Zo op het eerste gezicht was het afgelopen donderdag een prachtige dag voor het Joodse leven in Duitsland. Maar is er alle reden om feest te vieren?
In Berlijn rondde minister van Defensie Boris Pistorius samen met voorzitter Josef Schuster van de Centrale Raad voor de Joden in Duitsland de opbouwfase van de Joodse militaire zielzorg af. Pistorius viel de eer ten deel de laatste letters in de Thora te mogen schrijven. Vervolgens werd de boekrol naar een van de kamers van het Joodse militaire rabbinaat gebracht.
Op dezelfde dag woonde de Duitse president Frank-Walter Steinmeier de opening van de nieuwe synagoge in Potsdam bij. Potsdam is de stad waar in 1933 in zekere zin Adolf Hitlers Derde Rijk begon. Nu hebben Joden en Jodinnen in de hoofdstad van Brandenburg weer een religieus en cultureel centrum.
Positief is dat het Joodse leven in Duitsland weer tot bloei is gekomen. Tegelijkertijd lag er donderdag over beide feestelijkheden een zware, uiterst donkere schaduw. En die ligt er sinds 7 oktober vorig jaar over al het Joodse leven in Duitsland, toen Hamasterroristen 1200 Joodse burgers in Israël op gruwelijke wijze om het leven brachten.
„Het is goed om te zien dat de Duitse staat het Joodse leven wil beschermen, maar wie denkt dat het daarmee is veiliggesteld vergist zich”
Het onvoorstelbare bloedbad kon in Duitsland rekenen op de steun van islamitische burgers in met name de Berlijnse wijk Neukölln. Sinds Israël Hamas in Gaza bestrijdt en Israëlische gegijzelden probeert te bevrijden zijn er continu anti-Israëlische en anti-Joodse protesten en incidenten.
Haat tegen Joden is allang niet meer een exclusief Neukölln-probleem. De protesten breiden zich als een olievlek over Duitsland uit. Extreemlinksen hebben zich in het anti-Joodse koor gemengd. Universiteiten zijn uitgegroeid tot antisemitische bolwerken. Het aantal vijandigheden tegen Joden is geëxplodeerd. Zozeer zelfs dat Joden ervoor kiezen onzichtbaar te zijn. Bijna niemand waagt het meer met een keppeltje op straat te lopen om niet verbaal of fysiek aangevallen te worden.
De Duitse politiek spant zich gelukkig in om het Joodse leven te beschermen. Steinmeier zei vorige week in Berlijn dat Duitsland een tehuis blijft voor Joden. „Het is onverdraaglijk dat Joden en Jodinnen in Europa weer bang zijn: bang voor haat, geweld. En dat alleen maar omdat ze Joden zijn.”
Ook in de academische wereld klinken er tegengeluiden. Een aantal professoren heeft deze week een open brief tegen antisemitisme gepubliceerd. Ze veroordeelden de antisemitische discriminatie, het ter discussie stellen van het Israëlische bestaansrecht en iedere vorm van geweld in universiteitsgebouwen.
Wie dacht dat de Jodenhaat in Duitsland, maar overigens net zo goed in Nederland, verleden tijd is, heeft het mis. Antisemitisme is helaas geen geschiedenis. Het is goed om te zien dat de Duitse staat het Joodse leven wil beschermen, maar wie denkt dat het daarmee is veiliggesteld vergist zich. Die constatering mag echter geen reden zijn voor berusting.