Hoe verstaat de Gereformeerde Bond (GB) zijn roeping in de kerk, twintig jaar na het ontstaan van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN)? „Zijn we waakzaam geweest?” vraagt algemeen secretaris P.J. Vergunst zich af.
Vergunst sprak donderdag in Putten tijdens de jaarvergadering van de Gereformeerde Bond in de PKN. Onder de titel ”Wakker over Mijn woord”, ontleend aan Jeremia 1, belichtte hij de roeping van de kerk en de missie van de Gereformeerde Bond, „ook twintig jaar na 2004”, toen de PKN ontstond. „Als God belooft te waken, dan is dat hoopvol en geeft dat houvast, maar mogen wij tegelijk niet denken dat het zomaar goed komt met de gemeenten. Afvalligheid en verbondsbreuk liggen immers op de loer.”
Een bericht over het instellen van een commissie opheffen gemeenten, in de classis Delta, „kan je diep in het hart raken, omdat het een uiting is van de macht van de secularisatie, een macht die oprukt waar de gemeente God verlaat”, stelde Vergunst. „De context van de Protestantse Kerk maakt dat ik mezelf en dat wij elkaar de vraag stellen of we waakzaam geweest zijn, in het geloof onderhandeld hebben met God over Zijn belofte om wakker te zijn over Zijn woord.”
Vergunst wees erop dat de kerk en de gereformeerde belijdenis „sterk bijeen” horen. Hij vroeg zich af „wiens hart klopt voor de kerk”. „Op weg naar 2004 was dit hartstochtelijk het thema.” Hij wilde die periode „niet verheerlijken, want er zijn ook toen veel kerkelijke zonden bedreven, maar er was wel de passie om de gemeenten en de kerk te bewaren bij de belijdenis van de Reformatie”.
Wie doet er nu in de kerkelijke vergaderingen mee in „het geding om de waarheid?” vroeg Vergunst. „Dat geding kan de unieke positie van Israël raken, of de heiligheid van het huwelijk, of de verzoening door het bloed van Christus.” Met een verwijzing naar Calvijn sprak hij over „ontferming en bewogenheid met elke context waarin de kracht van het Evangelie niet klinkt”. Ook riep hij de aanwezige voorgangers op: „Bid voor de kerk, bid elke zondag voor de kerk en bid concreet voor de kerk.”
„Alertheid wordt van ons gevraagd om te voorkomen dat een notie als de vreze des Heeren onder ons verdampt” - P.J. Vergunst, algemeen secretaris Gereformeerde Bond
Vergunst wees ook op de oproep van Barnabas in Handeling in 11:23 om „met een hartelijk voornemen bij de Heere te blijven”. „Alertheid wordt van ons gevraagd om te voorkomen dat een notie als de vreze des Heeren onder ons verdampt, om na te denken over hoe we een eenvoudige vroomheid in de gezinnen blijven beoefenen, dat vreemdelingschap en levensernst gekend blijven worden, en vooral de vreugde in God.”
Jaarvergadering van de Gereformeerde Bond in Putten. beeld RD, Anton Dommerholt
Jaarvergadering van de Gereformeerde Bond in Putten. beeld RD, Anton Dommerholt
Pauze tijdens de jaarvergadering van de Gereformeerde Bond. beeld RD, Anton Dommerholt
Jaarvergadering van de Gereformeerde Bond in Putten. beeld RD, Anton DeommerholtBijbellezen
Hoofdbestuurslid ds. J.W. Verboom sprak naar aanleiding van het jaarthema van de GB over ”Gods stem horen in een ontvankelijk, geestelijk Bijbellezen”. Hij ging onder meer in op de zogeheten lectio divina. „Tijdens deze geduldige, langzame weg van lezen, bidden, luisteren, graven, overwegen, ontvangen, geestelijk zien en gehoorzaam leven ontvang je een ontmoeting met Christus.”
„De kerk heeft goud in handen met het geloof dat de mens geschapen is naar het beeld van God ” - Ds. J.A.W. Verhoeven, voorzitter Gereformeerde Bond
Tijdens de bespreking van de lezing wees ds. M.K. de Wilde op het mogelijke gevaar dat je de Bijbel op deze manier kunt lezen voor de ervaring op dat specifieke moment. Ds. J.J. den Brinke wees erop „dat God er ook het zwijgen toe kan doen”. Ds. P.H. van Trigt zei dat Luther dag en nacht klopte op de Bijbeltekst, maar „niet kon forceren dat die open ging”. „Er mag ook wel een smeekgebed zijn dat de Heilige Geest een beweging op gang wil brengen.”
Schepping
GB-voorzitter ds. J.A.W. Verhoeven stond in zijn openingswoord stil bij Genesis 1:1-5. „We hebben een theologie van de schepping nodig”, zei hij. De predikant pleitte voor een „hernieuwde en doorleefde” aandacht voor de oudkerkelijke belijdenis „dat God onze Schepper is. De kerk heeft goud in handen met het geloof dat de mens geschapen is naar het beeld van God en dat we ertoe bestemd zijn om Hem te kennen en Hem te eren.”
„God is Schepper van alle dingen. Als we die belijdenis opgeven, zijn we overgeleverd aan de secularisatie”, vervolgde de predikant. „Laten we ons de eerste woorden van de Bijbel eigen maken in geloof.”
