Pesten moet thuis en in de klas steeds onderwerp van gesprek zijn
Weinig dingen zijn ingrijpender voor een kind dan pestgedrag van leeftijdsgenoten. Zeker als sprake is van langdurig pesten kunnen de gevolgen voor de mentale en psychische gezondheid groot zijn.
Kinderen, maar ook ouderen die gebukt gaan onder pesten, krijgen niet zelden een forse knauw in hun zelfvertrouwen. Anderen kampen met depressieve klachten of verliezen elk gevoel van eigenwaarde. Met soms uiterst verdrietige gevolgen. Het is daarom goed dat de Week Tegen Pesten hier aandacht voor vraagt.
Want ondanks allerlei maatregelen, zoals overheidscampagnes, speciale antipestprogramma’s en weerbaarheidstrainingen, lijkt pesten een onuitroeibaar kwaad. Ook in de achterliggende jaren steeg het aantal kinderen dat aangeeft op of rond school gepest te worden.
Pesten heeft alles te maken met groepsgedrag. Wanneer een klas of groep een nieuwe samenstelling krijgt, bepalen leerlingen eerst de pikorde. Dat hoeft niet verkeerd te zijn, totdat iemand met pesten naar het verkeerde middel grijpt om zijn of haar positie zeker te stellen of status te verwerven. Het valt voor omstanders –leerkrachten, ouders, medeleerlingen– niet mee om treitergedrag tijdig te doorzien.
Nu pesten zich vaker verplaatst naar internet en sociale media is dat alleen nog maar moeilijker geworden. Online hebben pesters allerlei nieuwe mogelijkheden om hun slachtoffers op de korrel te nemen. Veelal buiten het zicht van iedereen, maar soms ook voor een groot en gretig publiek.
Zo zijn er zogenoemde exposegroepen, waarin jongeren via chatapps als Telegram ongevraagd (naakt)foto’s van anderen delen, inclusief contactgegevens van het slachtoffer – ‘doxing’ genoemd. Dergelijke groepen hebben soms tienduizenden ‘leden’. De afgelopen weken doken berichten op over ”juicekanalen” op TikTok. Anonieme accounts met filmpjes waarin scholieren roddels en onwaarheden over medeleerlingen of docenten verspreiden, met geen ander doel de ander te vernederen.
Cyberpesten is zo mogelijk nog ingrijpender en lastiger aan te pakken dan ‘gewoon’ pesten. Online ligt de drempel om te treiteren voor veel jongeren gevoelsmatig een stuk lager dan offline. En slachtoffers kunnen hun kwelgeest nauwelijks nog ontlopen, want die gaat met de smartphone zelfs mee de slaapkamer in. Daarbij helpt het ook al niet dat de techbedrijven die verantwoordelijk zijn voor platformen als Telegram en TikTok, vaak traag of helemaal niet reageren op klachten en verwijderverzoeken. Zo blijft onlinelaster iemand soms nog jarenlang achtervolgen.
Daarmee is pesten een hardnekkig probleem. Het moet dus voortdurend onderwerp van gesprek zijn, thuis en in de klas. Samen steeds weer praten over wat gezond én ongezond sociaal gedrag is. Zodat we pesten nooit normaal gaan vinden en slachtoffers voelen dat ze niet alleen staan.