„Iedereen kijkt toe hoe ”Nie wieder” zich in Duitsland herhaalt”
Sarah Cohen-Fantl verliet in februari 2022 Tel Aviv voor Berlijn. Sinds de Hamas-slachting in Israël demonstreren woedende moslims in de wijk waar zij woont. „Voor Joden is er in Duitsland nauwelijks een toekomst.”
De Duits-Israëlische journaliste Cohen-Fantl (35) met Tsjechische wortels is geboren en getogen in Duitsland. Zes jaar geleden ging ze naar Israël, waar ze werkte als correspondente voor verschillende kranten zoals Bild en Die Welt. Daar leerde ze haar man kennen en kregen ze samen twee kinderen. In februari 2022 trok het gezin naar Berlijn en streek neer in de wijk Neukölln. In het stadsdeel gaan sinds 7 oktober regelmatig pro-Hamas-betogers met de oproerpolitie op de vuist. De demonstranten roepen dan luidkeels ”Joden aan het gas”. Woningen van Joden bekladden ze Davidssterren.
De Duitse kranten spreken over spontane demonstraties, maar dat is absoluut niet het geval, zegt Cohen-Fantl. Op haar telefoon toont ze een foto die op sociale media werd gedeeld, waarin islamieten worden opgeroepen te demonstreren in Neukölln. „Neem knuppels mee en bedek uw gezicht. Wij zullen Neukölln tot Gaza maken. Steek alles aan”.
Het gesprek met Cohen-Fantl vindt in een Israëlisch café elders in de Duitse hoofdstad plaats. „Als ik me al in Neukölln op straat begeef dan is het met een muts op.”
Als ze haar kinderen naar de crèche brengt dan loopt ze binnendoor naar de garage. „Op straat met mijn kinderen of man Hebreeuws spreken is onverantwoord. Vorige week kwamen er toch een paar Hebreeuwse woorden over mijn lippen. Ik schrok enorm toen een man me aankeek. Hij glimlachte en reageerde in het Hebreeuws. Hij woonde net als wij in de buurt van de Sonnenallee.”
Beveiliger
Ruim een jaar geleden schreef Cohen-Fantl een persoonlijk getint artikel in Die Welt waarin ze uiting gaf aan haar twijfel of ze nog langer in Duitsland zou blijven. Als de spanningen tussen Israël en Hamas opliepen vonden er in Neukölln pro-Palestijnse demonstraties plaats. Steevast klonken dan leuzen als ”Joden zijn zwijnen” in de straten. Die woorden moest tachtig jaar geleden ook haar grootvader aanhoren toen hij voor de eerste keer met een Davidster over straat liep. „Iedere avond ga ik met de angstige vraag in mijn hoofd slapen of mijn man en mijn kinderen hier veilig kunnen leven”, schreef ze indertijd.
Cohen-Fantl bleef evenwel. Met haar man die kok is, maakte ze zelfs plannen. In West-Berlijn zouden ze een Israëlisch restaurant beginnen. „De dag voor de aanslag hadden we hier om de hoek met een architect naar een geschikt pand gekeken. Het was een prachtige dag. We waren heel positief. Altijd zeiden we dat we nooit ons hele leven in Duitsland zouden blijven. Maar nu was het: „We blijven nog een aantal jaren”.”
Na de door Hamas op 7 oktober aangerichte slachting keken Sarah en haar man elkaar aan. Zonder veel woorden wisten ze dat ze het restaurant konden vergeten en dat er voor hen geen toekomst in Duitsland is. „Mijn man komt uit Israël waar de Joden in de meerderheid zijn. Er mogen daar aanslagen zijn, de politiek, de politie en het leger staan aan Joodse zijde. Hier in Duitsland zijn we een minderheid. Er zijn te weinig agenten om de Joodse instellingen en de islamitische die zich hier in Berlijn achter Israël scharen, te bewaken. We krijgen te horen dat we moeten bellen als er iets aan de hand is. Dat is geen bescherming. Veel Joden huren particuliere bewakers in.”
Cohen-Fantls kinderen waren afgelopen week voor een kinderverjaardag uitgenodigd. Voor de deur stond een beveiliger. „Waar zijn we nog veilig? Een dag later werd een molotovcocktail naar een synagoge in het centrum gegooid.”
„We moeten zelf de moslims aanpakken”, zegt een bejaarde man die in het restaurant blijkbaar het gesprek volgt. De journaliste reageert direct: „Ik begrijp uw gevoelens, maar geweld tegen geweld hier in Berlijn lost niets op. Ik wil dat mijn kinderen in een vreedzame wereld leven.”
Vrijheid
Cohen-Fantl kijkt op haar telefoon als er een appje binnenkomt. „Ik heb een raketapp geïnstalleerd. Als Hamas op Israël raketten afschiet krijg ik daar melding van. Tel Aviv ligt nu onder vuur. Ik ben lichamelijk hier, maar met mijn hoofd ben ik in Israël.”
