Kerk & religieCuraçao
Kapelaan Novin Martina zag grote omkeer in gevangenis Curaçao

Norvin Martina werd uitgelachen toen hij in 1990 zijn sportlessen in de gevangenis op Curaçao begon met Bijbellezen, maar hij zette door. Nu is hij al jaren geestelijk verzorger en geeft hij Bijbelles aan gedetineerden.

Maarten Boersema
Novin Martina blaast op zijn sjofar. beeld Maarten Boersema
Novin Martina blaast op zijn sjofar. beeld Maarten Boersema

Het geluid van een sjofar klinkt over een binnenplaats van de gevangenis Koraal Specht op Curaçao. De vrouwen die hier gevangen zitten, kijken nauwelijks op. Ze kennen het geluid inmiddels. Met deze klanken kondigt kapelaan Norvin Martina namelijk altijd zijn komst aan. Nog enkele minuten en dan start in de recreatiezaal de Bijbelstudie die hij wekelijks geeft als hij op het eiland is.

De afgelopen periode was Martina vaak op reis om in gevangenissen in andere landen zijn levensverhaal te vertellen. Eerder dit jaar publiceerde hij een boek waarin hij dat verhaal heeft opgetekend en waarmee hij anderen wil inspireren.

Een paar minuten nadat de sjofar klonk, zitten vijf vrouwen in oranje kledij rondom de tafel in de kleine ruimte en begint Martina met zijn Bijbelstudie. Hij doet dat op een energieke en gedecideerde manier, waarbij hij zijn achtergrond als marinier en topsporter niet verloochent. Geregeld laat hij de vrouwen korte zinnen nazeggen, omdat hij wil dat deze teksten in hun harten worden gegrift. „Zeg het mij na: „Ik ben geliefd.”” Een echo van de woorden klinkt door de ruimte.

19576039.JPG
Kapelaan Martina geeft kinderen van gedetineerden en niet-gedetineerden mee dat ze gezien worden. beeld Maarten Boersema

Het lijkt de gewoonste zaak van de wereld, deze doordeweekse Bijbelstudies. Toch werd Martina niet zonder slag of stoot de eerste kapelaan –geestelijk verzorger– in de gevangenis van Curaçao. De aanloop daarnaartoe begon al in zijn vroege jeugd, toen zijn ouders hem een fiets beloofden. Het rijwiel kwam er nooit, want zijn ouders hadden er simpelweg het geld niet voor. Martina werd erom gepest door klasgenoten, maar hij gebruikte die weerstand om mentaal en lichamelijk sterker te worden. Hij rende elke dag van huis naar school en terug. Een voorbijganger, Lecho, die de jongen elke dag zag lopen, nodigde Martina uit om in zijn sportschool te gaan trainen.

Lecho werd Martina’s mentor. Hij trainde hem lichamelijk en mentaal. Na verloop van tijd werd Martina opgeroepen door het leger. Hij mocht voor de opleiding beroepsmilitair naar Nederland. Daar werd hij onderdeel van het Korps Mariniers. Hij gedijde goed in een wereld van focus en discipline. In die tijd bleef hij ook trainen en deed hij mee aan kampioenschappen gewichtheffen. Niet onverdienstelijk, want hij behaalde een zilveren en bronzen medaille bij respectievelijk de Europese en wereldkampioenschappen.

Al deze ervaring nam Martina mee toen hij in 1990 sportleider en instructeur wapenleer in de enige gevangenis op Curaçao werd. Normaal gesproken begint een sportleider zijn lessen met een warming-up, maar dat deed Martina niet. Hij begon zijn sportlessen met de Bijbel. Dat zorgde voor scheve gezichten van gevangenispersoneel. Hij werd uitgelachen, maar dat weerhield hem niet om ermee door te gaan. Zelfs toen de directeur hem ter verantwoording riep, bleef Martina achter zijn overtuiging staan.

In zijn boek schrijft hij hoe hij aan die overtuiging is gekomen: „Door de genade van God ben ik zes keer Nederlands kampioen powerliften geworden, tweede van de Europese kampioenschappen en derde van de wereldkampioenschappen. Aan roem kwam ik niets tekort, maar toch voelde ik een leegte van binnen. Op het podium stond ik te schitteren, maar in bed lag ik te huilen. De genade van God en Zijn Woord hebben mij tevredenheid gegeven. Mensen zoals de gedetineerden, die in de put zitten door frustraties en teleurstellingen, vol met haat en nijd… alleen het Woord van God kan ze helpen. Het werkt als de juiste vitaminen voor ze.” Martina’s woorden overtuigden: hij mocht doorgaan met wat hij deed.

Keerpunt

De voormalige marinier is getuige van grote veranderingen in de gevangenis, zoals hij zelf zegt. Keerpunt is een morgen waarop hij gemaand wordt met spoed naar een afdeling in de gevangenis te komen. Een man staat in wanhoop op een ton met een stuk touw om zijn nek. „Raak de deur niet aan, anders spring ik”, zegt hij. Er heerst wanhoop bij alle omstanders. Wat moeten ze doen? Martina krijgt een ingeving van boven. Hij steekt een Bijbel door de tralies en zegt: „Er is Iemand in de gevangenis Die veel van je houdt.” Het duurt niet lang of de tranen rollen over het gezicht van de gedetineerde. De woede verandert in verdriet. Na het gebed dat Martina uitspreekt, gooit de gedetineerde het touw om zijn nek weg. Martina vertelt dat omstanders de kracht van het Woord en gebed die morgen in werking hebben gezien. Het zorgt ervoor dat de directie hem als kapelaan aanstelt.

