Kerk in Nood: Vervolging christenen in Afrika toegenomen door militante islam
In minstens zes landen in Afrika is de vervolging van christenen door de „militante islam” sinds 2022 toegenomen. Dat blijkt uit het rapport ”Vervolgd en vergeten?” dat Kerk in Nood dinsdag publiceerde.
Het rapport, dat oorspronkelijk in Engeland verscheen en nu door de rooms-katholieke hulporganisatie Kerk in Nood in een Nederlandse versie is uitgebracht, belicht de situatie van vervolgde christenen in achttien landen in de periode van augustus 2022 tot en met juni 2024.
Onder de landen die het predicaat ”slechter” kregen, vallen Nigeria, Pakistan, India, Iran, China en Sudan. De situatie van christenen in Irak en Eritrea bestempelt het rapport als ”iets slechter”. In zes landen, waaronder Saudi-Arabië, Syrië en Noord-Korea, zou de situatie sinds 2022 niet veranderd zijn. Vietnam is het enige land waarvan het rapport noteert dat de situatie van vervolgde christenen er iets beter werd.
Genocide
In het voorwoord schrijft aartsbisschop Bashar Warda uit Erbil (Irak) dat „de genocide waaronder we hebben geleden”, nog steeds een lange schaduw werpt. „De migratie van christenen gaat door tot het punt waarop de kerk met uitsterven wordt bedreigd in plaatsen waar onze aanwezigheid dateert uit bijna de tijd van Christus.” Warda wijst echter ook op initiatieven van wederopbouw, onder meer in „Koerdistan”.
Het rapport signaleert dat „het epicentrum van militant islamitisch geweld” is verschoven van het Midden-Oosten naar Afrika. „De militante islam is een belangrijke factor bij het verklaren van de toename van vervolging in alle zes onderzochte landen in Afrika.” In onder meer delen van Burkina Faso, Nigeria en Mozambique worden christenen „geterroriseerd door extremistisch geweld”.
Jihadistische groeperingen in Burkina Faso hebben de gebieden die zij controleren, uitgebreid. „Deze beslaan nu ongeveer 40 procent van het land. Hier lopen vooral christelijke vrouwen het risico op seksueel geweld door terroristen.”
Het rapport bestempelt „het autoritaire regime” van Eritrea als „de ergste schender van godsdienstvrijheid onder de overheden op het continent. Het treedt stelselmatig hard op tegen alle kerkelijke activiteiten en zet leden van verboden religieuze groeperingen zonder proces onder onmenselijke omstandigheden gevangen.” Gedetineerden worden „gedwongen om in smerige omstandigheden te leven en worden in alle gevangenissen van het land geconfronteerd met geweld en intimidatie”.
Ergste incident
In Azië verslechterde onder meer de situatie van christenen in Pakistan. Zo werden in augustus 2023 in de stad Jaranwala en negen districten met een christelijke meerderheid, in twaalf uur tijd 26 kerken en andere gebedshuizen ontwijd, en de huizen van meer dan tachtig christenen in brand gestoken. De rooms-katholieke bisschoppenconferentie van Pakistan beschreef de aanvallen als het „ergste incident tegen christenen” in de geschiedenis van het land.
Als het om het Midden-Oosten gaat, richt het rapport onder meer de schijnwerpers op Iran , waar christelijke bekeerlingen tot „de meest bedreigde groepen” horen. „Veel christelijke bekeerlingen leven steeds meer ondergronds en evangelisatie blijft illegaal. Er zijn meer Iraanse huiskerken dan ooit, omdat kerken moesten worden gesloten en er geen vergunningen door de staat werden verleend om nieuwe te bouwen.”
De conclusies van het rapport zijn gebaseerd op „diverse bronnen, waaronder openbaar beschikbare gegevens en informatie van de lokale kerk”. De Iraakse bisschop Warda hoopt dat het rapport onder meer regeringen ertoe aanzet om „diegenen te helpen van wie de enige misdaad het geloof is dat ze belijden”.
”Vervolgd en vergeten?” verschijnt in de aanloop naar RedWednesday ( Rode Woensdag ) op 20 november. Tal van kerken worden die woensdagavond rood gekleurd om aandacht te vragen voor vervolgde christenen.