Opinie

Gods welbehagen is ánker reformatorisch onderwijs

Eenzijdigheid bedreigt het reformatorisch onderwijs, schrijft ds. T.A. Bakker uit Sliedrecht (RD 3-11). Maar de verwondering dat er bij God nog doen aan is voor dode zondaren is juist het hart van ons onderwijs.

P.W. Moens
8 November 2023 18:59Gewijzigd op 23 November 2023 09:34
„De verwondering in het reformatorisch onderwijs is juist dat er een welbehagen Gods is, een verkiezend welbehagen. Als dat er niet was, dan had het reformatorisch onderwijs geen enkel nut. Dat is geen eenzijdigheid, maar de kern.” beeld RD, Johannes Visscher
„De verwondering in het reformatorisch onderwijs is juist dat er een welbehagen Gods is, een verkiezend welbehagen. Als dat er niet was, dan had het reformatorisch onderwijs geen enkel nut. Dat is geen eenzijdigheid, maar de kern.” beeld RD, Johannes Visscher

De hersteld hervormde predikant schrijft naar aanleiding van mijn uitspraken in het RD van 25 oktober inzake het legaat van ds. G.H. Kersten. inzake het legaat van ds. G.H. Kersten.

Met veel van wat ds. Bakker schrijft kan ik het eens zijn. Toch was er één zin die mij raakte en die ook de kern raakt; onder het kopje ”Confrontatie” schrijft ds. Bakker: „Om vervolgens te wachten tot God het een keer gaat doen. Nee, of het God behaagt het wonder van genade een keer te willen werken. Want dat is de grote vraag. Aangrijpend als dit het ‘merk’ is van het reformatorisch onderwijs.”

In reactie daarop wil ik aangeven dat dit juist de verwondering is in het reformatorisch onderwijs: dat er een welbehagen Gods is, een verkiezend welbehagen. Als dat er niet was, dan had het reformatorisch onderwijs geen enkel nut. Dat is geen eenzijdigheid, maar de kern. Omdat er een Goddelijk welbehagen is, is het voor ons en onze kinderen mogelijk om zalig te worden. Dat zingen en belijden we toch met Psalm 89:8? „Het is door U, door U alleen, om het eeuwig welbehagen.” Deze kern sluit de verbondsliefde van God niet uit maar juist in.

Niet rooskleurig

Ook is dit geen confrontatie met passieve werkwoordsvormen maar een eerlijke Bijbelse boodschap. Deze boodschap zien we terug in de belijdenisgeschriften en het doopformulier. De confrontatie is er in de eerste plaats met het door de zondeval gerealiseerde mensbeeld. En dat is niet rooskleurig. Ook ds. Bakker schrijft dit in zijn artikel: „van nature dood in de zonden en misdaden”. Daar moeten we toch eerlijk over zijn naar onze kinderen? We mogen toch geen valse verwachtingen scheppen? Dit betekent toch dat er vanuit mensen geen enkele verwachting is? Dit maakt toch het wonder van Gods opzoekende zondaarsliefde des te groter?

Natuurlijk is lijdelijkheid niet wat we hiermee voorstaan. Gods Woord is helder. Denk aan Jesaja 45:22: „Wend u naar Mij toe en wordt behouden.” Of aan Jesaja 55:6: „Zoek de Heere terwijl Hij te vinden is, roep Hem aan terwijl Hij nabij is.” Of aan Mattheüs 6:33: „Zoek eerst het Koninkrijk van God.” Deze en dergelijke teksten zijn een duidelijke oproep tot bekering, tot het zoeken naar het behoud van de ziel. Dit is toch verre van passieve werkwoordsvormen? Dit appel moet in het Bijbels onderwijs aan de harten van onze kinderen en jongeren worden gelegd. Maar daarmee ligt er geen enkele grond tot de zaligheid in ons zoeken. Dat ligt alleen in het verkiezend welbehagen van een drieënige God.

Troost

Op dit fundament het reformatorisch onderwijs bouwen vinden we terug in de geschriften van ds. G.H. Kersten, maar niet minder in de driedelige serie van de hervormde predikant ds. L. Vroegindeweij over de Dordtse Leerregels, getiteld: ”De troost der verkiezing”.

Deze eenzijdigheid, dit fundament is geen bedreiging van het reformatorisch onderwijs maar is het anker ervan!

De auteur is bestuurder van de Vereniging Gereformeerd Schoolonderwijs (VGS).

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer