Opendeurenbeleid voor dementerenden past bij waardig oud worden
Ieder uur krijgen vijf mensen in Nederland dementie. In veel gevallen duurt het een jaar voordat de officiële diagnose wordt gesteld. Op dit moment kampen zo’n 300.000 mensen met de ziekte. In 2050 zullen dat er naar schatting 620.000 zijn. Dementie komt niet alleen steeds vaker voor, de volksziekte is ook de snelst groeiende doodsoorzaak van Nederland.
De impact van deze ziekte is groot. In de eerste plaats uiteraard voor de patiënt zelf, zeker in de periode dat die beseft hoe ingrijpend de gevolgen zijn en nog zullen worden. Daarnaast voor familieleden en omstanders. Langzaam een geliefde te zien aftakelen, is een pijnlijk en aangrijpend rouwproces. Of, zoals een zoon deze zaterdag in het Reformatorisch Dagblad zegt: „Het voelde alsof ze overleden was, terwijl ze nog leefde”.
Er zijn in Nederland ruim 800.000 mantelzorgers van mensen met dementie, aldus het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP). Ruim de helft (53 procent) van hen is zwaar belast. Ze verzorgen hun geliefde vaak zelf tot het écht niet meer gaat. Ook voor de samenleving is dementie een confronterende aandoening, die veel van haar vergt.
„Ouderen een waardige laatste levensfase bieden, is een maatschappelijke plicht”
Dat laatste blijkt onder meer uit de manier waarop verpleeghuizen omgaan met dementerenden. Tot voor kort was het gebruik om hen op te nemen op een gesloten afdeling. Sinds 1 januari 2020 geldt de Wet zorg en dwang. Deze wet moet voorkomen dat mensen met bijvoorbeeld een verstandelijke beperking of dementie onvrijwillige zorg krijgen. Deuren van een gesloten afdeling mogen dan ook niet per definitie voor iedereen gesloten zijn.
Daarom kiezen steeds meer verpleeghuizen voor een zogenaamd opendeurenbeleid, uiteraard zolang de veiligheid van bewoners dat toelaat. Daardoor krijgen cliënten veel meer bewegingsruimte; sommigen alleen binnenshuis, anderen ook buiten.
Dat opendeurenbeleid verdient alle steun. Veel verpleeghuizen passen dit nog niet toe, vaak uit angst voor de gevolgen. „De primaire reactie was toch wel paniek”, erkende een verpleegkundige vrijdag in het RD. Nu het beleid geldt, merkt ze dat de sfeer op de afdeling verbeterd is: bewoners hebben niet het gevoel opgesloten te zitten, er is minder onrust.
Dat wordt bevestigd door onderzoek van drs. Suzan van Liempd, beleidsadviseur bij een ouderenorganisatie in Brabant. Uit vragenlijsten een maand voor de verhuizing van een gesloten naar een semiopen afdeling, en één maand, vier maanden en negen maanden na de verhuizing blijkt dat dementerenden beter scoorden op verschillende punten. Zo was de verwardheid van mensen minder en was hun kwaliteit van leven hoger.
Waardig oud worden is een wens van velen. En ouderen een waardige laatste levensfase bieden, is een maatschappelijke plicht. Niet alleen omdat jongere generaties een ereschuld hebben richting ouderen, maar vooral omdat het leven een Godsgeschenk is, dat het waard is om gekoesterd te worden. Opendeurenbeleid past daar bij uitstek bij.