De classis Delta van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) heeft de commissie opheffen gemeenten ingesteld. Die adviseert en ondersteunt kerkelijke gemeenten die met opheffen worden bedreigd. „In de classis zit een aantal gemeenten in de gevarenzone.”
De classis telt circa 165 gemeenten in Zeeland, Goeree-Overflakkee, Hoeksche Waard, Voorne-Putten en Rozenburg. Het breed moderamen van de classis Delta is eindverantwoordelijk voor de commissie. Classispredikant ds. A. van der Maas geeft een toelichting.
Waarom is voor deze naam gekozen?
„De classis zet zich al langer in voor kwetsbare gemeenten. Er is een commissie om gemeenten hulp te bieden bij het revitaliseren, maar soms lukt dat niet. In de classis zit een aantal gemeenten in de gevarenzone. De naam is heel direct, ja. Wij zijn er niet voor om een versluierende naam te gebruiken.”
Om hoeveel gemeenten in de gevarenzone gaat het?
„Van de ruim 160 gemeenten komen er 60 à 65 –dat is 40 procent– niet aan het vereiste aantal van zes kerkenraadsleden. Zo’n dertig gemeenten (20 procent) heeft meer dan tien kerkenraadsleden en een fulltime predikant en is dus gezond. De overige 40 procent zit er ergens tussenin. De meeste kleine gemeenten bevinden zich in het zuiden van de classis. Op dit moment zijn er twee gemeenten in gesprek met de commissie opheffen gemeenten. Mogelijk komen er in 2025 twee gemeenten bij.”
Zulke gemeenten kunnen misschien beter fuseren?
„Dat is inderdaad vaak een betere weg. Bij fusie wordt de gemeente niet opgeheven, maar gaat men samen met een andere gemeente. Een voorbeeld van een gefuseerde gemeente is de protestantse gemeente het Vierhuis, die in 2020 is gefuseerd, en bestaat uit de vroegere gemeenten Borssele, ’s Heer Arendskerke, Lewedorp en Nieuwdorp.
Een mooi voorbeeld van groeiende eensgezindheid is te vinden in Zeeuws-Vlaanderen. Sinds begin 2023 is de protestantse gemeente Philippine-Sas van Gent-Sluiskil een samenwerking aangegaan met de protestantse gemeente Hoek en zijn er gezamenlijke kerkdiensten in het kerkgebouw te Hoek. Beide gemeenten blijven voorlopig zelfstandig.
Het is echter niet altijd mogelijk om te fuseren, bijvoorbeeld als twee gemeenten heel verschillend zijn of niet willen samengaan. Het kan ook zijn dat de dichtstbijzijnde gemeente te ver weg is.”
Waarom is er een commissie nodig voor het opheffen van een gemeente?
„Als een gemeente heel klein wordt, is er weinig menskracht meer beschikbaar om die gemeente te leiden en ook om die op te heffen. Dat laatste moet zorgvuldig gebeuren en vereist heel wat deskundigheid. Zo moeten de schulden van de gemeente bekend zijn, moet bekeken worden wat er met de goederen gebeurt en moet er een goede regeling worden getroffen met de predikant of kerkelijk werker.
De commissie bestaat uit zes à zeven personen uit diverse geledingen van de kerk en met verstand van zaken op het gebied van de financiën, het pastoraat en juridische zaken. Ze maken een verslag, waarna de classis het besluit neemt tot al dan niet opheffen. Dat laatste is nog niet aan de orde geweest. Overigens neemt de classis ook het besluit om een gemeente te institueren. Dat is kortgeleden nog gebeurd met gemeenten in Serooskerke en Borssele.”
Waar moeten mensen naar de kerk als een gemeente is opgeheven?
„Ze kunnen uiteraard zelf kiezen wat ze doen. De classis maakt zich sterk voor huisgemeenten. Zo’n gemeente kan pas gesticht worden als de gewone gemeente opgeheven is. Een huisgemeente hoeft niet per se bijeen te komen in een huis. Men kan gebruikmaken van een kerkgebouw of bijvoorbeeld een dorpshuis. In een huisgemeente bestaan geen ambten en kan men zich richten op een beperkter aantal zaken. Hopelijk mag het Woord van God op deze manier dan toch voortgang hebben.”