Westen verliest invloed in Afrika; Rusland profiteert
Ruim twee weken geleden maakte Niger bekend de militaire samenwerking met de VS te beëindigen; in december vorig jaar vertrokken de laatste Franse troepen uit het land. De westerse invloed in Afrika lijkt te tanen. Rusland profiteert.
De Franse president Emmanuel Macron kondigde in september 2023 aan zijn troepen —zo’n 1500 in totaal— uit Niger terug te trekken. Het besluit volgde op de eis van de junta, die de voormalige Franse kolonie sinds de staatsgreep in juli 2023 bestuurt. De coupplegers stelden dat ze de door Parijs gesteunde burgerregering onder leiding van president Mohamed Bazoum aan de kant hadden geschoven vanwege „de achteruitgang van de veiligheidssituatie”.
Voor Macron is de gedwongen terugtrekking een enorme blamage: het is de derde keer in minder dan 18 maanden tijd dat Franse troepen weggestuurd worden uit een land in de Sahel, een strook in Afrika die loopt van het westen naar het oosten van het continent. Begin 2023 kondigde de Franse president nog „een nieuw tijdperk” aan in de relatie met Afrika.
Verlies
Vorige maand maakte Niger bekend dat het ook zijn militaire samenwerkingsovereenkomst met de VS intrekt, waardoor zo’n duizend militairen het land moeten verlaten. „De Amerikaanse aanwezigheid op het grondgebied van de Republiek Niger is illegaal”, zei de militaire woordvoerder van Niger, kolonel Amadou Abdramane, op de nationale televisie.
Voor de VS betekent het einde van het pact een groot verlies. Veel van de in Niger gestationeerde Amerikanen zijn gelegerd op de Niger Air Base 201, een van de grootste dronefaciliteiten die de VS in Afrika hebben. De basis wordt sinds 2018 gebruikt om jihadistische bewegingen in de Sahel aan te vallen.
Westerse regeringen hebben nagelaten nauw samen te werken met Afrikaanse regeringen en de burgerbevolking
El Hadj Djitteye, directeur van het Timboektoe Centrum voor Strategische Studies over de Sahel, een denktank in Mali, stelt tegenover The New York Times dat het Westen de situatie over zichzelf afgeroepen heeft. „Westerse regeringen hebben nagelaten nauw samen te werken met Afrikaanse regeringen en de burgerbevolking op het gebied van economische en militaire samenwerking. Dat heeft het wijdverbreide idee gevoed dat hun aanwezigheid in de regio een uitbreiding is van het oude koloniale patroon, waarbij koloniale belangen op de eerste plaats komen en Afrikaanse belangen op een verre tweede plaats.”
Al-Qaida
Voor jihadistische groeperingen zijn de staatsgrepen in de Sahel „goed nieuws”, zegt Ibrahim Yahaya, senior analist bij de denktank International Crisis Group, tegen persbureau Reuters. „De steun van internationale troepen en de stabiliteit in de regio is nu weg. Dat biedt hun kansen.” De junta’s slagen er niet in de opmars van het jihadisme te stoppen en er vinden met regelmaat bloedige aanslagen plaats.
Vooral in Mali en Burkina Faso —landen die eveneens door junta’s overgenomen zijn— rukken islamitische strijders op. Maar ook in Niger, Benin en Togo zijn steeds vaker jihadisten, die deel uitmaken van onder meer Islamitische Staat in de Grote Sahara en Jama’at Nusrat al-Islam wal-Muslimin, dat banden heeft met Al-Qaida, actief. De vrees bestaat dat het de opmaat is voor een beweging nog verder naar het zuiden van het continent.
Behalve het jihadisme, floreert ook Rusland in de onrustige regio. Het land lijkt het vacuüm dat is ontstaan op te vullen. Aanvankelijk was het de Wagnergroep —die lange tijd onder leiding stond van Jevgeni Prigozjin, maar haar wapens kreeg van het Russische leger— die ervoor zorgde dat Rusland vaste voet aan de grond kreeg in Afrika.
Een dag na de staatsgreep in Niger bood Prigozjin op Telegram aan duizend strijders te sturen, die zouden helpen om „de kolonialisten eruit te trappen”. Diezelfde dag vond in Sint-Petersburg de Rusland-Afrikatop plaats. Poetin kondigde aan dat hij binnen enkele maanden gratis graan zou kunnen leveren aan zes Afrikaanse landen. De top werd door experts dan ook gezien als een poging om Ruslands invloed in Afrika uit te breiden, ten nadele van het Westen.
Bodemschatten
De dood van Prigozjin in augustus vorig jaar bood Poetin de kans meer grip op de Wagnergroep te krijgen. Dat deed hij door de paramilitaire strijders een eed van trouw af te laten leggen aan Rusland. Inmiddels lijkt de groep vervangen door het in december opgerichte Afrikakorps onder bevel van de Russische onderminister van Defensie Yunus-bek Yevkurov. Het korps bestaat uit vrijwilligers, voormalig Wagnerstrijders en plaatselijke huurlingen.
We willen dat de Russen komen; we wachten vol ongeduld op hen
In januari van dit jaar meldde het Russische ministerie van Defensie dat Rusland en Niger overeengekomen zijn de militaire samenwerking uit te breiden. Vanuit de Nigerese bevolking lijkt dat te worden gesteund. „We willen dat de Russen komen”, zei Maria Saley, een activiste in de Nigerese hoofdstad Niamey tegen The Washington Post. „We wachten vol ongeduld op hen.”
De krant meldt dat er sinds begin dit jaar ook in Burkina Faso meer dan honderd Russische soldaten van het Afrikakorps zijn aangekomen; in Mali zouden zelfs meer dan duizend strijders actief zijn.
Voor Poetin biedt het Afrikakorps niet alleen de mogelijkheid zijn militaire macht in de Sahel uit te breiden, maar geeft de Russische aanwezigheid ook toegang tot bodemschatten als goud, uranium, lithium en diamanten. Het Westen kan niet anders dan met lede ogen toekijken.