Yanki Jacobs is jongerenrabbijn voor alle leeftijden
Vanuit Amerika kwam Yanki Jacobs met echtgenote Esty naar Nederland om werk onder Joodse studenten op te zetten, een vrijwel onmogelijke opdracht. Acht jaar later heeft Chabad on Campus een prominente plaats in Joods Nederland. „Ik zie het als mijn taak om te verbinden.”
De basis van Chabad on Campus Nederland doet meer denken aan een huiskamer dan aan een kantoor. Het royale vertrek in een kantoortoren op de Zuidas in Amsterdam is sfeervol ingericht met wat gezellige zitjes. Daar vinden individuele gesprekken plaats over studie, huisvesting en carrière, relationele kwesties en zaken die de Joodse religie raken. Aan de lange eikenhouten tafel kunnen probleemloos dertig mensen plaatsnemen voor een gemeenschappelijk gesprek of een Joodse maaltijd.
Yanki Jacobs (32), de motor achter alle activiteiten, is net terug van een bezoek aan Amerika. Dat hij rabbijn zou worden, lag niet voor de hand. Hij las liever boeken over Pietje Bell dan Joodse geschriften. „Mijn jeugdideaal was een loopbaan als architect.” Tijdens de studie Joods recht en filosofie in Los Angeles verdampte die droom. Hij werd rabbijn en keerde in 2012 op verzoek van voormannen van Chabad (zie ”Ten dienste van de Joodse gemeenschap”) terug naar Nederland om daar een afdeling van Chabad on Campus op te zetten. „De Joodse gemeenschap in Nederland was daarvoor volgens mij veel te klein, maar uiteindelijk heb ik het toch gedaan.”
Familierabbijn
Samen met Esty ging hij aan de slag vanuit hun appartement aan de Zuidas, de nieuwe financiële wijk van Amsterdam met het World Trade Center, luxe restaurants en cocktailbars. Aanvankelijk verwelkomden ze de Joodse studenten en young urban professionals met wie ze in contact kwamen in hun woonkamer. Omdat de groep groeide en hun huwelijk werd gezegend met vier kinderen, zagen ze zich genoodzaakt een nabijgelegen locatie erbij te huren. „We staan met Chabad on Campus op en we gaan ermee naar bed”, lacht Jacobs, „maar we beleven dat niet als zwaar. Voor onze kinderen zijn al die jonge mensen ooms en tantes.”
In de loop van de jaren verbreedde het werk. De studenten van acht jaar geleden hebben hun opleiding afgerond en kregen een baan. Sommigen zijn getrouwd, hebben kinderen. Door huwelijken die hij voltrok, kwam Jacobs in contact met ouders en grootouders, neefjes en nichtjes. „Zo werd ik behalve studentenrabbijn een soort familierabbijn.”
Esty, voor 2012 verbonden aan een van de beroemdste Joodse scholen in Manhattan, geeft op zondagmorgen les aan kinderen die op een niet-Joodse school zitten. De echtgenote van de bevlogen rabbijn is daarnaast druk met het onderhouden van bestaande contacten. Yanki richt zich vooral op nieuwe initiatieven.
Het valt niet mee om alle ballen in de lucht te houden. „Door onze kennis van de jeugdcultuur doen zowel religieuze als niet-religieuze Joodse organisaties een beroep op ons. Met de Joodse sportvereniging Maccabi ging ik als spiritueel coach mee naar de Joodse Olympische Spelen in Hongarije. De Joodse scholengemeenschap Maimonides vroeg ons de examenklassen te begeleiden gedurende hun Israëlreis. Bij Leven en Welzijn, het adviesorgaan ter bescherming van de Joodse gemeenschap in Nederland, benoemde me tot huisrabbijn.”
Zingeving
Het studentenwerk omvat intussen alle universiteiten tussen Groningen en Maastricht. Ook de media en de politiek ontdekten de jonge rabbijn. Bij het ambtswoningoverleg van de burgemeester van Amsterdam is hij een vaste deelnemer. Geregeld neemt hij zelf contact op met vertegenwoordigers van politieke partijen en kranten, om zaken die de Joodse gemeenschap raken toe te lichten, zonder een politiek standpunt in te nemen. „Onze achterban kent alle politieke kleuren, van uiterst links tot zeer rechts. Van huis uit voel ik een natuurlijke band met de behoudend christelijke gemeenschap, maar ik wil er zijn voor iedereen.”
Het overgrote deel van de Joden voor wie Yanki Jacobs werkzaam is, denkt en leeft seculier. Dat ze toch bij hem aankloppen, verbaast hem niet. „Ieder mens heeft behoefte aan zingeving, een doel in het leven. Daarom zet de een zich in voor het klimaat, de ander voor dierenrechten…”
Zijn beslissing om rabbijn te worden, viel in Kathmandu. Veel Israëlische jongeren maken na het vervullen van de militaire dienstplicht een trektocht door Azië en komen voor de Pesachviering naar de Nepalese hoofdstad, waar Chabad jaarlijks een seideravond voor zo’n 2000 Joodse jongeren organiseert. „Ik was daar om te assisteren. In die omgeving gingen seculiere Joodse leeftijdgenoten onbevangen met mij het gesprek aan. Het leerde me dat religie en zingeving deel uitmaken van de essentiële levensbehoeften van mensen.”
