Van benzine naar batterij: hoe Peter-Jan Schouten klassieke auto's verjongt
Hoe wordt een pruttelende T-Ford fluisterstil en ongewoon snel? Simpel. Door de oude aandrijflijn te vervangen door een elektrische met 122 pk. EV Europe timmert aan de weg met kant-en-klare ombouwpakketten voor oldtimers en andere brandstofauto’s.
Een snerpende slijptol heet de bezoeker van harte welkom in de loods van EV Europe. Hier werken mannen en vrouwen aan de ombouw van auto’s. Brandstofauto’s krijgen een 100 procent elektrische aandrijving. Een medewerker sleutelt aan een elektromotor in een Toyota Hilux pick-up die weer terug naar Bonaire moet. In een kantoortje rekenen en tekenen engineers aan de beste elektrische oplossing voor de verschillende autotypes.
„Ik heb elf jaar geleden mijn bedrijf verkocht”, steekt directeur-eigenaar en oprichter Peter-Jan Schouten van wal. „Ik had een elektrotechnisch assemblagebedrijf. Ik had het op den duur drukker met mijn zestig werknemers dan met mijn vak. Toen er iemand kwam die de boel wilde overnemen, zei ik al gauw ja. Maar daarna? Toen dacht ik: wat nu? Ik hoefde niet meer te werken voor mijn inkomen.”
Tijdens wat surfen op internet stuit Schouten bij toeval op een bedrijf in San Franscisco dat oldtimers ombouwt tot elektrische auto’s. „Ik ben me daar wat in gaan verdiepen.” Het idee spreekt Schouten aan en hij stapt op het vliegtuig naar de VS. Bij dat bedrijf staat een omgebouwde klassieker, een Volkswagen Karmann Ghia. „Ik stapte in en dacht: wauw, dit is het. Dat ga ik ook doen.”
Schouten koopt in 2016 in Delft een pand aan de Teslaweg. Opmerkelijk? „Nou, dat is toeval.” Aan klandizie heeft hij geen gebrek en hij neemt al gauw een monteur in dienst.
De onderdelen voor de ombouw betrekt hij bij Vincent Heinsdijk, die vier dagen een baan heeft in een machinefabriek en daarnaast een webshop runt in onderdelen voor elektrische auto’s. „Hij wist wat hij verkocht”, stelt Schouten, „want hij had zijn eigen auto geëlektrificeerd. Dat was een Smart Roadster. En daarmee was hij een van de eerste Nederlanders die hun eigen auto ombouwden naar een elektrische.” In 2018 fuseren beide bedrijven tot EV Europe.
Blauwe walm
Schouten doet graag iets met oldtimers. „Daar zit beleving in. Elektrisch rijden vind ik technisch interessant. Dat is natuurlijk echt iets van deze tijd. Mensen willen graag iets doen met duurzaamheid en niet met zo’n blauwe walm uit de uitlaat blijven rondrijden. Al denken puristen daar weer anders over.”
De zaken lopen goed, vervolgt de Delftenaar. „We zitten voor meer dan een jaar vol. Inmiddels hebben we klanten doorverwezen naar een paar collega-garagebedrijven.”
EV Europe ontwikkelde een eigen ombouwset. Dit is door keuringsinstituut Kiwa getest op elektromagnetische straling. En de set voldoet aan de norm. Van de motor zijn twee varianten leverbaar: eentje met 122 pk en eentje met 244 pk. Op de website biedt het bedrijf kant-en-klare ombouwsets aan voor Volkswagen Kevers en busjes, Porsches, maar ook voor klassieke Renaults en Citroëns.
Klanten voor de ombouwsets wonen over de hele wereld. „Bijna alle verkoop verloopt via onze website. We hebben bijvoorbeeld drie kits verkocht aan een mijnbouwbedrijf in Zuid-Afrika. Voor Toyota Hilux pick-ups die daar in de mijnen rondrijden. Deze drie rijden er nu een paar maanden op proef. Tot nu toe probleemloos. Maar ze willen er uiteindelijk 200 elektrisch maken. Dat zou een mooie opdracht kunnen opleveren.”
Woon-werkverkeer
Schouten stelt in het voorgesprek met een klant twee simpele vragen: „Welk vermogen wil je en welke afstand wil je op één acculading kunnen afleggen? De sets met de 122 pk-motor zijn het meest gangbaar. Verder wil de een alleen korte ritjes maken, de ander wil de omgebouwde auto gebruiken voor woon-werkverkeer. En dat maakt nogal uit voor de accucapaciteit. Sinds kort bieden wij ook snelladen aan. Dan hoeft de accu weer minder groot te zijn.”
Tot op zekere hoogte is het „one size fits all”, vervolgt de directeur. Het verschil tussen al die kits zit hem in de passtukken voor de aansluiting van de motor op de versnellingsbak; die is voor elk autotype weer anders. „Als we aan de slag moeten met een auto die we nog nooit hebben gedaan, scannen we eerst de versnellingsbak in 3D. Op basis van die digitale informatie maken we de passtukken op maat.”
De versnellingsbak blijft meestal gewoon zitten; dat is de goedkoopste oplossing. „Anders moeten we er een reductiebak inbouwen die de draaisnelheid van de elektromotor vertraagt en we moeten de aandrijfas verlengen. En dat drijft de prijs op. De meeste klanten laten hun auto trouwens altijd in de derde versnelling staan. Die voldoet om elke gewenste snelheid te bereiken. Vooruit en achteruit regelen ze met een knopje op het dashboard.”