In die hoedanigheid leidde Martina de afgelopen jaren samenkomsten met Bijbelstudies. Ook doopte hij: in 2002 67 gedetineerden in één dienst. In 2006 waren dat er 75, in 2010 89. „Ik spreek wel van de opwekkingen van gevangenis Koraal Specht. Vroeger was dit een plek vol gevaar, waar je niet wilde zijn. Nu wil je er nog steeds niet zijn, maar het is Godzijdank niet meer zo gevaarlijk.” In zijn boek tekent Martina op dat hij graag zou zien dat de gevangenis wordt vernieuwd. „Ik bid God voor een nieuw gebouw met een menselijker uitstraling en betere faciliteiten. Gedetineerden zijn mensen die een fout hebben begaan, maar ze horen menswaardig behandeld te worden. Net zoals in de gevangenis een geestelijke vernieuwing heeft plaatsgevonden, is een fysieke vernieuwing nodig in de vorm van een goed gebouw.”

19576040.JPG
Opdrukken. beeld Maarten Boersema

Als kapelaan was en is Martina ook de tussenpersoon voor andere geestelijken die af en toe in de gevangenis werkzaamheden verrichten, ook al opereren deze mensen vanuit verschillende kerken op hun eigen eiland en is van samenwerking niet echt sprake.

Deze woensdagmiddag is Martina dus weer met de Bijbel aanwezig in de gevangenis en leest hij met een aantal vrouwelijke gedetineerden enkele Bijbelteksten. Telkens weer komen de woorden focus en discipline terug. „Als je dan toch op deze plek moet blijven, zorg er dan voor dat je er als een ander mens uitkomt. Met focus en discipline kun je ver komen. Mijn leven is er een voorbeeld van.” De vrouwen glimlachen. Ze drinken zijn woorden in.

Een van de gevangenen legt de vinger op de zere plek als ze een vraag stelt over onvervuld verlangen: „Ik probeer te focussen en tot God te gaan in het gebed, maar mijn situatie is nog steeds niet veranderd. Geloof ik dan niet goed genoeg?” Martina lacht. Hij schuift de vraag behendig door naar de gast die hij deze middag van buiten de gevangenis heeft meegenomen. Die geeft antwoord. „Ik denk dat de kapelaan in zijn leven ook heel vaak gebeden heeft en vervolgens niet heeft gekregen waar hij om vroeg. De kapelaan heeft vast ook tegenslag gekend. Hij spreekt daar nu misschien niet over, maar vraag hem er gerust naar.” Martina glimlacht weer en beaamt de woorden. „Blijkbaar had God soms heel andere ideeën dan ik.”

Verlaten parkeerplaats

Anderhalve week later klinkt op een vroege zaterdagmorgen weer het geluid van de sjofar. Dit keer op een verlaten parkeerplaats in het centrum van Willemstad, nabij het Brionplein. Een veertigtal jongeren –strak in het gelid– staat op het punt een kring te vormen. De veertig maken zich op om met bussen naar de kazerne van de mariniers te gaan voor een ochtendprogramma. Martina organiseert in aanloop naar het nieuwe schoolseizoen een aantal activiteiten voor kinderen van gedetineerden. „We doen dat met onze stichting Het Beginpunt, met steun van Ark Mission. Bij deze activiteiten zijn kinderen van gedetineerden aanwezig, maar ook van niet-gedetineerden. Die mix hebben we bedacht zodat er geen stigma ontstaat. Aan het eind van de ochtend krijgen ze allemaal een goed gevulde schooltas mee waar van alles en nog wat in zit.”

Martina opent een tas –die ook als morele steun moet dienen– waarmee het signaal wordt afgegeven dat de kinderen van gedetineerden niet worden vergeten, maar dat ze worden gezien en van grote waarde zijn. „Het belangrijkste is dat er een boek over Jezus in de tas zit. Meer heb je toch niet nodig?” Martina bidt hardop op de parkeerplaats met de jongeren. Opnieuw klinken de woorden ”focus” en ”discipline”. Het is het mantra dat hij telkens herhaalt.

Nog één keer terug naar woensdagmiddag op de vrouwenafdeling van de gevangenis. Als de kapelaan wil vertrekken, schreeuwt een vrouw vanachter de tralies naar hem. Ze heeft een papiertje in haar hand. „Wilt u alstublieft dit nummer bellen? Het is van een familielid dat graag met u in contact komt.” Ze heeft een trillende hand. Martina komt langzaam dichterbij en neemt de tijd om naar haar te luisteren. „Zullen we voor u bidden?” Ze knikt. „Graag.” Voordat het gebed klinkt, vertelt ze dat ze in voorarrest zit. Ook vertelt ze waarom de politie haar heeft gearresteerd. Als klopt wat ze vertelt, zal ze nog lang in de gevangenis moeten blijven. Er klinkt een gebed om rust, vrede, vergeving, maar ook om focus. Discipline. Daarna verlaat de kapelaan met zijn sjofar om de schouder de binnenplaats. Op weg naar de uitgang.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer