Wanneer kernmachten zich wagen aan de rand van de afgrond
De Cubacrisis van 1962 kent veel overeenkomsten met de situatie in Oekraïne nu. Op een uiterst actueel moment brengt de Britse historicus Max Hastings met ”De afgrond” deze dreigende kernoorlog opnieuw voor het voetlicht.
Terwijl het Poetin-regime een loopje neemt met de waarheid en de vrijheid van meningsuiting beknelt, blijven de staatsarchieven zonder beperkingen historische Sovjetdocumenten vrijgeven. Vorig jaar, in aanloop naar de zestigste verjaardag van de Cubacrisis, openbaarde het Kremlin honderden voorheen topgeheime pagina’s.
Volgens het gezaghebbende tijdschrift Foreign Affairs, dat begin april de documenten analyseerde, zijn er tal van overeenkomsten van de Cubabcrisis met de huidige situatie in Oekraïne. Om er een aantal te noemen: waar Poetin een dag voor de invasie zijn veiligheidsraad dwong zijn operatie te steunen, wilde ook Chroesjtsjov er in 1962 zeker van zijn dat niemand zich achteraf kon distantiëren van zijn plan. En waar het Russische leger tot vlak voor de Oekraïense oorlog ervan overtuigd was dat het ging om een oefening, werd in 1962 ook de grootste gok in de nucleaire geschiedenis als een routine-oefening geclassificeerd.
Met zoveel overeenkomsten is een opfriscursus over de Cubacrisis gewenst. In ”De afgrond ” gaat Hastings uitvoerig in op deze geschiedenis, waarin de wereld op de rand van een kernoorlog balanceerde. Cuba was voor de Sovjet-Unie wat West-Berlijn was voor de Verenigde Staten: een vooruitgeschoven post diep in vijandelijk gebied. Nadat de Amerikaanse president John F. Kennedy zich verslikte in een couppoging om het bewind van Cubaan Castro omver te werpen, wendde de communistische leider zich tot de Sovjet-Unie voor militaire bijstand. Chroesjtsjov was welwillend om kernwapens naar Cuba te sturen. Daar kwamen de Amerikanen achter, met een hoogoplopende crisis tussen de kernmachten tot gevolg.
Corona
Hastings, bekend van standaardwerken over onder andere de beide wereldoorlogen en de conflicten in Korea en Vietnam, begon in 2020 aan deze ruim 650 pagina’s tellende pil; midden in de pandemie. Dat zorgt ervoor dat hij, net als bijna iedereen, vooral vanuit huis werkt. Interviews op Cuba moet hij uitbesteden en veel archieven kan hij alleen online bezoeken. Ruim zestig jaar na dato biedt dit boek weinig nieuwe inzichten. Het vorige maand vrijgegeven bronmateriaal van Foreign Policy is niet in dit boek opgenomen. Dat maakt het boek echter niet minder boeiend; ”De afgrond” verhaalt over een geschiedenis die veel parallellen met het heden kent.
Hastings steunt in zijn beschrijving veelal op Amerikaanse bronnen, omdat die het uitgebreidst zijn; zonder medeweten van betrokkenen regeringsleden en militairen nam president Kennedy de Amerikaanse besprekingen tijdens de crisis op geluidsbanden op. Nu deze opnames publiekelijk beschikbaar zijn, is het dus mogelijk om als een vlieg op de muur aanwezig te zijn bij deze overleggen op het hoogste niveau in het Witte Huis. Behalve op Amerikaanse bronnen baseert Hastings zich echter ook op Russische geschreven bronnen en op de eerdergenoemde Cubaanse interviews.
Hoofdpersonen
De Cubacrisis kent drie hoofdpersonen: Chroesjtsjov, Castro en Kennedy. Hastings neemt de tijd om dit drietal te introduceren. Hoewel de auteur alle betrokkenen kritisch onder de loep neemt, komen met name Chroesjtsjov en Castro er niet best van af. De auteur onderbouwt deze kritiek met duidelijke voorbeelden. Zo vertelt de ondiplomatieke Sovjetleider op enig moment aan de Franse en Britse ambassadeur hoeveel kernwapens de Sovjet-Unie voor beide landen heeft klaarliggen – dertig voor Frankrijk, vijftig voor het Verenigd Koninkrijk. Ook Castro wordt stevig bekritiseerd voor zijn roekeloosheid. „Het staat vast dat Castro een confrontatie met de Verenigde Staten roemvol vond, een opvatting die weinig andere mensen deelden.”
Kennedy komt er aanmerkelijk positiever van af. Hastings beschrijft verschillende keren hoe de Amerikaanse president zich staande weet te houden tegen het militaire opperbevel dat er op los wil slaan. Deze haviken oefenen druk op hem uit, maar Kennedy kiest voor een akkoord met de Sovjets. Ook defensieminister Robert McNamara, wiens reputatie later te gronde gaat in de Vietnamoorlog, kan op lof van Hastings rekenen. „Het meeste van wat hij tijdens de vergaderingen zegt, getuigt van redelijkheid en wijsheid.”
Hoewel ”De afgrond” grotendeels vóór de Russische invasie van Oekraïne is geschreven, zijn er genoeg parallellen te trekken met het heden. Een voorbeeld daarvan is de inzet van inlichtingendiensten, die naar alle waarschijnlijkheid net als Chroesjtsjov ook Poetin van verkeerde informatie voorzagen. „Telkens weer nemen regeringen wereldschokkende beslissingen gebaseerd op onjuiste informatie”, aldus de auteur.
De oplettende lezer merkt dat de situatie in 1962 wel vaker vergelijkbaar is met die van nu. Net als in 1962 lopen ook nu de belangen van Europa en de Verenigde Staten uiteen. Dat zorgt in beide gevallen voor frictie in de alliantie. De les is dat het altijd belangrijk is om te blijven communiceren in de hoop risico’s op escalatie te verminderen. Keer op keer benadrukt Hastings dat een kernoorlog met name valt of staat door acties van lagergeplaatst personeel. Op de gevaarlijkste momenten van de Cubacrisis waren het niet Kennedy of Chroesjtsjov die de-escaleerden, maar een duikbootcommandant of piloot.
Mist
Het boek leest op sommige momenten als een thriller, wat de leeservaring bij zo’n forse studie ten goede komt. Taalkundig gezien valt het op dat de Nederlandse vertaling voortdurend over ”de Oekraïne” spreekt. Dit is een detail dat wellicht vooral de jongere lezer, die opgroeide met het onafhankelijke land Oekraïne, opvalt. Toch is het een opvallende keuze in een tijd waarin de Oekraïense taal onder een vergrootglas ligt. Daarnaast zijn sommige zinnen wel erg letterlijk vertaald: „Alleen iemand die geen benul heeft wat een kernoorlog betekent, of die zo verblind is, zoals Castro, door revolutionair vuur, kan zoiets zeggen.”
Hastings beseft dat zijn boek een nieuwe urgentie kreeg na de Russische inval. Als militair historicus komt hij tot een realistische conclusie: „Hoe langer ik geschiedverhalen schrijf, hoe meer ik huiver in het besef hoezeer regeringen in een mist van onwetendheid tasten bij het nemen van belangrijke beslissingen.” In oktober 1962 gebeurden er, net als in 2022 en 2023, dingen die niemand voorzag. In dit uitgebreide verslag laat Hastings zien wat de gevaren zijn als kernmachten zich tot de rand van de afgrond wagen.
Boekgegevens
De afgrond, Max Hastings; uitg. Hollands Diep; 656 blz.; € 44,99