Het ombouwen van een auto begint heel simpel: de auto gaat op de brug. Een monteur verwijdert de motor, de uitlaat en de benzinetank. In de motorruimte bouwt hij de elektromotor in samen met de accu’s. Schouten loopt naar een Mercedes 300 SL, waar een crème-grijs cilindervormig blok is te zien, half weggewerkt onder de auto. „Hier zie je de motor zitten. Deze is 240 pk.” De motorruimte is nog vrijwel leeg. „De elektromotor weegt compleet 75 kilogram. Dus in de neus moet extra gewicht komen. Daarom plaatsen we de accu’s ook onder de motorkap.”
Een ombouw kost ongeveer 100 tot 150 manuren aan arbeid. Hoe meer klanten willen aanpassen, hoe meer tijd erin gaat zitten. In de praktijk kost het ombouwtraject als geheel vaak vier tot zes maanden. „Vaak bouwen we hier auto’s om die nog niet eerder zijn gedaan. Dan moeten we de passtukken en accubakken apart ontwerpen en de motorsteunen aanbrengen”, verklaart Schouten.
Is de auto klaar? Dan komt een keurmeester van de Rijksdienst voor Wegverkeer (RDW) naar Delft om de auto te controleren. „Elke auto die hier weggaat, is goedgekeurd voor de openbare weg. We bieden onze klanten die de ombouw zelf uitvoeren ook de mogelijkheid om hem hier te laten keuren. Dan lopen wij de hele installatie vooraf nog even na.”
Studenten
De klantenkring van EV Europe is nogal gevarieerd. „We hebben klanten die als student rondtoerden in een oude VW Kever of in een lelijke eend. Ze vinden het leuk om erin te rijden. Maar zelf zo’n auto onderhouden, zien ze niet zitten. Ze zijn geen sleutelaar; en dat is bij zulke oude auto’s eigenlijk wel een must. Maar als je die elektrisch maakt, kun je er wel weer heel lang mee doen, terwijl ze weinig onderhoud meer nodig hebben.”
Terwijl sommigen van het sleutelwerk en het dure onderhoud af willen, hebben anderen een totaal andere beweegreden om hun auto te laten ombouwen. In de werkplaats staat een witte Landrover Defender. De motor is eruit. „Op het dak komen zestien zonnepanelen. Deze auto is voor een consultant in duurzaamheid. Zij wil daarmee door Afrika gaan rijden. Om te bewijzen dat rijden op zonnepanelen kan.”
Andere klanten zijn bedrijven en gemeenten die hun bestaande wagenpark laten ombouwen. „Zo hebben we drie jaar geleden voor de gemeente Leidschendam elf VW Transporters omgebouwd voor 30.000 euro per stuk. Die busjes stamden uit 2010 en hadden tussen de 40.000 en 50.000 kilometer gelopen. Ze waren nog helemaal niet versleten. En nieuwe elektrische busjes met opbouw en zwaailichten aanschaffen was duurder. Nu kunnen ze ook tien jaar vooruit.”
Rolls-Royce
Een volgende categorie klanten is flink vermogend, vervolgt Schouten. Ze bezitten vaak een collectie oldtimers waarvan ze er een of twee laten elektrificeren. Andere klanten wonen in Amsterdam of Rotterdam, waar straks een milieuzone van kracht wordt. Ze rijden iets speciaals waar ze geen afstand van willen doen. „Wij maken daar dan iets unieks van. Kom je met je elektrische Rolls-Royce voorrijden.”
Schouten heeft zelf ook een omgebouwde Rolls-Royce uit 1967. „Dat was mijn project. Daar ligt de oude motor”, wijst hij naar een 6,75 liter V8 met daaraan de versnellingsbak. „Die heeft plaatsgemaakt voor een 240 pk elektromotor.”
En als iemand een nieuwe Toyota Aygo of Mercedes S-klasse wil laten ombouwen? Schouten: „Dat is nauwelijks rendabel. Sowieso bouwen wij geen auto’s om die te modern zijn. Daarin zit te veel elektronica. Bovendien gelden voor auto’s vanaf 2014 veel strengere keuringseisen van de RDW. Daardoor wordt het ombouwen van nieuwere auto’s eigenlijk onbetaalbaar. We hebben voor de elektronica van de VW Transporters voor de gemeente Leidschendam al een specialist moeten inschakelen. Omdat het om elf auto’s ging, was het behapbaar.”
Zelfs aan een Mercedes S-klasse youngtimer waagt Schouten zich vooralsnog niet. „Auto’s van vijftien jaar geleden hebben al best veel elektronica aan boord. We hebben net een Rolls-Royce Silver Spur achter de rug. Die is van bouwjaar 1995 en had al best wat elektronica aan boord. Uiteindelijk is het wel gelukt.”
Tesla
De Delftenaar is momenteel zelf bezig met een glimmend blauwe Corvette Stingray. De motorkap staat open, maar er zit geen motor onder, zelfs geen elektrische. Alleen een accupakket. „Ik heb achterin de aandrijflijn van een Tesla gelegd”, vertelt Schouten met een glimlach. „De walmende V8 is eruit en nu heeft hij een 600 pk elektromotor. Reken maar dat die vooruitkomt.”
Het mooiste en bijzonderste ombouwproject van EV Europe is een T-Ford geweest uit 1928. „Dat was een oud beestje, waarmee de eigenaar evenementen bezocht. We hebben daarin ook een 122 pk motor gelegd. Eigenlijk veel te sterk voor die auto. We mochten dan ook nooit vol gas rijden. Tijdens de proefrit reden we 80 kilometer per uur.” Lachend: „Dat had hij volgens de eigenaar nog nooit gehaald.”