Dat ervaart hij ook aan de Zuidas, waar mensen op het eerste gezicht alleen druk zijn met geld verdienen. Achter die schijn ligt een andere werkelijkheid. „Dat merk je als je hen beter leert kennen. Deze mensen hebben de religie niet nodig om het sociale leven op de rit te krijgen, dus je moet hen op andere manieren zien te trekken. Zo hebben we een tak carrièrecoaching opgericht. Daarvoor namen we een oud-bankier van ABN AMRO in de arm.” Zelf wordt hij gecoacht door de seculiere Joodse zakenman Roland Kahn. „We denken heel verschillend, maar zijn goede vrienden geworden.”
Activiteiten
Elke vrijdagavond is er de sjabbatmaaltijd van Chabad on Campus. Op verzoek van studenten kwam er op maandagavond het familiediner. Daarnaast zijn er de activiteiten rond Joodse feestdagen, lezingen over religieuze en culturele onderwerpen, lessen Ivriet, bijeenkomsten voor jonge gezinnen en de door Esty georganiseerde vrouwenactiviteiten, zoals het bakken van challah, gevlochten brood voor de traditionele sjabbesmaaltijd.
Een deel van de bezoekers komt enkel voor het sociale contact, bij anderen zag Jacobs belangstelling voor de Joodse religie ontstaan. Hoewel die ontwikkeling hem vreugde geeft, wil hij er ook zijn voor hen die seculier blijven. „We doen niet aan zending. De interesse voor de Joodse identiteit moet vanuit de mensen zelf komen. Wel probeer ik drempels weg te nemen. Het gebeurt geregeld dat iemand door het contact met ons voor het eerst de sjoel bezoekt. Een ander gaat meer met Israël doen, of sluit zich aan bij een Joodse sportclub. Voor iemand van Schiermonnikoog die amper wist dat hij Joods was, is dat al een hele stap.”
Na acht jaar hard werken is ”de Zuidasrabbijn”, zoals hij in Amsterdam wordt genoemd, dankbaar voor het geboekte resultaat. Naast het stichtingsbestuur kreeg Chabad on Campus een afzonderlijk studentenbestuur. Beide besturen kunnen terugvallen op een gevarieerde groep van adviseurs. Het werk wordt mogelijk gemaakt door trouwe donateurs. „Om de kosten te drukken en snel te kunnen schakelen houden we de overhead klein. We werken zo veel mogelijk op projectbasis, liefst met vrijwilligers. Een student beheert onze sociale media. Zo nodig huren we professionele mensen in. Naast mijn directe werk voor Chabad on Campus adviseer ik jongerenorganisaties en denk ik met oudere rabbijnen en vertegenwoordigers van Joodse gemeenten mee over de vraag hoe ze het best hun jongeren kunnen bereiken.”
Synagoge
Hoewel hij inmiddels een doelgroep van 0 tot 80 jaar bedient, wil Yanki Jacobs de naam Chabad on Campus niet loslaten. „Het werd een merknaam die staat voor huiselijk, persoonlijk, professioneel en dienstbaar. Voor de hele Joodse gemeenschap. Vorig jaar is er een afdeling voor alleenstaanden van middelbare leeftijd gevormd, de Mokum Social Club. Wij verzorgden een eerste sjabbatmaaltijd, nu organiseren ze hun eigen evenementen onder de vlag van Maccabi.”
De gestage verbreding van het werk en uitbouw van het netwerk vragen om een afgrenzing van zijn eigen taken. „Het bestuur is op zoek naar een goede jongerenwerker die een deel van mijn werkzaamheden kan overnemen, zodat ik me meer kan richten op moeilijker vormen van pastoraat en specifiek rabbinale taken.”
Voor het merendeel van de Joden met wie hij contact heeft, is de drempel van een reguliere synagoge te hoog. Daarom startte de jonge rabbijn een maandelijkse synagogedienst in een hotel aan de Zuidas. „Een gewone dienst trekt zo’n dertig bezoekers, met Jom Kipoer waren we met honderd man.” Bestuurders van andere synagogen hebben daar volgens Jacobs geen moeite mee. „De mensen die onze diensten bezoeken, kwamen voorheen nergens, dus van concurrentie is geen sprake.”
Hulpmiddel
Vooralsnog heeft hij geen behoefte aan een eigen synagogegebouw. „Het gaat om de inhoud, niet om de uiterlijke vorm. Veel grote instituten vallen in onze samenleving weg, ook op religieus gebied. Daar moet je creatief op inspelen.”
Centraal in al zijn initiatieven staat het versterken van de Joodse community. „Die is in Nederland heel kwetsbaar. Op een gegeven moment kom je onder de kritische massa die je nodig hebt om een gezonde gemeenschap in stand te houden. Daarom heb ik een plan geschreven voor het aantrekken van buitenlandse Joden. Qua voorzieningen en maatschappelijk klimaat is Nederland nog altijd een prachtig land om te wonen.”
Vanwege het toenemende antisemitisme in Turkije vestigden al zo’n dertig jonge Turks-Joodse gezinnen zich in Amsterdam. Meest hoogopgeleide mensen. „Voorheen zouden ze naar Engeland zijn gegaan, maar vanwege de brexit kozen ze voor Nederland. Wij helpen hen hier te integreren en een plek te vinden in de Joodse gemeenschap. Vrijwel niemand weet dat Chabad on Campus zich daarmee bezighoudt. Dat hoeft ook niet. Chabad on Campus is geen doel op zich, maar slechts een hulpmiddel ten behoeve van de brede Joodse gemeenschap en de hele samenleving.”