeer zich diezelfde vraag. „Ik wil niet tegen mijn geweten in gaan.”
Zondagmorgen, vlak voor kerktijd. Een moeder van een gezin met vier jonge kinderen belt: de wc is verstopt. Ze zitten letterlijk in hoge nood. Jan Boers aarzelt geen moment. Hij heeft deze zondag ”storingsdienst”. Hij klimt in de werkbus en rijdt naar het adres om de leiding door te spuiten.
Zaterdagavond elf uur. Een medewerker van Rijkswaterstaat belt omdat er op de A58 een ongeluk is gebeurd. Op het zeer open asfalt beton (zoab) ligt een flinke plas olie, het is er gevaarlijk glad. De olie moet opgeruimd, anders kan het wegvak niet worden vrijgegeven. Henk Boers, zoon van Jan en mede-eigenaar van het familiebedrijf, gaat op pad met de speciaal voor dit soort klussen ontworpen wegdekreiniger: de zoabcleaner. De zondag is al een paar uur oud als hij weer thuis komt.
Zomaar twee voorbeelden van werkzaamheden waar Boers Riooltechniek uit Oud-Vossemeer op een willekeurige zondag mee te maken kan krijgen. Voor het familiebedrijf –Jans echtgenote Hanny is ook firmant en regelt de administratie– is het bij calamiteiten telkens weer een afweging: gaan we op pad of niet? Of, zoals de kerkenraad zou zeggen: valt deze klus onder de noodzakelijke werken, die op zondag zijn toegestaan?
Grens
Jan Boers vindt zelf dat hij een duidelijke grens trekt. „Wat kan wachten tot maandag, laten we zitten. Als de wc weer doorloopt, ga ik bijvoorbeeld niet nog even het leidingstelsel met een camera controleren; daar kom ik dan maandag voor terug. Als mensen een tweede toilet in huis hebben dat nog wel goed werkt, ga ik op zondag niet rijden. En een verstopte leiding van een wasmachine kan ook wachten.”
„Wat kan wachten tot maandag, laten we zitten” - Jan Boers, rioolspecialist
Boers begon zijn rioolreinigingsbedrijf in 1988. In 2006 kwam er een activiteit bij: wegdekreiniging.
Ook niet-kerkelijke opdrachtgevers kennen zijn principe, en hebben daar volgens hem respect voor. „De beheerder van een vakantiepark op Schouwen gaat, als op zondag in een van de huisjes het toilet verstopt zit, eerst kijken of hij zijn gasten een ander huisje kan aanbieden, zodat het doorspuiten kan wachten tot maandag. Alleen als het hele park bezet is, belt hij ons.”
Boers schat dat hij zes tot acht keer per jaar op zondag moet uitrukken. Hij verdient niet extra aan zondagswerk. „Ik wil daar niet van beschuldigd kunnen worden. We rekenen hetzelfde tarief als doordeweeks”, zegt hij.
Dick de Hond, de enige medewerker van het familiebedrijf, heeft op zondag altijd vrij. „Die willen we niet belasten”, zegt de ondernemer.
Traktaatje
De reformatorische ondernemer kreeg een aantal jaren geleden problemen met zijn kerkenraad. Hij was op dat moment diaken. De kerkenraad vond dat hij niet strikt genoeg was in het voorkomen van werken op zondag. Het was voor Boers aanleiding om een traktaatje te schrijven, dat hij in eigen kring heeft verspreid.
Onder aanhaling van Bijbelteksten en enkele oudere en jongere schrijvers roept Boers in zijn boekje op om „niet te vlug te oordelen” over andermans werken op zondag. „Hoe brengen we zelf de zondag door, en wat gebruiken we allemaal niet op zondag wat we als heel normaal zien?” Tegelijk roept hij mensen die „op de sabbat” moeten werken op om dit niet tegen hun geweten in te doen.
Desgevraagd zegt hij dat hij zijn eigen zondagswerk tegenover God kan verantwoorden. „Al heb ik er wel eens strijd mee gehad. Zoals die keer dat iemand me voor het lapje hield en alleen de wasmachine het water niet kwijt kon.”
Soms maakt hij ontroerende dingen mee. „Een vrouwtje van over de 80 liet me op maandag komen. Haar wc spoelde al een paar dagen niet meer door. „Je hoeft voor mij op zondag niet te komen, ik red me wel op een emmer”, zei ze. Daar heb ik groot respect voor. Bij de huidige generatie is zoiets ondenkbaar.”