De ‘Guido de Brès’ is geen luis in de pels van de SGP, wel een waakhond
Uitleggen waar de SGP voor staat. Dat is het dagelijks bestaan van Jan Schippers, directeur van het Wetenschappelijk Instituut (WI) van de SGP, dat volgende week vijftig jaar bestaat. „Nergens heeft Guido de Brès willen beklemtonen dat de overheid moslims moet uitroeien.”
„Stukken schrijven en preekjes houden.” Zo typeert SGP’er Jan Schippers zijn bezigheden het liefst. De staatkundig econoom is directeur van het Wetenschappelijk Instituut (WI) voor de partij dat deze maand een halve eeuw bestaat.
Het instituut begon als de Stichting Studie- en Voorlichtingscentrum van de Staatkundig Gereformeerde Partij met als een van de doelen het toerusten van raadsleden. Mede doorslaggevend was het beschikbaar komen van een landelijke subsidieregeling –iets waar de SGP-fractie in de Tweede Kamer kort daarvoor overigens tegen had gestemd. Door veranderende regels moesten de studie- en de voorlichtingsfunctie in 1977 worden gesplitst. Zo ontstond het studiecentrum. In 1992 vernoemde de stichting zich naar de Waalse theoloog Guido de Brès; bekend als de opsteller van de Nederlandse Geloofsbelijdenis.
De belangrijkste taken van Schippers, die sinds 2006 aan het roer staat van de denktank, zijn het uitbrengen van het WI-blad Zicht dat vier keer per jaar verschijnt. Daarnaast publiceert het WI onder zijn regie ook veelvuldig nota’s. „Ja, ik zit veel op m’n studeerkamer”, beaamt Schippers, „maar van tijd tot tijd trek ik er ook graag op uit naar de afdelingen van de partij.”
Bent u op de burelen van de SGP-Tweede Kamerfractie ook een graag geziene gast?
„Jazeker! Kijk, tijdens verkiezingscampagnes lopen de zenuwen natuurlijk op, ook daar. Dan krijg ik wel eens te horen: „Jan, nu even niet”. Ze leggen me dan graag even aan de ketting. Maar over het algemeen is de band heel plezierig, heel goed. Toen Chris Stoffer net Kamerlid was, kwam hij hier al snel even buurten. Toen heb ik het probleem van de naderende energiearmoede op zijn bord gelegd. Sindsdien benadrukt de fractie wel heel sterk dat de energietransitie betaalbaar moet zijn. Zozeer dat ik onlangs zei: Benoem nu ook maar weer eens dat de vergroening prima is, maar niet te snel moet gaan, want als iedereen de zelf opgewekte stroom ook op het net wil aansluiten, raakt dat overbelast. Dat zien we nu en dat gaat zwaar ten koste van het draagvlak voor de vergroening.
Maar ja, ik heb in zekere zin makkelijk praten, want als je in de politiek wil doorkomen, is het nu eenmaal belangrijk dat je focust op één punt.”
Hoe positioneert u het WI na 50 jaar het liefst? Als een luis in de pels?
„Nee, dat is over de top. De rol van het WI is eerder die van een waakhond. Wij gaan blaffen als het reformatorische gedachtegoed in de knel komt. Onze opdracht is het bewaken van de Bijbelse beginselen van de partij.”
Hoe onafhankelijk is het WI?
„Bij de oprichting is bepaald dat de pennenvruchten van het WI niet mogen ingaan tegen de SGP-beginselen. Om die reden moesten alle publicaties vooraf worden geautoriseerd door het hoofdbestuur. Dat stelde zich overigens wat passief op en keek amper naar onze nota’s om. In 2008 kostte het me weinig moeite om toenmalig partijvoorzitter Wim Kolijn ervan te overtuigen dat we die autorisatie-eis maar beter konden schrappen. Voor mij was dat een kwestie van zuiverheid tegenover het rijk. Dat stelt als subsidieverstrekker namelijk als voorwaarde dat een wetenschappelijk instituut een zelfstandige positie moet hebben ten opzichte van het partijbestuur.”
Hoeveel jonge SGP’ers weten nog wie Guido de Brès was?
