BinnenlandDementie

Keimpe was zes jaar toen zijn moeder dementie kreeg: „Het voelde alsof ze overleden was, terwijl ze nog leefde”  

Hij was nog maar een jochie van zes toen zijn moeder dementie kreeg. Keimpe Eland (43) blikt terug op een jeugd waarin zijn moeder Henny veranderde van een levenslustige dame in een verwarde vrouw. „Ze had nog één keer een helder moment: op onze trouwdag.”

9 August 2024 16:37Gewijzigd op 10 August 2024 08:20
Keimpe en Catherina Eland. Op de foto de moeder van Keimpe, Henny, die rond haar vijftigste dementieklachten kreeg. Keimpe was toen zes jaar oud. beeld RD, Anton Dommerholt. 
Keimpe en Catherina Eland. Op de foto de moeder van Keimpe, Henny, die rond haar vijftigste dementieklachten kreeg. Keimpe was toen zes jaar oud. beeld RD, Anton Dommerholt. 

„Hé, dat is mijn moeder”, denkt de 8-jarige Keimpe als hij op school wat gedachteloos uit het raam zit te staren. Waar andere kinderen vrolijk zouden zwaaien naar hun langslopende moeder, weet de jonge Keimpe dat hem wat anders te doen staat. Hij steekt zijn vinger in de lucht. „Meester, mag ik weg? Ik zie mijn moeder net langslopen. Ik moet haar thuisbrengen.”

„Onrealistisch eigenlijk. Maar je weet niet beter”, blikt Keimpe Eland (43) aan de keukentafel in Barneveld terug op zijn jonge jaren. Een jeugd die gestempeld is door een moeder die op relatief jonge leeftijd –rond haar vijftigste– dementie krijgt. De eerste tekenen van verward gedrag openbaren zich rond de verhuizing van het gezin Eland van Leusden naar Barneveld. „Het leek wel of ze dat niet besefte. Het drong niet tot haar door.” Ook in het huishouden wordt zichtbaar dat ze verandert. „Ze legde bijvoorbeeld natte was in de kast.”

„Het voelde alsof mijn moeder overleden was, terwijl ze nog onder ons was” - Keimpe Eland

Als zijn moeder een fysiotherapeut bezoekt, attendeert die het gezin erop dat Henny weleens dementie zou kunnen hebben. „Als je er middenin zit, zie je dat niet zo. Buitenstaanders hebben vaak een scherpere blik.” Toch kan de huisarts in eerste instantie niet geloven dat het om dementie gaat. „Die zei: Daar is ze nog veel te jong voor.” Het verwarde gedrag staat in schril contrast met de levenslust die Henny kenmerkte. Fotoboeken geven Keimpe nu nog een indruk van de vrouw die ze ooit was. „Mijn moeder is laat getrouwd. Toen ze single was, reisde ze met een vriendin de hele wereld over.”

Het precieze verloop van de ziekte weet Keimpe niet precies meer. „Ik was nog maar een klein mannetje toen het begon.” Wel herinnert hij zich dat zijn moeder soms huilend op bed lag. „Ze besefte op een gegeven moment zelf ook dat ze dingen vergat. Dat had veel impact op ons. Het was schrijnend om te zien.”

Spiegels

De dementie trekt een zware wissel op het gezinsleven. „Het voelde alsof mijn moeder overleden was, terwijl ze nog onder ons was. Ze zat volledig in haar eigen wereld. Je kon haar vragen stellen, maar ze zei geen woord terug, hoogstens wat onverstaanbaar gemompel.” Bij een moeder van een vriendje vindt hij dat wat hij bij zijn eigen moeder mist. „Die ontfermde zich over me. Dat werd een soort tweede moeder.”

„Een verzorgster in het tehuis kwam erachter dat mijn moeder veel beter luisterde als ze haar met tante aansprak” - Keimpe Eland

Vooral het dwaalgedrag van Henny, kenmerkend voor dementie, vergt veel van het gezin. „Ze trok er in het begin bijna dagelijks op uit. Lopend of met de fiets. Ze was op zoek naar thuis, zei ze dan. Maar ze was al thuis.” Om in de gaten te houden wanneer ze vertrekt, bevestigt zijn vader een winkelbelletje aan de voordeur. „Die tringelde als ze vertrok. En bij de poortdeur hingen we spiegels op, zodat we vanuit de huiskamer ook de achteruitgang in de gaten konden houden.”

Ongeveer tien jaar lang blijft zijn moeder thuiswonen. „Mijn vader was ambtenaar en kwam met 55 jaar op wachtgeld te staan, omdat zijn functie werd opgeheven. Hij heeft dag en nacht voor haar gezorgd.” Tot het moment komt dat Henny tijdens de vakantie opgenomen wordt in een verzorgingstehuis in Bennekom, zodat het gezin even rust heeft. „Toen ze daar drie dagen was, belde de eigenaar van dat tehuis op. Hij vroeg zich af hoe wij het al die tijd volgehouden hadden. Daarna is ze nooit meer thuisgekomen.” Zijn vader wilde die beslissing volgens Keimpe niet zelf nemen. „Het voelde voor hem aan als een soort scheiding.”

Zijn moeder belandt op een gesloten afdeling. Dat geeft het gezin rust. „We hoefden niet meer bang te zijn dat ze kwijt zou raken.” Had hij zijn moeder niet meer bewegingsvrijheid gegund? „In theorie is dat opendeurbeleid best mooi. Maar in de praktijk is het gewoon erg lastig. Mensen met dementie trekken geen jas aan als ze het koud hebben en kunnen niet meer inschatten of een auto stopt of doorrijdt.”

Omgaan met dementie vraagt volgens hem dan ook om creativiteit. „Een Marokkaanse verzorgster in het tehuis kwam erachter dat mijn moeder veel beter luisterde als ze haar met tante aansprak. Vanaf toen was het tante Henny en werkte ze veel beter mee.” Ook moeten naasten volgens hem soms meegaan in de fantasie van dementerenden. „Op de afdeling van mijn moeder zat een vrouw die vroeger boerin was. Die zei constant dat ze weg moest om de koeien te melken. Dan zei ik tegen haar: „De jongens zijn al naar het land toe om ze te halen.” Dan werd ze weer rustig.”

Als de dementie vordert, heeft zijn moeder nog één keer een helder moment. „Dat was op onze trouwdag. Ze zag mijn vrouw Catherina in haar trouwjurk binnenkomen en zei: „Oh mooi”. Niet meer en niet minder. Gewoon dat.” Als hij terugkijkt zijn het vooral dat soort gebeurtenissen geweest waarbij hij zijn moeder miste. „Ze was er niet toen ik mijn trouwpak uitkoos of toen we onze kinderen lieten dopen. Dat doet wat met me. Tegelijkertijd wist ik ook niet beter. Dit was gewoon mijn moeder.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer