Diensttijd
Ik begrijp het als geen ander als lezers nu heel snel deze bladzijde omslaan. Want als mannen van een zekere leeftijd over hun tijd in het leger gaan vertellen, dan weet je dat je er de eerste tijd niet meer tussen komt.
Ik moet trouwens eerlijk bekennen dat ik altijd zo begin september een bijna onbedwingbare behoefte voel om over die militairediensttijd te schrijven. Hoe ik op die maandag in september, nu al heel lang geleden, in de poort van de kazerne stond en dacht: nu ga ik voor ruim een jaar de gevangenis in. Het viel trouwens allemaal best mee, ook dat moet gezegd.
Deze keer gaat het echter niet over mijn diensttijd maar over de maatschappelijke diensttijd die nogal wat jongeren momenteel vervullen. Nee, we gaan het ook niet over het nieuwe kabinet hebben dat deze weken in elkaar wordt getimmerd, maar een van zijn foute maatregelen is volgens mij het afschaffen van deze maatschappelijke diensttijd.
In de reportage die ik zag, vertelde een mbo-student hoe hij naast het studeren een paar uur per week in de plaatselijke voedselbank werkte. Hoe hij daar de pakketten samenstelde en die vervolgens bij mensen die niet naar de winkel konden komen, thuisbezorgde. Ik werd warm van zijn verhaal en de aanstekelijke manier waarop hij het vertelde. Eerlijk zei hij dat hij het ook deed omdat dit ‘werk’ heel mooi was voor de lijst van werkervaring die hij bij sollicitaties kon laten zien. „Maar het mooiste is toch als je ziet dat je mensen echt blij kunt maken met iets heel kleins.” Op dat laatste zinnetje bleef ik maar kauwen. Want wat geeft zo’n jongen daarmee een immense bak wijsheid door.
Zelf merkte ik dat toen ik, zoals ik regelmatig doe, op bezoek was in een verzorgingshuis. Na het bezoek liep ik gehaast door de gangen naar de uitgang. Een hoogbejaarde dame met een rollator keek benauwd over haar schouder en maakte zich snel uit de voeten. En juist dat was voor mij reden de pas in te houden. We raakten aan de praat en ze vertelde me hoe dankbaar ze was voor alles wat ze nog kon en mocht doen. Vooral de kleine dingen. Ik genoot van het praatje en ik zag aan haar ogen dat zij dat ook deed.
Toen moest ik weer denken aan de uitspraak van die jongen. Hij heeft niet alleen iemand blij gemaakt met wat hij doet, maar hij heeft mij ook wat geleerd. Tenminste: ik hoop het geleerd te hebben. Want hoe leerbaar ben je nog als je al zo oud bent dat je nog in militaire dienst hebt gezeten?