„Dat aantal mag best omhoog. Het is namelijk fenomenaal wat De Brès in zijn relatief korte leven heeft gedaan. Voor mij is dat vooral gaan leven in 2022, zijn 500ste geboortejaar. De Brès bekeerde zich tot het protestantse geloof toen hij 25 jaar was. Binnen 8 jaar publiceerde hij vervolgens zijn eerste boek, ”De staf van het christelijk geloof”. Het is een apologetisch werk, vol met citaten van kerkvaders. Met het boek wilde hij de jonge gelovigen van die tijd die in aanraking kwamen met de inquisitie argumenten aanreiken, waarmee ze de beschuldiging dat zij waren afgeweken van de leer van de katholieke kerk konden weerleggen.
In de nacht van 1 op 2 november 1561 gooide hij een pakketje met daarin een exemplaar van de Geloofsbelijdenis over de muur van kasteel Doornik, met een brief aan koning Filips II. Die gebeurtenis is verwerkt in ons logo en dat past perfect bij onze missie. Onze publicaties zijn pakketjes met een boodschap vanuit het gereformeerd belijden, gericht aan politici.”
Artikel 1 van het beginselprogramma van de SGP beklemtoont dat de partij artikel 36 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis onverkort wil handhaven. Zou het helpen tegen de negatieve beeldvorming als het WI er in volgende nota voor pleit dat artikel aan te passen?
„Wat in elk geval zou helpen is als iedereen, SGP’er of niet, het artikel op een correcte manier zou duiden, namelijk vanuit de scholastieke argumentatiestructuur waarmee het is opgesteld. Je moet het artikel lezen vanuit de hoofdzin: onze goede God wil geen chaos in de wereld, maar orde. Daarom is de overheid ingesteld. Het artikel loopt uit op de verwerping van het religieuze anarchisme. De Brès heeft zijn hele leven lang opgeroepen de overheid gehoorzaam te zijn. Die oproep vormt ook het raamwerk om dit geloofsartikel.
Vervolgens benoemt De Brès niet vier taken voor de overheid, zoals vaak wordt gedacht, maar twee: het handhaven van de orde en het beschermen van dienst van de kerk aan de samenleving. De andere twee taken waar het in dit artikel om gaat, zijn voor christenen: belasting betalen en bidden voor de overheid. De 21 woorden, waaronder „het weren en uitroeien van valse godsdiensten”, die volgen op het noemen van de twee overheidstaken, omschrijven het doel daarvan: door de verkondiging van het Evangelie moet afgoderij worden bestreden en zal God door een ieder worden geëerd. Nergens in het artikel heeft De Brès dus willen uitdragen dat de overheid wederdopers moet uitroeien, laat staan rooms-katholieken of moslims. Dat is echt een enorme misvatting.”
Het is geen geheim dat het standpunt dat de SGP sinds 2016 uitdraagt over godsdienstvrijheid altijd al uw persoonlijk standpunt is geweest. Kan de directeur van een WI zijn stempel op een partij drukken als hij maar lang genoeg voet bij stuk houdt?
„In de WI-nota ”Gerechtigheid verhoogt een volk” uit 2016 zetten wij inderdaad uiteen dat het omarmen van de godsdienstvrijheid niet onverenigbaar is met het gedachtengoed van de SGP. Niet iedereen in de partij was en is het daar inderdaad mee eens, maar bij het overtuigen van het hoofdbestuur hebben juristen uit onze eigen achterban een veel belangrijker rol gespeeld dan ik. Ik herinner me een bijeenkomst waarop iemand de onderwijsvrijheid omschreef als godsdienstvrijheid voor kinderen. Hij zei: „We kunnen ons alleen beroepen op die vrijheid voor onze scholen als we het beginsel als zodanig verdedigen. Dus waarom doen we dat bij onderwijsvrijheid wel en bij godsdienstvrijheid niet?” Toen hoorde ik bij wijze van spreken het kwartje vallen.”
Hoe groot was het aandeel van oud-partijleider Van der Vlies in deze bezinning?
„Wat maar weinig mensen weten is hoe aangeslagen Bas was toen zijn goede vriend Gerrit Zalm van de VVD afzag van een coalitie met ChristenUnie en SGP en in plaats van die twee koos voor D66. In een brief aan het hoofdbestuur heeft Van der Vlies toen uiteengezet wat daarvan de oorzaak was. Een coalitie met de SGP kon Zalm niet aan zijn achterban verkopen vanwege haar opvattingen over theocratie én het vrouwenstandpunt van de partij. Veel mensen identificeerden het begrip theocratie met het islamitische regime in Iran; precies het omgekeerde van wat de SGP altijd heeft voorgestaan. Wij willen geen heerschappij van ayatollahs; of ze nu seculier zijn, refo of moslimfundamentalist. De strijd tegen de heerschappij van de rooms-katholieke kerk en haar priesters was al een speerpunt van de reformatoren. Als het aan Van der Vlies had gelegen, hadden we de term theocratie meteen uit ons vocabulaire geschrapt. Uiteindelijk is daartoe besloten, vanwege de misinterpretaties. Tegelijk blijven we vasthouden aan de overtuiging dat God regeert.”
