”Hoop, lef en trots” is de titel van het hoofdlijnenakkoord. De inhoud ervan is op sommige punten verbijsterend. Bijvoorbeeld rond de ouderenzorg. De schrijvers lijken nauwelijks besef te hebben van de werkelijkheid in het land en van recent gesloten politieke akkoorden.
Berekeningen van het Centraal Bureau voor de Statistiek laten zien dat in de periode tot 2040 in Nederland sprake zal zijn van dubbele vergrijzing: het aantal ouderen groeit en tegelijkertijd worden zij gemiddeld steeds ouder. Ondertussen neemt het aantal werkenden in de zorg niet toe, terwijl er nu al sprake is van een tekort. De druk op de zorg wordt zo steeds groter. We noemen dit de zorgkloof. Hoe denken de coalitiepartijen in te spelen op die groeiende zorgkloof?
Om de zorg toekomstbestendig te maken is een omslag in denken én doen nodig. In 2022 is een aantal akkoorden gesloten die gericht zijn op het borgen van passende zorg die mensgericht, houdbaar en duurzaam is. We hebben het over het Integraal Zorgakkoord, het programma Wonen, Ondersteuning en Zorg voor Ouderen, het Gezond en Actief Leven Akkoord en het programma Toekomstbestendige Arbeidsmarkt Zorg en welzijn. Al deze rapporten gaan uit van dezelfde uitgangspunten voor de ouderenzorg: zelf als het kan, thuis als het kan en digitaal als het kan_._ Daarbij moeten we wel beseffen dat het gaat om kwetsbare ouderen. Daarom wil ik de woorden ”als het kan” onderstrepen!
Oudpapier
Als ik de paragraaf over de zorg uit het Hoofdlijnenakkoord lees, bekruipt me het gevoel dat de coalitiepartners alle genoemde rapporten bij het oudpapier hebben gedaan. Ze refereren op geen enkele wijze aan de inhoud van deze akkoorden, laat staan dat genoemde uitgangspunten voor een toekomstbestendige ouderenzorg zichtbaar zijn. In het stuk staan abstracte taal, oud nieuws en voorstellen die aansluiten bij een niet-bestaande werkelijkheid. Enkele voorbeelden.
Voor de aanpak van de personeelskrapte in de zorg heeft de coalitie de volgende ideeën (pagina 14 en 15): men wil werken in de zorg aantrekkelijk maken „door meer autonomie voor zorgmedewerkers, loopbaanperspectief, goede arbeidsvoorwaarden en beperking van regeldruk en administratieve lasten (bijvoorbeeld door meer innovaties)”. Onder de noemer van goed werkgeverschap werkt de ouderenzorg al lang en breed aan alle genoemde punten. Oud nieuws dus. Hiermee kun je medewerkers voor de zorg hoogstens boeien en binden, maar het arbeidsmarkttekort los je er niet mee op!
De coalitiepartijen willen „investeren in betere ouderenzorg door bijvoorbeeld zorg-/verpleegplekken voor ouderen”. De wens van sommige partijen, zoals de PVV die pleit voor herinvoering van het klassieke verzorgingshuis, is er een die geheel voorbijgaat aan de werkelijkheid: de mensen en middelen ontbreken er simpelweg voor.
Verder zet de regeringscoalitie sterk in op het verlagen van het eigen risico voor de zorgverzekering. Men wil hiermee financieel gemotiveerde zorgmijding terugdringen en ziet de verlaging van het eigen risico als een vorm van preventie (voorkomen van het niet-tijdig onderkennen en behandelen van ziektes). In de praktijk zal het wegvallen van een financiële drempel waarschijnlijk leiden tot hogere premies en meer onnodige zorgconsumptie. Terwijl de zorg nu al onder grote druk staat.
Samenwerking
De enorme grijze golf die op ons afkomt én toenemende tekorten op de arbeidsmarkt vragen om een integrale en fundamenteel andere aanpak. Daarvoor zie ik drie hoofdlijnen.
Laat het nieuwe kabinet allereerst verdergaan op de ingeslagen weg door passende zorg te stimuleren. Medewerkers in de ouderenzorg moeten steeds meer gaan ‘zorgen met’: met de cliënt zelf, zijn of haar mantelzorgers en anderen uit het netwerk. Medeverantwoordelijkheid en participatie van burgers zijn cruciaal bij het overbruggen van de zorgkloof. Tegelijkertijd is die participatie een enorme en complexe cultuurverandering. Het is immers dezelfde overheid die individualisering bevordert en mensen bijna dwingt om deel te nemen aan de arbeidsmarkt. Zonder participatie loopt de zorg echter vast. We zullen moeten accepteren dat de zorgsector niet in staat is om de zorgkloof alleen te overbruggen.
Ten tweede moet samenwerking gericht op leefbare buurten en wijken waar ouderen zo lang mogelijk zelfstandig kunnen wonen bevorderd worden. Denk aan samenwerking tussen de landelijke en lokale overheid, maar ook in de regio tussen gemeenten, zorg- en welzijnsorganisaties en woningcorporaties én in de keten tussen zorgaanbieders als huisartsen, zorginstellingen en ziekenhuizen.
Ten slotte moet het lang zelfstandig wonen van ouderen mogelijk gemaakt worden door de bouw van seniorenwoningen, het liefst samen in een beschutte omgeving. Dit is het enige haalbare alternatief voor het verzorgingshuis van vroeger.
Verantwoordelijkheid
Organisaties voor de ouderenzorg nemen natuurlijk zelf ook hun verantwoordelijkheid. Dat doen ze door volop in te zetten op passende zorg en netwerkparticipatie, technologische innovaties en goed werkgeverschap. Maar het nieuwe kabinet en in het bijzonder de bewindslieden van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport zijn ook aan zet. Hun beleidskeuzes moeten aansluiten bij de werkelijkheid. Zij kunnen passende zorg stimuleren en de regeldruk en administratieve last voor zorgmedewerkers verminderen. Daarom luidt mijn oproep aan hen: neem de in 2022 gesloten zorgakkoorden serieus, neem (mede)verantwoordelijkheid voor de aanpak van de zorgkloof en biedt een realistisch perspectief aan ouderen en medewerkers in de zorg!
De auteur is bestuurder van de ouderenzorgorganisatie Cedrah.