De coronacrisis heeft ons bepaald bij de eindtijd. „We zijn geroepen om ons voor te bereiden en de Heere Jezus te verwachten. Heeft corona op dit punt vernieuwing en verdieping gebracht?”
Die vraag stelde dr. R. W. de Koeijer dinsdag in Putten op de jaarvergadering van de Gereformeerde Bond (GB) in de Protestantse Kerk in Nederland. De predikant uit Waddinxveen sprak over ”Volharding: noodzaak, gave en opgave”. In het onderwijs van de Heere Jezus heeft de volharding in het geloof onder meer te maken met „gevaarlijke en verleidende tegenkrachten in de eindtijd”, zo zei hij.
De predikant wees erop dat de Heere Jezus in Mattheüs 24 opwekt tot volharding vanwege toenemende verdrukking, en trok daarbij lijnen naar deze tijd. „Volharding betekent dat we blijven vasthouden aan Gods woorden, ook als het gaat over relaties en seksualiteit, en daarvan durven getuigen. Volharding is nodig omdat er steeds minder verdraagzaamheid zal zijn. Moed is er nodig, en ook vrijmoedigheid. Van vervolgde gelovigen kunnen we leren wat dit betekent.”
Dr. De Koeijer stond niet alleen stil bij zorg om „de moderne samenleving”, maar zei dat „ook een slag wordt gevoerd om óns hart.” Hij signaleerde dat christenen „maar al te gevoelig zijn geweest voor de welvaart en de huidige genotcultuur. We zijn te weinig vreemdelingen geweest en hebben te veel meegedaan met een levenspatroon waarin geld, huisvesting, kopen en verkopen evenals vakanties het leven bepalen.” Deze „materialistische instelling” heeft, aldus de predikant „ons christelijk getuigenis aangetast.”
Met een verwijzing naar de Hebreeënbrief plaatste dr. De Koeijer volharding ook in het licht van Christus’ wederkomst. Tegenover „rijke beloften” staan „indringende waarschuwingen dat niet volhouden uitmondt op de eeuwige verlorenheid.”
Hij zei dat deze Bijbelse waarschuwingen niet zijn bedoeld om mensen onzeker te maken. „Zoals Gods beloften gelovigen willen bemoedigen in de geestelijke loopbaan, zo bedoelen aansporingen en waarschuwingen je wakker te houden.” Daarbij wees hij ook op het belang van het gebed en de „voortdurende concentratie op de Heere Jezus Christus.”
Ambten
GB-voorzitter ds. J. A. W. Verhoeven noemde het in zijn openingswoord „dringend nodig” opnieuw te leren verstaan wat het ambt Bijbels gezien inhoudt. Hij wees erop dat Christus vanuit de hemel de ambten als een geschenk aan Zijn gemeente geeft. „Het ambt is bedoeld om de kerk te bewaren bij Christus.”
Dit wordt „door velen in de gemeente” niet goed verstaan, signaleerde de predikant. „Het ambt wordt gedevalueerd tot vrijwilligerswerk voor de kerk. Je moet er tijd voor hebben, het moet in te passen zijn in je agenda. Maar door God geroepen worden, betekent: ik moet het stuur van mijn leven in Zijn hand leggen. Hij voert de regie.”
De predikant onderstreepte dat het ambt verwijst naar Christus. „Dat gaat verloren wanneer we over het ambt spreken in termen van leiderschap. Dan komt het accent op de verkeerde plaats, bij de charismatische voorganger die met flair spreekt, de dingen origineel kan zeggen en een aantal competenties heeft.” Daarachter zit, aldus de predikant, „een tekort aan vertrouwen dat de Heere soeverein door Zijn Woord en Geest bekering werkt, dat Hij leven wekt in de dood.”
Een onjuiste visie op het ambt werkt door in de kijk op de kerk, zei de predikant. „Leiderschap leidt tot groepsdenken. Je bent immers leider over een bepaalde groep die je aan je weet te binden. Als het ambt niet functioneert zoals het is bedoeld, dan vervalt de kerk in groepen.” Het ambt dient echter geen groep, „maar heeft het geheel van de kerk op het oog”, aldus ds. Verhoeven.
Drs. P. J. Vergunst, algemeen secretaris van de Gereformeerde Bond, belichtte ontwikkelingen aan de theologische faculteiten. Hij signaleerde dat er de laatste jaren sprake is „van marginalisering van de gereformeerde theologie.” De vereisten om benoembaar te zijn aan een theologische faculteit zijn „erg hoog geworden”, merkte Vergunst op, „en de theologie is op vele plaatsen los gezogen van de kerk. Een aangrijpende realiteit.”
Contacten van het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond met de Protestantse Theologische Universiteit (PThU) staan in het kader van loyaliteit, die bij momenten „een kritisch tegenover” niet uitsluit. Vergunst maakte melding van de toezegging van de PThU dat er gerichte aandacht voor studenten zal komen. „Ook docenten met een andere kerkelijke kleur zullen oog en hart moeten hebben voor het denken van orthodoxe studenten.”