Liever snel en gemakkelijk lezen dan een kwartier de Bijbel bestuderen
Wat hebben mbo-jongeren nodig om uit de Bijbel te lezen? Met die vraag in het achterhoofd deed het Hoornbeeck College onderzoek naar de manier waarop zowel mbo-studenten als ouders en docenten Bijbellezen.
Jongeren imiteren hun opvoeders, zegt Alice Middelkoop van de werkgroep die het onderzoek uitvoerde. „We zien parallellen tussen hun leesgedrag en wat ze van huis uit meekrijgen. Zo kiezen ze vaak dezelfde vertaling als hun ouders. En als ouders niet persoonlijk uit de Bijbel lezen, doen hun kinderen dat ook niet. Hun voorbeeld doet er dus toe.”
De onderzoekers kozen voor de vergelijking met ouders en docenten omdat ze niet naar jongeren alleen wilden wijzen, maar eerlijk de hand in eigen boezem wilden steken. „Zijn we als opvoeders zelf wel voorbeeldig bezig?” vraagt Middelkoop. „Waarom lezen zo weinig ouders en docenten meer dan een kwartier per dag in de Bijbel?”
Wat verraste u zelf aan de uitkomsten?
„Het is positief dat jongeren best vaak uit de Bijbel lezen en dat die frequentie ook significant toeneemt naarmate ze ouder worden. Dat geldt ook voor het belang van de Bijbel: een kwart van de studenten staat daar neutraal tegenover. Dat baart wel zorgen, maar past ook bij de identiteitsontwikkeling van jongeren die sommige keuzes nog moeten maken. Onder docenten zie je eenzelfde trend: een hogere leeftijd beïnvloedt het leesgedrag positief. Jongeren laten aanvankelijk nog in het midden hoe belangrijk ze de Bijbel vinden, maar hoopgevend is dat dit cijfer daalt onder studenten die ouder zijn.”
Maar betekent dat ook dat dit op termijn verandert? Door een sombere bril bekeken kun je ook zeggen dat elke generatie minder Bijbel leest en dat blijft doen.
„We zouden mensen inderdaad langer moeten volgen om die conclusies te trekken. Toch zie ik een duidelijke parallel in de curves van studenten (tussen de 16 en 20 jaar) en docenten (tussen de 25 en 65 jaar). De leeftijdsopbouw zou dus voorspellend kunnen zijn.”
Zo’n 70 procent van de jongeren vindt de Bijbel belangrijk of zeer belangrijk. Best een hoog percentage, gezien de geluiden over afhakende jeugd.
„Er is hoop voor jongeren. Dat lijkt me een veel belangrijker boodschap dan de focus op wat niet goed gaat. Ook al is het geen ideaalplaatje, bedenk wel dat jongeren eerlijk zijn. Ze erkennen dat ze niet elke dag aan Bijbellezen toekomen. Het zou best kunnen dat ouderen bij zo’n vraag een meer sociaal gewenst antwoord invullen.”
Meisjes vinden de Bijbel iets belangrijker dan jongens en lezen die ook frequenter. Hoe verklaart u dit?
„Dat kan ermee te maken hebben dat meisjes meer nadenken over het geloof om tot een standpunt te komen, zoals eerder bleek uit onderzoek van ons lectoraat naar religieuze identiteitsvorming. Jongens vormen hun identiteit vaker door in hun gedrag de grenzen op te zoeken. Dat leidt meestal niet tot meer Bijbellezen. Toch is het opvallend dat de techniek, waar bijna uitsluitend jongens zitten, niet de sector is waar mbo’ers het minst lezen. Dat is dienstverlening, waar relatief veel jonge studenten van niveau 2 zitten die wellicht meer moeite hebben met lezen.”
In hoeverre ziet u een relatie tussen het begrijpen van de Bijbel en de gebruikte Bijbelvertaling?
„Dat hebben we niet uitgezocht. Omdat we niet op dat punt willen focussen, maar op het didactisch en pedagogisch ondersteunen van jongeren bij persoonlijk Bijbellezen.”
Nog niet de helft van de mbo-jongeren zegt te hebben ervaren dat God door de Bijbel tot hen spreekt. Ook weet een vrij grote groep studenten dit niet zeker. Wat gaat er achter die cijfers schuil?
„Dat is bijna een theologische vraag: hoe ervaar je Gods stem? Welk beeld hebben jongeren daarvan? Hebben ze bepaalde verwachtingen, bijvoorbeeld dat een tekst dan een pasklaar antwoord geeft op de vraag waar ze op dat moment mee rondlopen? Aandachtspunt is dat jongeren van opvoeders horen dát God spreekt als je de Bijbel opendoet.”
U stelt in de brochure met onderzoeksuitkomsten de vraag: Valt hier iets aan te doen is of is dit het terrein van de Heilige Geest? Hoe kijkt u daar zelf naar?
„Natuurlijk is het ook het terrein van de Heilige Geest. Maar als het geloof niet geleefd wordt, weten jongeren ook niet wat ze eraan hebben. Op school zien we dat terug. God staat soms ver van jongeren af; ze hebben dan geen idee dat Hij tot hen spreekt door Zijn Woord, zei een godsdienstdocent pas.”
Dagboeken zijn populair, Bijbelleesmethoden niet. Wat zegt dat?
„Een dagboek is een gemakkelijke en snelle methode. Even een stukje lezen en klaar. De tijd die aan Bijbellezen besteed wordt, is kort: één tot vijf minuten scoort hoog en slechts een klein clubje leest meer dan een kwartier. Ik vraag me af: sta je dan open om echt te luisteren naar het Woord? Een Bijbelleesmethode vergt tijd om het Woord tot je te laten spreken en ook inspanning. Veel mensen gaan niet op onderzoek uit als ze een tekst niet snappen en leveren dus weinig inspanning om de Bijbel te begrijpen. Er lijkt minder sprake van persoonlijke Bijbelstúdie.”
Later dit jaar verschijnt een vervolg op dit onderzoek. Waar gaat dat over?
„We hebben interviews afgenomen die helderheid moeten geven over het gedrag van jongeren. Ook kijken we naar de bewering van veel jongeren dat ze begrijpen wat ze lezen. Klopt dat? En kunnen docenten hun Bijbelbegrip goed inschatten? We hebben in de klas vragen gesteld over Bijbelpassages en daarbij viel ons al op dat jongeren veelal blijven steken in de formulering van de tekst als hen wordt gevraagd wat er staat. Ze kunnen er vaak geen eigen woorden aan geven.”
Wat gaat de school met de resultaten doen?
„We willen handvatten bieden hoe docenten en ouders jongeren kunnen helpen met persoonlijk Bijbellezen. Daarover komen ouderavonden. Ook kunnen opvoeders zichzelf opscherpen in het zijn van een beter voorbeeld. Vaste patronen en discipline zorgen ervoor dat het Woord een plaats krijgt in het dagelijks ritme. Hoe groter de tijdsinvestering, hoe meer de Bijbeltekst begrepen wordt. En hoe meer begrip, hoe vaker het spreken van God hoorbaar wordt. Dat klinkt maakbaar, maar uit dit onderzoek blijken deze verbanden.
Voor ouders is het goed om te weten dat jongeren die stoppen met Bijbellezen dit vaak op een scharnierpunt in hun leven doen: als ze van de basisschool of het voortgezet onderwijs af komen. Wees daar alert op. Als ze ineens ’s morgens vroeg hun bed uit moeten, kijk dan of het lukt om ’s avonds te lezen. Soms is digitaal lezen ook een oplossing, misschien in de bus naar school. Niet top, maar beter in de bus dan helemaal niet.”