”Trumps pitbull” Vance bijt fel en grommend van zich af
Amerikanen vertellen bij wijze van grap vaak dat er twee broers waren. De een ging naar zee, de ander werd vicepresident. „Van beiden werd nooit meer iets gehoord.” Maar J.D. Vance, de vijftigste vicepresident van de Verenigde Staten, laat zich opvallend veel horen.

In een interview met Fox News, maandag, suggereerde Vance min of meer dat hij vrijdag een matigende invloed had op Trump tijdens het gesprek met Zelensky. De kijker kreeg echter een totaal ander beeld. Vance gooide olie op het vuur en snoerde Zelensky meer dan eens de mond. Hij verweet de Oekraïense president gebrek aan respect. Hij vroeg Zelensky of hij ooit weleens zijn dank aan Amerika had uitgesproken voor de hulp die Washington aan Kyiv heeft verleend – terwijl uit feitenonderzoek blijkt dat Zelensky dit tot vorige week vrijdag 33 keer publiek had gedaan.
Vance viel ook op tijdens de onlangs gehouden veiligheidsconferentie in München. In een fel getoonzette toespraak waste hij daar de West-Europese landen stevig de oren. Hij stelde dat de grootste bedreiging voor Europa niet van landen zoals Rusland of China komt, maar van binnenuit. Volgens Vance ondermijnen Europese regeringen hun eigen democratische waarden door censuur, inmenging in verkiezingen en beperkingen op de vrijheid van meningsuiting.
Natuurlijk hoorden veel aanwezigen hier Trump resoneren. Maar iedereen was ook verbaasd dat de vicepresident van de VS zo’n hoge toon aansloeg. Dat past niet bij het gangbare beeld dat de tweede man of vrouw in de VS een (vaak letterlijk) nietszeggende bijwoner in het Witte Huis is.
De vorige vicepresident van Trump, Mike Pence, voldeed daar veel meer aan. Hij was de man die meestal letterlijk achter de president stond; die dan zweeg en (volgens zijn eigen memoires) bijna uitsluitend met de president sprak als hij alleen met hem in het Oval Office was. Dan adviseerde hij Trump en probeerde hij hem bij te sturen. Naar eigen zeggen had Pence daar zijn handen vol aan.

Wie Vance met Pence vergelijkt, constateert dat de huidige plaatsvervanger van Trump een totaal ander figuur is. Dan gaat het om meer dan beider geloofsopvatting. Pence keerde zich van het rooms-katholicisme af; Vance bekeerde zich tot de kerk van Rome. Politiek gezien zijn er echter twee opvallende verschillen. Werd Pence wel omschreven als de sfinx van Trump, Vance heeft in enkele weken tijd de bijnaam ”Trumps pitbull” verworven. Hij bijt fel en grommend van zich af.
Het tweede is dat Pence probeerde Trumps al te radicale ideeën te temperen, terwijl Vance nog meer trumpist is dan Trump zelf. Bij de president wordt nog weleens een vraagteken gezet achter zijn stelling te strijden voor het behoud van conservatieve waarden. Dat gebeurt bij de vicepresident niet. Hij is bijvoorbeeld uitgesproken tegenstander van abortus en lhbti-emancipatie. Op economisch gebied is hij tegen vrijhandel. En al ver voor zijn nominatie had Vance duidelijke standpunten over de oorlog in Oekraïne. Kyiv zal volgens hem sowieso grondgebied moeten afstaan aan Rusland. „Om eerlijk te zijn maakt het me totaal niet uit wat er in Oekraïne gebeurt”, verklaarde hij in 2022 in een interview met Steve Bannon.
De vraag is natuurlijk of het in het karakter van Vance zit om zich luid en duidelijk uit te spreken of dat Trump hem al dan niet de ruimte geeft. Politieke analisten zeggen dat het eerste wellicht waar is, maar dat het tweede doorslaggevend is. Hoogleraar economie Douglas Holtz-Eakin, ooit adviseur van senator John McCain, wees er deze week bij Fox News op dat Trump inmiddels 78 is en zich „steeds meer bewust” is van het feit dat Vance zijn opvolger kan zijn als president. „Daarom voelt hij de noodzaak om hem klaar te stomen om te slagen als president. Een van de manieren is volgens Holtz-Eakin aan Vance successen te gunnen in beleidskwesties. „Daarom krijgt hij meer ruimte om zich te profileren dan veel van zijn voorgangers.”