Kerstens erfenis voor het reformatorisch onderwijs
Ze smeken haast om een beurt, de kinderen van groep 7b van de Ds. G.H. Kerstenschool in Yerseke. Meester John van Wingerden maakt met hen een woordweb op het bord over de naamgever van hun school. „Hij richtte de SGP op”. In het Zeeuws: „Hij was meester, net als jou.”
Op de school in Yerseke wijdt meester Van Wingerden op een donderdag in oktober speciaal een les aan ds. Kersten omdat het 75 jaar geleden is dat de predikant overleed. Op elke tafel ligt het boek ”In dienst van de Koning”. Het is een levensbeschrijving van ds. Kersten door A. Vogelaar-van Amersfoort. Alle leerlingen kregen het cadeau bij het 100-jarig bestaan van de school dit jaar. Juliën, een van de kinderen, bereidde zich voor op de les door een samenvatting te schrijven van het boek. Het valt voor meester Van Wingerden dan ook niet mee om nog iets nieuws op te dissen over de oprichter van de school.
Toch zijn de kinderen er goed bij wanneer het thema ds. Kersten aan de orde komt. In de gereformeerde gemeente van Yerseke, waar alle kinderen van deze klas ’s zondags naar de kerk gaan, valt zijn naam met regelmaat. Ook de statige pastorie aan de Grintweg weten ze allemaal wel te vinden. Een tijdje terug stond de riante villa nog te koop. „Daar wil m’n vader in gaan weun’n”, fluistert een meisje op de achterste rij. „Maar er staat een tv in. Da’s niet best.”
Bemoediging
De meester doet in kort bestek verslag van Kerstens leven. „Hij werd geboren in Deventer. In welke provincie ligt dat?” Na drie of vier gokken –„hoog in ’t land”, helpt de meester– komt er iemand met Overijssel. „Goed zo. Wat ik heel bijzonder vond, en wat tot een les mag zijn: hij wist al jong dat hij bekeerd moest worden. Jullie zeiden het net, toen we het woordweb maakten, dat hij als 16-jarige aan het heilig avondmaal ging. Als kind lag hij ’s nachts wakker en dacht hij aan de Heere. Dat is dus ook een bemoediging. Wij zijn ook nog jong, maar dat is de beste tijd om de Heere te zoeken.”
Aangekomen bij de jaren dat Kersten onderwijzer was in Den Haag, komt ook het onderwerp veronderstelde wedergeboorte aan de orde. „Kersten hield het maar twee jaar uit op de school in Den Haag. Dat kwam omdat de directeur en de mensen op die school leerden: als een kindje gedoopt wordt, dan is het automatisch zalig. Kersten voelde: ik moet hier weg. Want ik weet dat we niet door de doop bekeerd worden, maar dat de Heere je daartoe moet roepen. Zo had hij dat zelf meegemaakt.”
Onrustig
Na het predikantschap in Meliskerke en Rotterdam neemt ds. Kersten in 1912 het beroep van de gemeente in Yerseke aan. Van Wingerden vertelt dat ds. Kersten in z’n eerste tijd in het vissersdorp onrustig werd van de mannen die op zondag tijdens de preek gingen staan. Ze deden dat om te vechten tegen de slaap na een week hard werken op zee. „Het leek wel alsof ze weg wilden. De dominee vond het niet fijn en heeft die gewoonte afgeschaft. Maar hij heeft hier in Yerseke nog iets veel belangrijkers gedaan, waardoor jullie nu op deze school zitten.”
Van Wingerden memoreert de oprichting van de Vereniging Gereformeerd Schoolonderwijs en de stichting van de Ds. G.H. Kerstenschool in Yerseke. „Op veel christelijke scholen werd in die tijd verteld dat iedereen een schaapje was van de goede Herder. Daar kon ds. Kersten niet mee overweg. ’t Is een wonder als je ’t mag zijn, maar het gaat niet automatisch. Met andere mannen van het dorp heeft hij toen overlegd en na veel strijd is onze school tot stand gekomen.”
De meester laat op het digibord een filmpje zien van ds. Kersten tijdens een bruiloft. „Bijzonder dat er beelden van hem zijn, want dat was in die tijd echt niet zo gewoon.” Geboeid kijken de kinderen toe hoe twee zoons van ds. Kersten, volwassen mannen, een potje stoeien. „Ze waren in pak, hè”, zegt er eentje verbaasd. „Als ds. Kersten nu hier op school zou zijn, wat zou je hem dan willen vragen?” legt Van Wingerden aan de kinderen voor. „Hoe oud hij was toen hij de Heere lief kreeg”, zegt een meisje.
De kinderen mogen een presentatie gaan maken over het leven van ds. Kersten. Het thema ”De geschiedenis van onze school” is populair, want de meester heeft gezegd dat je dan in school mag gaan zoeken. Een viertal meisjes gaat enthousiast de gang op. Bij het bord van de eerstesteenlegging door Arie Kersten (13 jaar) maken ze aantekeningen. Ook bij de kleurrijke klassenfoto’s blijven ze even kijken of de dominee van lang geleden ertussen staat, maar daar lopen ze zonder resultaat vandaan.
In de directiekamer van de school praten directeur Lies de Korte en John van Wingerden nog even na over de les. De meester vindt het best lastig om dat thema van veronderstelde wedergeboorte uit te leggen aan de kinderen zonder dat het hen moedeloos maakt. Van Wingerden: „Ik houd ze voor: De Heere zegt ook tegen jou dat je Hem kunt leren kennen. Pas vroegen de kinderen aan mij: Hoe weet je dat zo zeker? Ik zei: Vanmorgen ging de zon op, jij zit hier, ik sta hier. De Heere zorgt niet voor niets zo goed voor ons. Hij wil dat je Hem vroeg zoekt.”
De Korte en Van Wingerden zijn blij met de band die er is tussen school en kerk. Zo’n 95 procent van de leerlingen van de school gaat naar ”Kerstens kerk”. De Korte: „We zijn een echte gereformeerdegemeenteschool. Daar horen de kinderen hetzelfde als wat ze hier meekrijgen. Dat we van nature dood zijn in zonden en misdaden, maar dat er anderzijds rijkdom te verkrijgen is in God. En soms zijn er tekenen die je doen hopen op vrucht. Jongens en meisjes die zomaar stilletjes zitten te luisteren. Wij kunnen het plantje natmaken, het is de Heere Die het doet groeien.”