Zorgde de coronatijd voor meer interesse in het Evangelie? Vier evangelisten reageren
De coronatijd heeft geleid tot een groeiende belangstelling voor het Evangelie, merkt evangelist Jan-Dirk Liefting van Stichting Evangelisatie Sjofar. In hoeverre herkennen andere evangelisten deze ontwikkeling?

Waar veel kerken dichtgingen, evangelisatieprojecten stillagen en inloophuizen hun deuren sloten, ging het werk van Stichting Evangelisatie Sjofar in coronatijd door. Vrijwilligers stonden met de Bijbelbus, een omgebouwde ambulance, in winkelcentra en op pleinen en gingen in gesprek over het Evangelie.
Vooral studenten toonden belangstelling, stelt evangelist Jan-Dirk Liefting. „Door het –in hun ogen onlogische en oneerlijke– coronabeleid twijfelden ze aan de betrouwbaarheid van de overheid en de wetenschap. Daardoor kwamen andere zekerheden, zoals de evolutietheorie, ook op losse schroeven te staan. In hun zoektocht naar waarheid en vastigheid kwamen ze terecht bij de Bijbel en het christendom.”
Niet alleen jongeren, maar ook ouderen kregen interesse in het Evangelie, merkte Liefting. „Bejaarde mensen kwamen op straat naar ons toe en stelden vragen over God en de Bijbel. In de achterliggende 25 jaar maakte ik dat niet eerder mee. Ook zij hadden vaak een zoektocht op internet achter de rug. Sommigen van hen zijn nu vrijwilliger bij ons.”

De evangelist zag de betrokkenheid van de achterban bij het evangelisatiewerk in coronatijd toenemen. „Via sociale media, waarop wij altijd een verslag plaatsen van onze activiteiten, benaderden mensen ons en zeiden dat ze in deze onzekere tijd graag het Evangelie wilden delen, maar dat hun kerk daar geen gelegenheid voor bood. Waarop ze zich bij ons aanmeldden als vrijwilliger.”
Dertien Bijbelbussen
Na de coronaperiode zette de groei van het vrijwilligersbestand door. Waar er in 2020 nog 150 vrijwilligers betrokken waren bij het werk van Stichting Evangelisatie Sjofar, ligt hun aantal nu op circa 500. „En dat zijn alleen nog maar degenen die bij ons staan geregistreerd. Kerken werken met eigen vrijwilligers. Ik denk dat de totale groep waarmee we evangeliseren, uitkomt op duizend. En elke dag komen er nieuwe mensen bij.”
Het aantal plaatsen waar Sjofar actief is, verdubbelde in de achterliggende jaren van dertig in 2020 tot meer dan honderd. Ook ziet Liefting een toename in het aantal aanvragen van kerken om samen te werken in evangelisatie. „Er is een breed gedragen verlangen in Bijbelgetrouw Nederland om Gods Woord te verspreiden.”
Door de groei van het werk is de stichting op zoek naar nieuwe vrijwilligers. Er is vooral behoefte aan ondersteunend personeel dat de planning maakt, vergunningen aanvraagt en wil rijden met de Bijbelbus. Ook zoekt Sjofar locaties waar Bijbelbussen gestald kunnen worden. Daar zijn er inmiddels dertien van, tegen twee in coronatijd.
Twintigers
Jan Geerts, evangelist bij inloophuis Bij de Bron in Alkmaar, ziet eveneens een toenemende belangstelling voor het Evangelie. „Geregeld sluiten zich mensen aan bij de Bijbelstudie die we wekelijks houden. Een halfjaar geleden zijn we gestart met een verdiepende Bijbelcursus, omdat daar vraag naar was.”

Hij betwijfelt echter of deze interesse in coronatijd is ontstaan. „Wij werken nu tien jaar in Alkmaar. Menselijkerwijs ligt de oorzaak in onze toegenomen inspanningen. Maar de coronatijd, waarin we ons organiseerden in kleinere groepen met een meer persoonlijke benadering, kan daar wel aan hebben bijgedragen.”
Vooral de jongere generatie staat meer open voor het Evangelie, is de indruk van Geerts. „Een collega van mij werkt in een wijk in Alkmaar met veel twintigers en dertigers en ziet een grotere interesse in de Bijbel. In onze wijk, met voornamelijk moslims en ouderen, is dat minder het geval.”
Reisbureaus
Oud-evangelist W.J. Korving in Den Helder, die nog altijd betrokken is bij evangelisatieacties in de regio, is minder positief gestemd dan Liefting en Geerts. „Op straat merk ik zeker interesse voor het Evangelie. Mensen luisteren beleefd als ze worden aangesproken en gaan het gesprek aan, maar daar blijft het bij. Ik zie geen toename van kerkgang, terwijl de kerk toch het atelier is van de Heilige Geest.”

Verschillende keren deelde Korving, die kandidaat is in de Hersteld Hervormde Kerk, folders uit in Haarlem waarin mensen werden uitgenodigd voor een kerstzangavond. „Ik had fijne gesprekken, aangesproken jongeren beloofden te komen, maar het eind van het liedje was dat er niemand kwam. Bij een evangelisatieactiviteit in de zomer waarbij de Bijbel openging, kwam er één vrouw uit de buurt.”
Hij ziet er een vervulling in van de woorden uit Openbaring 16, waarin staat dat de mensen zich niet bekeerden na alle plagen die hun overkwamen. „Na coronatijd denk je dat de kerken wel vol zullen zitten, maar waar stonden de mensen voor in de rij? Voor de reisbureaus. In zo’n tijd leven wij.”
Spijkerbroek
Albert van Bragt, tot 2022 werkzaam als evangelist bij Het Lichtbaken in Hoorn, startte in coronatijd een livestream waarvoor veel belangstelling was. Ook groeide het aantal bezoekers van de zondagse samenkomst, toen die weer mogelijk was. „Ik moet er wel bij zeggen dat het voornamelijk ging om mensen met een kerkelijke achtergrond.”

Tegenwoordig werkt hij als missionair werker in Venlo voor het Leger des Heils. Hij doet dit vanuit een tweedehandskledingwinkel. „Mensen komen binnen voor een trui of spijkerbroek, drinken een kop koffie en vertellen hun verhaal en stellen vragen. Ik help hen bij vragen en probeer iets van het Evangelie te delen. Dat levert mooie gesprekken op.”
Van Bragt ervaart het afgelopen halfjaar meer belangstelling voor het geloof, maar durft niet te zeggen waar dit mee te maken heeft. „Waar mensen eerder afhoudend reageerden op het Evangelie, gebeurt dat nu minder. Laatst kwamen er binnen een uur, apart van elkaar, twee onkerkelijke mensen naar me toe met de vraag of ik met hen wilde bidden.”
Van Bragt is naast zijn werk in Venlo voor anderhalve dag per week werkzaam als evangelist namens Stichting Het Levende Woord uit Uden.