De journaliste werkt momenteel niet voor Die Welt om haar handen vrij te hebben voor het schrijven van een boek. „Dat gaat over de invloed van de holocaust op de derde en vierde generatie.” Maar van schrijven komt niet veel terecht omdat de actualiteit haar aandacht opeist. „Ik schrijf voor de krant de Jüdische Allgemeine, word geïnterviewd op de Duitse televisie en ben actief op sociale media.”
Cohen-Fantl zou willen dat de Palestijnse burgers die niet achter Hamas staan in verzet komen. „De vrouwen in Iran vechten voor hun vrijheid, de Oekraïners strijden tegen de Russen voor hun vrijheid, in Israël gaan 18-jarigen naar het front voor hun vrijheid. Dat wil geen vader of moeder, maar anders zullen wij niet overleven.”
De journaliste stoort zich aan de houding van Palestijnen die zeggen dat ze burger en slachtoffer zijn en niets kunnen doen. „Vrijheid krijgt niemand op een presenteerblaadje aangereikt. De mensen in Iran niet, de Oekraïners niet, de Joden niet en de Palestijnen dus ook niet.”
„Hamas en haar aanhangers keren de zaken om: ze doen nu alsof ze het slachtoffer zijn, maar zij zijn de daders”, vervolgt Cohen-Fantl haar betoog. „Op de lichamen van de gedode Hamas-terroristen zijn werkvergunningen aangetroffen waarmee ze in Israël aan de slag konden. Wat wil dat zeggen? Er was vertrouwen. Dat is misbruikt. Hamas-terroristen en ook burgers uit Gaza hebben van zwangere vrouwen de mond dichtgeplakt met ducttap en lachend baby’s uit hun buik gesneden. Ik heb dingen gezien waarvan ik niet wist dat ze op deze wereld gebeurden. Hoe reageert de westerse pers? Het is verzonnen. Wij hebben de beelden, maar toch moeten we horen: „Kijk wat er in Gaza gebeurt”. Dat klopt niet.”
Cohen-Fantl wijst op de meer dan 200 Joden die Hamas in gijzeling houdt. „Over hun toestand lees je niets in de Duitse pers. Wat hoort iedereen wel: dat de Palestijnen in het noorden van Gaza geen elektriciteit en geen water hebben en dat hier sprake is van een humanitaire crisis. Er is geen wet op de wereld die bepaalt dat Israël water en stroom aan Gaza moet leveren. Bovendien, Hamas heeft nog altijd raketten die ze afschieten.”
Opnieuw krijgt Cohen-Fantl een appje. Ze kijkt op haar telefoon. „Wie heeft het erover dat Israël permanent wordt beschoten? Niemand toch?”
Haat
De bejaarde schuin achter haar plaatst nog een opmerking. „Kan Israël geen pamfletten boven Gaza afgooien?” „Het Israëlische leger waarschuwt de burgers al”, reageert de journaliste kort.
„Ik val misschien in herhaling, maar de Palestijnen hebben ons vertrouwen geschaad”, zegt Cohen-Fantl. „Er is een Israëlische filantroop die woningen voor de Palestijnen in Gaza bouwde. Zijn dochter is op het muziekfestival wreed verkracht en gedood. Gisteren is een 5-jarig kind aan zijn verwondingen overleden en begraven. Zijn ouders en broertjes en zusjes waren al eerder begraven. Hele families zijn gewoonweg vermoord.”
Als Cohen-Fantl zulke berichten op Instagram of X post krijgt ze allerlei verwensingen naar haar hoofd geslingerd. „Twee waren zo gruwelijk dat een kennis de afzender probeert te achterhalen. Daar ga ik dan mee naar de politie.” Soms reageert iemand alleen met de afbeelding van een stuk zeep. „In de oorlog maakten de nazi’s zeep van de Joden.”
Het stoort de journaliste dat Die Linke, de voortzetting van de vroegere Oost-Duitse communistische partij SED, geen problemen heeft met de pro-Palestijnse betogingen. „Dat moet kunnen in het kader van de vrijheid van meningsuiting. Intussen roepen die betogers ”Joden aan het gas” en verbranden ze Israëlische vlaggen. In Israël roepen ze toch ook niet ”Palestijnen aan het gas”. Je ziet dat de ene kant haat propageert en de andere niet.”
Cohen-Fantl wacht nog altijd op de eerste reactie van feministen op de verkrachtingen van Israëlische vrouwen en kinderen door Palestijnen. „Ze hoeven niets te zeggen over het conflict, maar je kunt wel zeggen dat verkrachting als wapen is gebruikt en het veroordelen.”
Dat de journaliste naar Israël terugkeert staat vast. „Alleen moet de rust zijn teruggekeerd. Wat is een leven waard in een land waar je huis het doelwit is van molo- tovcocktails en de muren van je woning met Davidssterren worden besmeurd? De angst en de pijn en het totale gebrek aan respect dat wij van onze grootouders kennen die de Holocaust moesten meemaken, haalt ons hier en nu in. Wij Joden in Duitsland zijn in het jaar 2023, maar alles herinnert sterk aan 1938. En iedereen kijkt toe hoe ”Nie wieder” zich herhaalt.”