Na de uitspraak van de Hoge Raad van 2012 staat het licht om vrouwen op SGP-kieslijsten te plaatsen in het huishoudelijk reglement formeel op groen. Maar in het beginselprogramma staat dat het kiesrecht vrouwen niet toekomt. Hoe moet de partij met die spanning omgaan?
„Daarover heeft het WI nog nooit een officieel standpunt uitgebracht, dus alles wat ik daar over zeg, zeg ik op persoonlijke titel. Misschien verschijnt er over tien jaar weer zo’n nota als ”Gerechtigheid verhoogt een volk”, maar dan ten aanzien van het vrouwenstandpunt. De verantwoordelijkheid om uit deze impasse te komen ligt in elk geval niet bij het WI, maar bij het hoofdbestuur.
Vlieg je het vraagstuk wat breder aan, dan zou ik zeggen: lees het beginselprogramma nog eens goed. Daar wordt het organisch kiesrecht als uitgangspunt benoemd. Nu weet ik wel dat dit begon als een slimme zet van Abraham Kuyper. Die kon niet leven met het algemeen kiesrecht van de socialisten, maar ook niet met het liberale censuskiesrecht. Zijn oplossing was: een stelsel, waarbij één iemand die het gezin vertegenwoordigt, stemt.
Toen in 1921 het vrouwenkiesrecht er toch kwam, heeft de SGP vrij abrupt de wissel genomen van het individueel mannenkiesrecht. Achteraf bezien is dat heel merkwaardig. Het verzet tegen het individueel vrouwenkiesrecht werd zo hét kenmerk van de partij, terwijl het verzet tegen het individueel mannenkiesrecht zomaar bij het grofvuil werd gezet. Dat is destijds stilzwijgend gebeurd, zonder principiële bezinning. En met die onbevredigende erfenis worstelen we nu al decennia. Met een lach: „Misschien schrijf ik ooit nog een artikel waarin ik ervoor pleit om een volksvergadering als uitgangspunt te nemen voor een nieuw te vormen kiesstelsel. Net zoals in het oude Israël; met mannen, vrouwen en kinderen erbij.”
Hoe moet de SGP omgaan met de spanningen tussen de groene en de conservatieve flank?
„Groen beleid zie ik als conservatief beleid. Lees ”De perfectie van de techniek” van de conservatieve Duitse denker Friedrich Jünger uit 1939. Dat is één grote bekritisering van het opschalen van de productie en de massaconsumptie. Is dat progressief? Mij lijkt juist dat dit prima aansluit bij de ethiek van de kleine luyden, van de SGP’ers die in hun opvoeding hebben meegekregen dat je zuinig op je spullen moet zijn, niets moet verspillen en geen eten moet weggooien. Ik zou zeggen: Laten we eens met een club creatieve denkers om tafel gaan om bijvoorbeeld na te gaan hoe we de trend kunnen keren dat auto’s almaar groter en zwaarder worden en daardoor nauwelijks zuiniger zijn dan in de jaren ‘80. Persoonlijk zie ik wel wat in een SUV-taks, waarbij je de belasting opvoert naarmate het totaalgewicht per aantal zitplaatsen van de auto hoger is.”
Zou u de SGP willen betitelen als een conservatieve partij?
„Als je daaraan vooraf laat gaan dat ze eerst en vooral protestants-christelijk is, vind ik dat prima. Ik zeg er alleen wel eens ondeugend bij: als je echt christelijk bent, dan ben je ook progressief. Een christen strekt zich uit naar hetgeen voor hem ligt. Daar past streven naar restauratie van het verleden niet goed bij. Want dan beklaag je je eigenlijk tegenover God dat de tijd waarin Hij jou geboren liet worden je niet bevalt. Dat gaat in tegen de draad van de geschiedenis, waarin Gods trouw steeds dezelfde is. Daarom past het een christen niet om alleen maar rechts en conservatief te zijn. Voor een Bijbelse visie hoor je op sommige punten wat links en progressief te zijn. Knokken voor kwetsbaren bijvoorbeeld, dat zit in mijn optiek ook helemaal in het DNA van de SGP.”