God spreekt tot ons op vele manieren maar in het bijzonder door Zijn Woord. Gods stem horen in het Woord is echter niet vanzelfsprekend, zeker niet in de jachtige digitale wereld van 2024. Daarom moeten we ons oefenen in ”diep” Bijbellezen.
Van ons wordt gevraagd dat we hórend lezen en leven. Het is een wonderlijk mysterie dat God tot ons spreekt. In Zijn sprekende liefde schept Hij leven en zoekt Hij communicatie, toenadering, relatie, opening. Deze liefdevolle stem van God is in het bijzonder gehoord door Abraham, Izaäk en Jakob, het volk Israël. Gods aanspraak is het fundamént van Israël. Het belangrijkste gebod voor Israël is om een ”horend” volk te zijn.
Het Hebreeuwse woord voor ”horen” veronderstelt een (actieve) ommekeer van het hele menselijke bestaan naar God. Naar God ”horen” betekent een leven in ”de vreze des Heeren”. De sprekende God en het horende verbondsvolk kennen een vertrouwelijke verbondsomgang.
Jezus Christus is ons Bijbelleesvoorbeeld. Hij leeft zelf uit de mond van Zijn Vader. Met ”er staat geschreven” weerlegt Hij in de woestijn driemaal de satan. Hij zegt tegen de duivel: „De mens zal niet van brood alleen leven, maar van elk woord dat uit de mond van God komt” (Mattheüs 4). Zo roept Hij ons ertoe op thuis te raken in de Bijbel. Bijbellezen is Gods levende mond nu horen!
Om Gods stem te horen is het doorvragen naar Jezus Christus essentieel. In Jezus Christus ligt het brandpunt van Gods spreken (Hebreeën 1:1). De Vader zegt over Zijn geliefde Zoon: „Hoort Hem!” (Markus 9:7). Wie aan Jezus voorbijgaat, blijft doof voor Gods stem (Johannes 5:37).
Naast de Vader die spreekt en zichzelf in de Zoon totaal uitspreekt, is de Heilige Geest onmisbaar. Het gebed om de verlichting door de Heilige Geest is daarom in liturgie en persoonlijk Bijbelgebruik cruciaal om in de Bijbel Gods stem te verstaan.
Leesbarrières
Ondanks deze rijkdom blijkt het bestverkochte boek het minst gelezen. Ik noem drie Bijbelleesbarrières.
- De meest ingrijpende barrière ligt in onszelf, is geestelijk van aard en gaat terug tot de zondeval. Onze vervreemding van God maakt ons tot vijanden, verblind door de god/tijdgeest van deze eeuw (2 Korinthe 4:4). We leven in platland, gevangen in onze zelfbeleving, in de leegte van ons individu, in onverschilligheid. Wij kunnen op slot zitten voor de Sprekende.
- Een tweede reeks van barrières ligt in de interactie tussen de Bijbel en onze tijd en cultuur:
a. De Bijbel is geen ontspanningslectuur maar een diep geestelijk, gezaghebbend en normatief boek. Daarbij gaat de Bijbel meermaals tegen onszelf in.
b. De kloof tussen de Bijbel en 2024 in tijd, taal en cultuur betekent dat je Bijbelteksten en -beelden niet zomaar begrijpt.
c. Velen hebben nooit echt geleerd hoe we de Bijbel moeten lezen: niet alleen met ons hoofd maar ook met ons hart.
d. Er is sprake van een tanende of zelfs verdwijnende catechetische cultuur.
e. De Bijbel vraagt van de lezer, die onder grote maatschappelijke druk staat, om tijd, aandacht, vertraging, reflectie en reactie. Het is lang niet meer vanzelfsprekend dat in christelijke gezinnen dagelijks uit de Bijbel gelezen wordt.
- Een derde reeks van barrières voor ons Bijbellezen ligt in de multimediarevolutie. De denkende mens wordt de kijkende mens. Hij raakt passief. Wordt boeken (de Bijbel) lezen daarom misschien sneller als saai en moeilijk ervaren? De superverslavende werking van de smartphone leidt tot een algehele verstrooidheid en een gebrek aan concentratievermogen. Lukt het ons nog om echt te luisteren naar God en ons te verplaatsen in wat Hij zegt?
Er lijkt een verband te zijn tussen de toegenomen scherminvloed en de afnemende leesvaardigheid. De Amerikaanse hersenwetenschapper en leesexpert Maryanne Wolf (1947) onderstreept dat door de digitale middelen onze hersenen veranderen en het diepe lezen taant. Kritisch denken, kennisopslag, persoonlijke reflectie, verbeeldingskracht en empathie nemen af. Wolf pleit voor ”tweetaligheid”. Ze bedoelt een hybride leeshouding tussen het fysieke boek en het digitale medium. Daarbij moeten jonge kinderen zo lang mogelijk worden beschermd tegen digitaal overgewicht. Dit betekent: kinderen al vroeg het diepe lezen offline aanleren. Dit roept ons in onze gezinnen tot voorlezen en (de Bijbel) samenlezen met de kinderen.
Lectio divina
Hoe lees je de Bijbel met je hart? Hoe word je, ondanks alle barrières, toch ontvankelijk voor wat God je wil zeggen? Inspiratie hiervoor vind ik onder andere in de ”lectio divina”. In de monastieke traditie heeft de lectio divina –het diepe lezen als heilig lezen, het zuiver lezen van de Bijbeltekst– een belangrijke plaats. Het gaat daarin ten diepste om God ontmoeten in Zijn Woord. Lectio divina bevat vier treden. Het gaat om lectio (de tekst lezen), oratio (bidden, erover spreken met God), meditatio (mediteren, beluisteren wat Zijn stem in dezen is en de brug slaan naar je leven) en contemplatio (geestelijke ontmoeting met God in Christus).
Maar hoe voorkom je subjectivisme en hoe verhoudt deze leesweg zich tot goed Schriftonderzoek? Dat zijn vragen die ertoe doen. Twee belangrijke leesregels zijn daarom: tekst met tekst vergelijken en het Woord beluisteren in oriëntatie op onze kerkelijke traditie ofwel de belijdenisgeschriften.
Tijdens deze geduldige, langzame weg van lezen, bidden, luisteren, graven, overwegen, ontvangen, geestelijk zien en gehoorzaam leven ontvang je een ontmoeting met Christus. Hierbij hoort ook de stilte vooraf en het zwijgen ná het luisteren naar het Woord, omdat het Woord nog in ons spreekt én leeft én woning maakt.
Concrete handreikingen
Laten we bovenal het Bijbelleesdoel telkens voor ogen houden: De aanbidding van de drieënige God. Dit brengt levensvreugde.
Laten we beseffen dat we niet méér Bijbel moeten lezen. Het gaat vooral om díep Bijbellezen.
Hoewel je naast lezen ook kunt kijken en bijvoorbeeld podcasts kunt beluisteren, lijkt de Bijbel lezen als fysiek boek (vanuit diverse analyses) de voorkeur te hebben om tot diepgang te komen. Het geeft de rust van het boek, van herkauwen en terugbladeren. Het fixeert niet op één slide en dan ”weg”.
Laten we met elkaar de eeuwigheidsurgentie van het lezen van de Schriften blijven benoemen. Dat het werkelijk gaat om „jezelf zalig lezen/horen” (J.C. Ryle).
De auteur is predikant van de hervormde buitengewone wijkgemeente Eben-Haëzerkerk in Apeldoorn. Dit artikel is een samenvatting van de inleiding die hij op 23 mei hield op de jaarvergadering van de Gereformeerde Bond rond het thema ”Hoor, Hij spreekt!”.