„Zien we uit naar Gods komst of zijn we ingedut, bezig met van alles zonder écht te verwachten?” Theoloog dr. P. Veerman sprak daar dinsdag over op de jaarvergadering van de Gereformeerde Bond.
In zijn openingswoord op de jaarvergadering in Putten sprak voorzitter ds. J.A.W. Verhoeven over het thema ”Gewoon hervormd”. Ds. Verhoeven: „Hoe ziet de Gereformeerde Bond de kerk? Dat is altijd al onduidelijk geweest. Binnen de bond was er altijd begrip en sympathie voor geestverwanten die van mening waren dat het in de kerk niet langer mogelijk was verantwoordelijk te dragen voor elkaar. Er is inderdaad genoeg aan te merken op de kerk. Maar het zit in het DNA van de Gereformeerde Bond dat je blijft en niet gaat. „Wie de kerk verlaat, neemt de schuld van de kerk mee”, zei dr. ir. J. van der Graaf, voormalig secretaris van de Gereformeerde Bond.”
Verval
Ds. Verhoeven citeerde ook ds. W.L. Tukker: „De bond is een vereniging, de kerk is van hogere orde. De kerk is van God, zij is van Christus, die het enige Hoofd en enige Stichter is. Zij stoelt in het verbond Gods en in de heilige doop en vooral krachtens belijdenis. Hoe ver ook de kerk van het dit ideaal af leeft, dit is haar wezen.” Volgens Verhoeven zijn de kerken van de Afscheiding en Doleantie dochterkerken. „Laat de PKN zich inspannen om een serieus gesprek met hen aan te gaan.”
De voorzitter van de GB trok de parallel met de tijd van Richteren: „Een ieder deed wat goed was in eigen ogen. Onze kerkelijk situatie is anders, maar misschien niet veel anders. U hebt mij verlaten, zegt God. Zijn oordeel staat vast. Hij verkoopt Zijn volk aan zeven volken. Wees ons genadig, roept het volk. God antwoordt niet. Laat de andere goden u verlossen. Maar het volk komt tot boete en berouw. Doe maar met ons zoals U wilt. Ze doen de vreemde goden weg. Een ware bekering. Het belangrijkste is er niet mee gezegd: toen werd de ziel van de Heere kort. Dat betekent dat je zwicht. Dominee G. Boer zei in die context: „Nog nooit heb ik de smart over het verval van de kerk dieper gelezen dan in de ogen van Christus. Het waren tranen waarin Zijn oneindige liefde te lezen stond”.”
Gebeden
Dr. P. Veerman, onderzoeker en docent praktische theologie aan de Theologische Universiteit Apeldoorn (TUA), sprak over het jaarthema ”Zie, Hij komt”.
In zijn gesprek met catechisanten signaleerde Veerman angst. Gaat de wereld kapot? Er zijn atoomwapens en milieuproblemen. Wat betekent dat dan voor een christen? Als het einde nabij is, wees dan nuchter in het gebed, stelt Petrus. Drie gebeden vragen de aandacht, aldus dr. Veerman.
„Het eerste gebed komt uit Psalm 130: „Mijn ziel verwacht de Heere”. Zo’n wachter op de stadsmuur staat er niet voor niets. Hij wacht op de nieuwe dag en hij waakt over de stad. Deze psalm is een gebed vanuit de crisis, uitziend naar Gods komst. Zien we uit naar Gods komst of zijn we ingedut, bezig met van alles zonder echt te verwachten? Psalm 130 tekent de gelovige als iemand die uitziet naar wat komen gaat.”
In de tweede bede –„Uw koninkrijk kome”– maakt duidelijk dat het geen vlucht is uit de wereld, zei dr. Veerman. „We zijn geroepen om vandaag te werken. De uitleg van de catechismus richt ons eerst op het hier en nu. Het gaat over de doorwerking van Woord en Geest. Uitzien betekent werken: bidden om Gods regering in ons leven.”
Het loopt alles uit op de derde bede: „Ja, kom, Heere Jezus”, zoals te lezen is in het laatste hoofdstuk van Openbaring, wees dr. Veerman. „Het boek Openbaring is geschreven in de crisis, uit de diepte van de verbanning en vervolging. Het jaarthema van de Gereformeerde Bond is aan deze woorden ontleend. De strijd duurt 1260 dagen, zegt het boek Openbaring. De Bijbel is geen puzzelboek op hoog niveau, lees het getal in het verband van de tekst: Hij komt, na een periode die te overzien is, ondanks vervolging en secularisatie. Johannes ziet het: het is gedaan met de macht van de duivel.”
René de Reuver, scriba van de Protestantse kerk in Nederland, sprak de jaarvergadering middels een videoboodschap toe.
Urgentie
Na de presentatie van het boek ”Eigendom van God. Onze relatie tot Israël, toegelicht voor een nieuwe generatie”, ving het middagprogramma aan met een toespraak van Asaf Pelled. Hij is Joods evangelist tussen kerk en synagoge en in dienst bij International Mission to Jewish People – voorheen Christian Witness to Israel. „Ik verwelkom Joden in de kerk van Jezus Christus. Jezus komt als Redder en Rechter. Dat is tegelijk mijn urgentie. Ik ga uit naar mijn volk om hen van de Messias te vertellen. Daar hangt hun leven en bestaan in het hiernamaals vanaf.”
Op straat in Amsterdam, Antwerpen en andere steden gaat hij met de Joden in gesprek over de Messias. „Het gaat niet alleen om de primaire ontmoeting. Het gaat ons om een droom, een visie, een verlangen om de hele gemeente te zien bloeien, verrijkt door het geloof van Joodse mensen.”
Het eerste contact heeft iets kwetsbaars, zei Pelled: „Ik vorm een gevaar voor zijn of haar manier van leven. Ik probeer in alle eenvoud kort iets over het Evangelie te vertellen. Ik verweef erin hoe ik een bijzondere ontmoeting met Yeshoeja heb gehad en hoe dat mijn leven op zijn kop heeft gezet. Het heeft mijn identiteit aangescherpt. Ik weet nu waar mijn Joodse identiteit om gaat. Om Gods volk over Hem te vertellen.”
Na die eerste ontmoetingen volgt de fase van vriendschap, schetste Pelled. „Als ik terug mag komen –vaak mag dat niet– dan is het zaadje geplant. En toch, als ik uitleg over de exclusiviteit van de Messias, dan blijft het spannend.
Over politiek en eindtijd spreekt Pelled niet met Joden. „Als dat naar voren komt in de prediking, zit er vaak een abstractie in. Bedenk hoe dat voelt als er Joodse mensen in uw kerk zijn. Met een of twee zinnen kunnen er dingen gezegd worden die een streep zetten door hun persoon. Wees u daar bewust van”, roept Pelled de predikanten op. „Tegelijk ben ik heel dankbaar voor alle liefde die ik ontvang en roep ik hier op tot gebed, voor het werk onder de Joden.”