Hoeveel kans van slagen heeft een klimaattop als die wordt georganiseerd in een van de rijkste oliestaten ter wereld? Die vraag zingt al langer rond, maar is extra prangend na onthullingen over de toch al omstreden voorzitter van de top.
De COP28, de 28e klimaattop van de Verenigde Naties, gaat donderdag van start in Dubai, in de Verenigde Arabische Emiraten (VAE). Inderdaad, een van ’s werelds grootste olie-exporteurs. Goed voor een productie van ruim vier miljoen vaten ruwe olie per dag. Daar verdient het miljarden mee. En dus heeft het land er alle belang bij dat die olieproductie nog een tijdje gaande wordt gehouden.
Geen wonder dat er in aanloop naar de top al de nodige reuring was. Nog meer kritiek is er op de voorzitter, sultan Ahmed Al Jaber. Een man die grossiert in dubbele petten. Hij is minister van Industrie én klimaatgezant namens de VAE. Hij is directeur van staatsoliebedrijf Adnoc, maar geeft óók leiding aan Masdar, een staatsbedrijf voor duurzame energie.
Milieuclubs, activisten en politici volgen de klimaattop daarom met argusogen. Dat de Britse omroep BBC maandag onthulde dat Al Jaber de top zou willen gebruiken om olie- en gasdeals te sluiten met deelnemende landen, doet het vertrouwen op een goede uitkomst ook al geen goed.
Terwijl er toch het nodige op het spel staat. In Dubai bekijken de meer dan 200 deelnemende landen voor het eerst in gezamenlijkheid hun klimaatvorderingen sinds de afspraken die in 2015 in Parijs werden gemaakt. Uit meerdere rapporten bleek de afgelopen tijd dat die bij lange na niet worden gehaald, waardoor de aarde sneller opwarmt dan destijds werd overeengekomen.
Er is dus veel aan gelegen om in Dubai harde afspraken te maken om de klimaatdoelen alsnog te halen. Dat is niet bij voorbaat kansloos. Zo zijn veel landen het erover eens dat de productie van duurzame energie in 2030 moet zijn verdrievoudigd. En hoewel de Amerikaanse president Biden niet op de top zal zijn, besloten de VS en China –toch niet de minsten qua uitstoot– eerder deze maand zich te blijven inspannen om de klimaatdoelen te verwezenlijken. Een belangrijk signaal.
De grote vraag in Dubai is of het tot harde uitspraken komt over een andere maatregel, de noodzakelijke reductie van fossiele brandstoffen. Op voorgaande toppen lukte het nooit om een verklaring hierover op te nemen in het slotakkoord. De Verenigde Arabische Emiraten zijn wel het meest onwaarschijnlijke decor voor zulke vergaande teksten.
Dat mag geen reden zijn om dan maar bij de pakken te gaan neerzitten. Dat er íets gebeuren moet tegen de almaar doorgaande opwarming van de aarde is evident. Net zo duidelijk is dat dit niet kan zonder betrokkenheid van de producenten van fossiele energie. Het is daarom te hopen dat alle dubbele petten niet verhinderen elkaar eens goed in de ogen te kijken en tot concrete daden te komen.