Van een rondje fietsen naar sportverdwazing: waar zit de balans bij (top)sport?
Bewegen is belangrijk, daar is iedereen het wel over eens. Maar topsport blijft bezwaarlijk voor behoudende christenen. Waar zit het kantelpunt tussen een rondje fietsen en sportverdwazing?
Frankrijk is deze zomer gastheer van de Olympische Spelen. Voor het Franse Bijbelgenootschap ABF aanleiding om sport als hoofdthema te kiezen van de Maand van de Bijbel. Samen met meer dan 200 boekhandels door het hele land gaf het genootschap in maart met posters, tijdschriften en etalages vol Bijbelvertalingen extra aandacht aan het meest gelezen boek ter wereld. „Een kans voor de Bijbel om te schitteren te midden van alle drukte van de voorbereidingen op de Spelen”, aldus de ABF.
In zijn eerste brief aan de gemeente van Korinthe vergelijkt Paulus christenen met hardlopers. Zoals in 1 Korinthe 9:24: „Weet gijlieden niet dat die in de loopbaan lopen, allen wel lopen, maar dat één de prijs ontvangt? Loopt alzo, dat gij die moogt verkrijgen.” En in Hebreeën 12:1 schrijft hij: „Laat ons afleggen alle last en de zonde die ons lichtelijk omringt, en laat ons met lijdzaamheid lopen de loopbaan die ons voorgesteld is.”
In 1 Timotheüs 4 plaatst hij wel een belangrijke kanttekening. „Want de lichamelijke oefening is tot weinig nut, maar de godzaligheid is tot alle dingen nut.”
Met deze woorden veroordeelt hij sport niet direct uitvoerig, maar wijst hij erop dat de balans moet doorslaan naar het geestelijk leven. Paulus maakt er een geestelijke les van: stel je wel de juiste prioriteiten in het leven? En daarvoor moet je bij jezelf te rade gaan, zoals journalist Robert van der Stelt in het artikel op de pagina’s hiervoor ook doet. Waar leg je de focus als christen? Ook de sporters die hierna aan het woord komen –een basketballer, twee schaatsers en nog een hardloper– hebben nagedacht over hun rol als christelijke sporters. Ze gebruiken hun talent, maar maken als behoudende christenen ook principiële keuzes.
Gezondheid
Er zijn dus zeker grenzen te trekken als het gaat om sport. Allereerst is er een verschil tussen lichaamsbeweging en topsport. Iedereen die weleens een rondje hardloopt, op de fiets stapt of de schaatsen aantrekt zal het herkennen: lichaamsbeweging werkt helend. Uit onderzoek blijkt ook dat beweging positieve emoties oplevert omdat neurotransmitters als endorfine en serotonine in het lichaam toenemen. Endorfine gaat de pijnprikkels in het lichaam tegen en geeft een plezierig gevoel. Serotonine speelt ook een rol bij pijnprikkels en heeft invloed op geheugen, stemming en zelfvertrouwen.
Bovendien werkt sport preventief. Artsen adviseren niet voor niets vaak: ga bewegen, al is het maar een halfuurtje wandelen per dag. Sporten zorgt voor een betere conditie, meer spierkracht en een goede nachtrust. En hoewel het geen garantie geeft op een goede gezondheid, verkleint het wel het risico op aandoeningen als hart- en vaatziekten, obesitas en beroertes. Bovendien helpt het kinderen om hun motorische vaardigheden te ontwikkelen. De Gezondheidsraad adviseert kinderen van 4 tot 18 jaar om elke dag minstens een uur aan „matig intensieve inspanning” te doen. Zeker nu uit onderzoek blijkt dat de helft van de Nederlandse kinderen veel te weinig beweegt, omdat ze te veel achter schermen zitten.
Bewegen helpt ook bij gezonde teamvorming. „In spel, actief bezig zijn, competitie, omgaan met elkaar in een team en het verleggen van grenzen komt veel los”, zei gymdocent Paul van Meijeren in 2023 in een interview met vakblad De Reformatorische School. „Waarden als samenwerking en naastenliefde kunnen in de gymles goed in beeld komen.”
Zondagsrust
Zodra een te groot deel van je tijd opgaat aan sport, slaat de balans verkeerd door. Om echt goed te worden, moet een sporter veel andere waardevolle bezigheden opzijzetten. Bovendien is sport al snel ik-gericht; dat wringt met de christelijke waarde van zelfverloochening. Lichamelijke beweging is gezond, maar je lichaam tot het uiterste drijven, dat is niet wat God van een mens vraagt. Zoals Paulus schrijft in 1 Korinthe 6:19: „Of weet gij niet dat ulieder lichaam een tempel is van de Heilige Geest, Die in u is, Die gij van God hebt, en dat gij uws zelfs niet zijt?”
Daarnaast: veel sportwedstrijden vinden op zondag plaats. Dat botst met wat de Bijbel van christenen vraagt. Gods Woord en de belijdenisgeschriften zijn duidelijk over de invulling van de rustdag. God gaf regels en wetten om mensen tegen zichzelf te beschermen. In zes dagen schiep Hij de hemel en de aarde, op de zevende rustte Hij en die dag heiligde Hij. Voor reformatorische christenen is die dag de zondag.
In vraag en antwoord 103 van de Heidelbergse Catechismus staat waarom die zondag belangrijk is: het is een dag waarop een christen naar de gemeente van God komt om Zijn Woord te horen, de sacramenten te gebruiken, God aan te roepen, de armen te helpen.
De Kleine Catechismus van Westminster, dé catechismus in de Angelsaksische wereld, zegt hierover in antwoord 60: „De sabbat moet geheiligd worden door heel die dag heilig te rusten, zelfs van de wereldlijke werkzaamheden en ontspanning die op andere dagen geoorloofd zijn, en door die tijd te besteden aan openbare en private beoefening van de verering van God, behalve voor zover die door werken van noodzakelijkheid of barmhartigheid in beslag genomen wordt.”
Als goden
Het grote belang van de verering van God: daar zit een volgend kernpunt, en daar schuilt een volgend cruciaal bezwaar. Hem komt alle eer toe – niet de mens. In topsport worden mensen haast als goden vereerd, voetbal wordt wel „een nieuwe religie” genoemd.
„Mensen trekken op zondag naar hun voetbaltempel om hun onvoorwaardelijke steun te betuigen aan iets wat groter is dan henzelf”, was de boodschap rond het wereldkampioenschap voetbal van 2022 in De Ongelooflijke Podcast. „Het is een soort massaal beleefd iets, het bindt samen, het heeft een bepaalde ritualisering en er komen ook steeds nieuwe dingen bij. Het is een levende traditie”, zei theoloog Stefan Paas in de podcast.
In zijn bekende boek ”Christen-zijn in het dagelijks leven” schrijft de anglicaanse bisschop J.C. Ryle (1816-1900) het volgende over sport: „Er zijn honderden dingen die goed zijn als er een gematigd gebruik van gemaakt wordt, maar ze worden slecht als ze overdreven worden. (…) Staan die dingen in de weg bij persoonlijke godsdienst? Worden gedachten en aandacht er te veel door in beslag genomen? In al dit soort dingen gaat het om de mate waarin ze bedreven worden. (…) Over dit soort dingen moeten christenen echter voorzichtig in hun oordeel zijn en niet te snel hun mening geven. Het is goedkoop en nogal gemakkelijk om de dingen die anderen doen te veroordelen, die we zelf niet kunnen doen en waarvan we zelf niet kunnen genieten. Maar één ding is ongetwijfeld waar: alle overdrijving is zondig.”