Wedstrijden werden speciaal voor PJ verzet
Al sinds z’n elfde staan de topclubs voor hem in de rij. Pieter Jacob (roepnaam PJ) Hakvoort is een van dé basketbaltalenten van Nederland.
Gek is dat niet, aangezien hij op zijn dertiende de 1,90 meter al gepasseerd is. „Mensen denken vaak dat ik achttien ben”, zegt hij met licht Urker accent. En het einde van zijn groeispurt is nog lang niet in zicht, vertelt moeder Janneke. „De schooldokter voorspelde dat hij rond de 2,07 meter zal worden. Ik schrok me naar toen hij dat vertelde.”
Het begon allemaal rond z’n achtste. PJ, geadopteerd uit Amerika toen hij twee weken oud was, besluit zich „voor de lol” aan te melden bij de plaatselijke basketbalclub. Binnen twee jaar steekt hij wat betreft sprongkracht, lengte en talent boven zijn leeftijdsgenoten uit. „Tja, ik heb totaal geen verstand van sport en zie dat talent niet zo”, zegt Janneke lachend. „Maar iedereen is lovend over hem.” Scouts van andere clubs komen dan ook regelmatig bij zijn wedstrijden kijken.
Twee keer meldt de Zwolse profclub Landstede zich. Het gezin gaat het gesprek aan met de vereniging en legt op tafel wat hen dwarszit: de zondagsrust. Landstede is bereid een uitzondering voor het Urker basketbaltalent te maken; PJ mag op de doordeweekse dagen meetrainen en hoeft alleen de zaterdagse wedstrijden mee te spelen. Janneke: „Maar dat bleken jaarlijks maar twee wedstrijden te zijn. Dan voelt het toch een beetje alsof je voor spek en bonen meetraint.”
Uiteindelijk besluit PJ, in samenspraak met zijn ouders, niet op het aanbod in te gaan. Moeder Janneke heeft het er moeilijk mee. „Ik heb tot God geroepen om een antwoord. Ik zei: „U geeft mijn kind zo’n talent. Hij is nog jong en wij beslissen nu voor hem. Dat doet pijn. Doe ik het niet helemaal verkeerd?”” Janneke ervaart dat God haar rust geeft, onder meer doordat ze ’s avonds aan tafel lezen over de sabbatdag. „Die dag is voor God echt heilig en is niet voor niks ingesteld. Ook beloofden wij bij het doopvont Hem te volgen, ook bij dit soort beslissingen. Toen wist ik dat het de enige juiste keuze was.”
Tegelijkertijd doet ze PJ een belofte. „Als er ooit iets vergelijkbaars komt waarbij de zondag niet in het geding komt, dan gaan we daarvoor.” Niet veel later krijgt het gezin opeens een berichtje van trainer Mitchel van eredivisieclub Almere Pioniers. „Wij hadden hem nog nooit gesproken”, verduidelijkt PJ. „Maar hij had via via gehoord dat ik niet op zondag speelde en had met de andere clubs geregeld dat alle wedstrijden van Almere op zaterdag zouden zijn.”
Inmiddels is het team hard op weg om kampioen te worden. PJ levert daaraan een belangrijke bijdrage, vertelt zijn moeder. „Andere teams hebben inmiddels door welk talent hij heeft. Een paar willen nu alleen nog op zondag spelen, omdat hij dan niet mee kan doen.”
Met de meningen van anderen hebben Janneke en Albert het soms lastig. „De een zegt: „Doe toch niet zo moeilijk over die zondag. Hij heeft dat talent niet voor niets.” Een ander vindt juist dat hij niet zo veel met sport bezig moet zijn.” Janneke probeert er nuchter onder te blijven. „Ik ben allang blij dat hij lekker sport en geen hele dagen zit te gamen.”
Dagelijks is de tiener met zijn sport bezig. Toch haalt hij volgens zijn moeder goede cijfers en slaat hij geen catechisatieles over. „Gewoon goed plannen en je huiswerk in een tussenuur maken”, merkt PJ op. Janneke: „Voor ons gaan school en kerk voor sport. Dus zijn cijfers mogen er niet onder lijden. En op biddag bijvoorbeeld, slaan we de training over.”
Wat de toekomst brengt, weten moeder en zoon niet. „Misschien zijn er volgend jaar wel meer wedstrijden op zondag”, zegt PJ. „Dat zien we dan wel weer”, antwoordt Janneke. „Voor nu leven we bij de dag en danken we God voor deze mooie kans die je bij Almere krijgt.”