Je krijgt ze op beurzen, verjaardagsfeestjes, in een restaurant of bij de boodschappen: gratis spullen waar je eigenlijk nooit iets mee doet. Minimaliseerexpert Gera van den Berg had schoon genoeg van alle sleutelhangers, keycords, knuffels, bidons en zadelhoesjes en startte een beweging: geef-me-nietje.
Wat heb ik toch een zooi in huis, dacht Gera van den Berg twaalf jaar geleden toen ze weer eens de zolder opruimde. Ze kwam tal van spullen tegen waar het gezin nooit iets mee deed. Ze besloot zich te verdiepen in het minimalisme, richtte het bedrijf Heerlijk Minimaliseren op en kwam tot de ontdekking dat leven met weinig spullen bevrijdend is. En belangrijker nog: het is een stuk beter voor het milieu.
Uit onderzoek blijkt namelijk dat een gemiddeld Nederlands huishouden de meeste milieu-impact veroorzaakt door de aankoop van spullen. Daarmee staat deze vorm van consumptie boven vlees eten, autorijden, vliegen of een huis verwarmen. „We willen altijd maar meer en beter en graaien op die manier ons geluk bij elkaar. Dat gaat uiteindelijk ten koste van de schepping”, zegt Van den Berg. Ook de medemens is de dupe van altijd maar meer. „Becijferd is dat 10 miljoen mensen onder slechte omstandigheden onze spullen produceren”, legt Van den Berg uit. „Van hen is 20 procent kind.”
Van grote cijfers naar kleine acties. Van den Berg besloot het geef-me-niet-initiatief te starten om bedrijven en burgers bewust te maken van alle spullen die ze produceren en verzamelen. „Onze manier van denken moet veranderen. Denk aan reclamefolders. Als ik die niet wil, moet ik een nee-nee-sticker hebben. Maar het zou andersom moeten zijn.” Volgens de expert is dat een klein, maar fundamenteel verschil. „Nu krijg ik als consument een hoop spullen opgedrongen die ik niet hoef.” Het bedrijf dat het meest in het oog springt door zijn nutteloze geef-me-nietjes, krijgt een prijs. „Dat is geen medaille of beker, maar een taart”, zegt ze lachend.
Bierglas
Dat ze niet de enige is die zich hierover druk maakt, merkt ze als ze haar idee in haar kennissenkring en op sociale media deelt. „Er is een en al herkenning. Mensen sturen me foto’s van allerlei geef-me-nietjes.” De variatie is groot. „Gratis knuffels via een supermarktactie, flyers, plastic ijsbekers, blikopeners, balpennen, keycords van goede doelen”, somt ze op. Volgens Van den Berg zijn dergelijke prullaria voor bedrijven een manier om consumenten te verleiden om aankopen te doen. „Je koopt die sixpack speciaalbier toch sneller als je er een gratis bierglas bij krijgt.”
Maar ook consumenten kunnen er volgens haar wat van. „De ongekende populariteit van een app als Temu, een Chinese webwinkel, laat zien dat we onze aarde nog volop uitbuiten.” Wie daar wat aan wil doen, kan volgens haar klein beginnen. „Regelmatig delen ouders op kinderverjaardagen zakjes uit met allerlei prullaria, zoals gummen of klein plastic speelgoed. Die dingen zijn binnen mum van tijd stuk of kinderen leggen het na één keer spelen aan de kant. Waarom doen we dat nog?”
De Bijbelse manier van genieten is volgens haar niet het verzamelen van zoveel mogelijk spullen. „Het echte leven zit niet in spullen, niet in het nieuwste van het nieuwste. Maar in menselijk contact en genieten van genoeg.” Hoe ze dat terugziet in de Bijbel? „Kijk naar Leviticus 23:22. Daarin staat dat de rand van de akker niet gemaaid moet worden en dat een deel van de oogst moet blijven liggen voor de armen en vreemdelingen. Zo’n tekst toont aan dat God wil dat we maat houden en uitdelen van onze overvloed.”