Initiatiefnemers VVD-petitie: Het gaat ons echt om onze partij
De ene na de andere waarborg bedachten NSC en VVD om Wilders te neutraliseren. Toch steekt het ongemak nu de kop al op.
Maandag maakte NSC-Kamerlid Rosanne Hertzberger de kiezers via haar LinkedInpagina deelgenoot van haar weerzin tegen de samenwerking met de PVV. Een groep verontruste VVD’ers ging daarvoor nog een stap verder; zij overhandigden eind vorige week een petitie aan partijvoorzitter Eric Wetzels. Daarin werd onderstreept dat VVD’ers de komende tijd onderling op een volwassen manier moeten nagaan hoe de partij is verzeild geraakt „in deze bizarre situatie” en wat de weg voorwaarts is „om het liberalisme weer terug te krijgen in onze partij en het land.”
„Het gaat ons echt om onze partij”, zegt mede-initiatiefnemer Colinda Weterings-Dijkstal, die in Breda bestuurlijk actief is voor de VVD. Ze noemt het stuk, dat inmiddels zo’n 1200 keer is ondertekend, het liefst „een brief”.
Wat ze in het hoofdlijnenakkoord zag, stemde haar tevreden, blikt Weterings terug. Ook met de VVD-bewindslieden – „één voor één kanjers” – is ze zeer content. De euforie bekoelde, toen ze zag dat Wilders geen gerenommeerde buitenstaanders of „ijdele SGP’ers” naar voren schoof als ministers, maar partijgenoten zoals Marjolein Faber en Reinette Klever, die ophef veroorzaakten met hun uitspraken.
De druppel was volgens haar het debat met premier Schoof over de regeringsverklaring. Dat ontspoorde na de veelbesproken hoofddoekjestweet van PVV-minister Fleur Agema. „Ik dacht: nu hebben wij, de linkervleugel van de VVD, of de progressieve liberalen, net hoe je ons noemen wilt, nu hebben wij een ventiel nodig”, zegt Weterings. Op berichtendienst X is de groep inmiddels te volgen via het account ”Nieuwe VVD”.
Mark Verheijen, oud-VVD-Tweede Kamerlid en van 2008 tot 2012 vicevoorzitter en waarnemend partijvoorzitter van de landelijke VVD, sluit niet uit dat de petitie in de VVD-top tot „verkrampte reacties” leidt. Hij zegt dat de VVD nooit „een echte debatclub” zal worden. „En wat er organisatorisch nog bestond aan mogelijkheden voor onderling contact, is tien jaar terug door toenmalig partijvoorzitter Henry Keizer hardhandig weggesaneerd.”
De VVD vormt in Verheijens ogen een volkspartij die alleen in vuur en vlam valt te krijgen als het over personen gaat, of als de individuele belangen van VVD’ers schade dreigen te lopen. Hij verwijst naar de bittere strijd tussen Mark Rutte en Rita Verdonk over het partijleiderschap in 2006, én naar de onrust over het VVD/PvdA-coalitieakkoord uit 2012. Daarin stond dat de zorgpremie inkomensafhankelijk zou worden gemaakt.
„We hebben de brief geschreven omdat we in de partij het gesprek met elkaar aan moeten gaan over onze kernwaarden” - Colinda Weterings-Dijkstal, mede-initiatiefnemer
Brede koersdiscussie
„Nu een debat faciliteren, voelt voor de VVD ongemakkelijk”, taxeert Verheijen, momenteel waarnemend burgemeester in Wijdemeren. „Het zal steeds de vraag oproepen: Committeert de VVD zich nu wel of niet aan het kabinet-Schoof?” Toch maakt hij duidelijk het verstandig te vinden als de initiatiefnemers voet bij stuk houden en doorzetten. „Mijns inziens moeten ze het thema niet versmallen tot de vraag of die en die PVV-minister nu wel of niet deugt, maar er een brede koersdiscussie van maken.”
Lichtend voorbeeld is volgens hem de manier waarop Frits Bolkestein medio jaren negentig het debat over migratie, inburgering en Europa vanuit de VVD heropende. „Toen hij daarmee begon, resoneerde dat amper in de partij, maar inmiddels is iedereen van oordeel dat hij met zijn soms wat provocerende bijdragen de VVD heel goed op de kaart heeft gezet.”
In het vorige kabinet had de VVD soms het gevoel in de nekklem van D66 te zitten, zegt Weterings. „Dat voelde bij tijden net zo ongemakkelijk als nu met de PVV samenwerken. We hebben de brief vooral geschreven omdat we vinden dat we in de partij het gesprek met elkaar aan moeten gaan over onze kernwaarden.”
Het contact van de initiatiefnemers met de partijvoorzitter noemt ze goed. „Eric Wetzels heeft toegezegd de handschoen te zullen oppakken. Daar houden we hem aan.”