Geloof het ongelofelijke
De vieringen zijn voorbij. Van Kerst tot Pinksteren. Maar na deze heilsfeiten pakte Gods vermorzelde tegenstander de uitzichtloze strijd weer op. Zijn strategie bleef hetzelfde: het verspreiden van desinformatie. Hij manipuleert de waarheid om het denken te infecteren. Hij vult hoofden met leugen. Zijn focus is het Godsbeeld. Hij geniet ervan als hij ongelovigen en gelovigen kan verleiden tot harde gedachten over God.
Maar nu is er de Geest. Waar zouden Gods kinderen zijn zonder Hem? De Geest is de Geest der waarheid, Die hen telkens weer moet corrigeren. Te vaak hebben gelovigen de neiging om in juridische termen over God te denken. Ze belijden hun zonden, maar welk beeld hebben ze in hun hoofd als ze tot de Heere naderen? Dat kan zomaar het beeld zijn van God als Rechter. Dan hebben ze de Geest nodig om hen te leren dat de wet heeft afgedaan. Ze moeten niet opnieuw onder de geest der dienstbaarheid komen, die leidt tot vrees. Ze zijn onder de genade. God is in Christus hun liefhebbende, milde Vader. Als ze zondigen staat hun Voorspraak niet naast de Rechter, maar bij de Vader (1 Johannes 2:1).
Juist om steeds weer het ongelofelijke te geloven, om te weten dat je als gelovige door de hoge en rechtvaardige God gezien wordt als Zijn dierbaar kind, heb je de Heilige Geest nodig. Calvijn: „Ons hart is te klein en te bekrompen om de onmetelijke genade van God te bevatten als Christus ons niet de Geest schonk als getuige van ons kindschap” (Institutie III.20.37). De Geest moet het ons elke dag weer voorzeggen: Abba, Vader.
Nog steeds hoor ik preken waarin de Vadernaam op grote afstand gezet wordt. Alsof geloven dat God je Vader is, niet passend is voor beginners in genade. Alsof je daar heel voorzichtig mee moet zijn. Dat is moeilijk te begrijpen. Het gaat direct in tegen het onderwijs van Jezus Christus, Die Zijn kinderen leert om hun gebed vrijmoedig te beginnen met „onze Vader”. Zo preken is ook een hele verantwoordelijkheid. De boodschap ontneemt Gods kinderen de geweldige troost die het Vader-zijn van God bevat. Minstens zo belangrijk is het aspect van Gods eer. Hoezeer zou het een vader kwetsen als zijn kind hem zou zien als rechter. Een rechter oordeelt zonder aanzien des persoons met de wet in de hand. Een vader zoekt in liefde het goede voor zijn kind. En bedenk welke prijs God heeft betaald om de Vader-relatie met zondige schepselen te kunnen aangaan.
„Tot nog toe hebt gij niet gebeden in Mijn Naam”, zei Jezus tot Zijn discipelen (Johannes 16:24). Een week later was er betaald. Er was plaats gemaakt voor ”om Jezus wil”. Naarmate dit besef sterker leeft, wordt het gebed krachtiger. Het gelovig vastgrijpen van het verzoenend bloed versterkt het bewustzijn van de relatie met God als Vader. De zwakste gelovige die Jezus liefheeft, wordt geliefd door de Vader. De Vader komt zelfs bij hem wonen (Johannes 14:23).
De Geest is neergedaald. Hij komt de zwakheden van gelovigen te hulp. Ook zwakheden in het denken over Wie God voor hen is. „Die Geest richt onze ogen op het vaderlijke karakter van God. Hij verzegelt onze harten met het gevoel van onze adoptie tot kinderen, en versterkt ons om te naderen met kinderlijke liefde en kinderlijk vertrouwen” (Octavius Winslow, ”No Condemnation in Christ Jesus”, 250-251 ).
De auteur is mediator, coach en ondernemer.