Wie oog in oog met een schitterende waterval direct de smartphone grijpt om het natuurschoon vast te leggen, mist iets. De kans om geraakt te worden.
De Duitse socioloog Hartmut Rosa houdt in het boek ”Onbeschikbaarheid” de moderne levenshouding tegen het licht. De mens wil de dingen kennen, berekenen, controleren en erover beschikken. Een wereld die we volledig beheersen maakt ons echter niet gelukkig. „Alleen in de ontmoeting met het onbeschikbare ontstaat het gevoel dat we leven.” Zijn we iets helemaal meester, dan worden we er niet meer door verrast of geraakt. De kleur trekt eruit weg, het mysterie verdwijnt, het verlangen dooft. Wat betekenisvol en de moeite waard is, ontglipt ons.
Rosa beziet hoe wij ons tot de wereld verhouden. Hij signaleert een boeiende paradox. De moderne mens heeft dankzij technologie zijn mogelijkheden enorm vergroot, onder meer op het gebied van communicatie. Hij beheerst de natuur en haar krachten en wendt die aan voor zijn eigen doeleinden. Toch voelen mensen zich vaak machteloos, vooral als de techniek hen in de steek laat.
De nieuwe mogelijkheden lijken onbegrensd, maar dat maakt het leven tegelijk onvoorspelbaar. We weten niet meer waarnaar we op weg zijn, en met welk doel. Rosa spreekt van een „vliegende stilstand”. Voeg daarbij de gevolgen van klimaatverandering en de verdeeldheid in de samenleving, en het beeld is niet rooskleurig. Er ontstaat vervreemding: we raken de grip kwijt, en ook de diepe relatie tot het leven.
Cijfers
Alles wordt in deze tijd in cijfers gevangen en met behulp van algoritmes gecontroleerd en verbeterd. Rosa duidt deze houding als agressie. In een wereld van cijfers, algoritmes en parameters ontbreekt de empathie. Het is er kil, doods, koud en leeg, aldus de socioloog. De mens verliest een basaal vertrouwen in zijn omgeving en zichzelf. Wie de wereld wil domineren kan daarmee geen levende relatie aangaan – een relatie gekenmerkt door ontvankelijkheid: luisteren en reageren.
De drang om de dingen te beheersen heeft een lange geschiedenis, maar is mede door de digitalisering geradicaliseerd. Het leven wordt volgens Rosa één groot to-dolijstje. Alles draait om doen, regelen, wegwerken. Het moet steeds beter, sneller, efficiënter. „Tellen we het aantal stappen dat we zetten, dan zijn het er nooit genoeg.”
De smartphone brengt al onze vrienden en bekenden binnen ons bereik. We dragen alle kennis, muziek, films en foto’s bij ons. Rosa: „De wereld komt ons op een historisch ongekende manier nabij.” De dingen zijn zonder veel weerstand en met grote zekerheid voor ons bereikbaar en beschikbaar.
Kippenvel
De keerzijde is dat de moderne mens niet snel meer ergens van onder de indruk is, stelt Rosa. Hij treedt de dingen en gebeurtenissen verveeld tegemoet en laat zich er niet door aanspreken of raken. Een landschap, een persoon, een muziekstuk, een boek kan een appel op ons doen, plots betekenis krijgen, ons doen opleven, ons roeren, kippenvel geven. Maar we moeten voor zo’n ontmoeting wel openstaan, betoogt Rosa.
De momenten waarop we geraakt worden, zijn niet te plannen of te organiseren. Ze zijn onbeschikbaar. Ze vallen ons toe, onverwacht. Je kunt ze niet toe-eigenen of in de vingers krijgen. Als voorbeeld noemt Rosa sneeuw. Zou je het naar believen kunnen laten sneeuwen, dan zou je niet meer verwonderd naar een witte wereld kijken. Als we iets helemaal controleren, heeft het ons niets meer te zeggen. Ook computers spreken niet tot ons, maar simuleren dit op een mechanische manier, met algoritmes.
Levenswijze
Rosa voert geen pleidooi om afstand te doen van de verworvenheden van wetenschap en techniek. Wel bepleit hij een verandering van de moderne levenswijze, een andere omgang met de wereld.
Gelukkig blijft Rosa niet abstract. Hij bespreekt heel concreet verschillende fasen en terreinen van het leven: zwangerschap, geboorte, kinderloosheid, opvoeding en onderwijs, liefde en relaties, werk en vrijetijdsbesteding, digitalisering, ouderdom, ziekte en gezondheidszorg, dood en eindigheid. Ook onderwerpen zoals ivf, draagmoederschap, abortus en euthanasie komen ter sprake. Rosa heeft niet op alles een antwoord, maar stelt wel scherpe vragen. „Als het aan mij en de artsen is om te beslissen of en welke kinderen ik krijg, verandert dat dan niet mijn verhouding tot het leven in het algemeen?”
Het punt dat Rosa bij deze ethische thema’s vooral wil maken, is dat zelfs leven en dood beschikbaar worden gemaakt: ze worden steeds meer planbaar, berekenbaar en beheersbaar. Kunnen we nog omgaan met de wisselvalligheden van het leven? Ondanks al onze inspanningen vormen aftakeling en dood „de hardste grens (…) voor het moderne programma dat uit is op uitbreiding van onze reikwijdte in de wereld.”
Genade
Lezend in ”Onbeschikbaarheid” dacht ik aan C.S. Lewis, die verrast werd door vreugde. Aan regels uit een lied van Jan Wit: „En laat mij door de wereld gaan/ met open ogen, open oren/ om al Uw tekens te verstaan.” Rosa doet als socioloog geen theologische uitspraken, maar verwijst wel expliciet naar het christelijk geloof. Hij noemt het gebed, de genade en het geschenkkarakter daarvan. Zoals de genade een gave is, zo is ook het „moment van onbeschikbaarheid”, van geraakt worden, iets wat ons overkomt. Vandaar die bekende dichtregel van Willem Barnard over de sneeuw: „Er ligt vergeving op de daken.”
Wie kan zich nog verwonderen bij het zien van de maan, zoals de dichter Matthias Claudius (1740-1815) in het piëtistische avondlied ”De maan is opgekomen”? Die betekenisvolle interactie met de wereld, de dingen en de ander tegenover ons kan niet geëist of afgedwongen worden, ook niet met alle moderne technologie. Als je een prachtige waterval tegenkomt en die meteen vastlegt in een reeks digitale foto’s, ben je volgens Rosa de wereld aan het veroveren. Daarmee sluit je je af voor de echte ontmoeting.
Hartmut Rosa heeft een aansprekend boek geschreven – voor wie ervoor openstaat.
Boekgegevens
”Onbeschikbaarheid”, Harmut Rosa; uitg. Boom; 160 blz.; € 22,90