Het gebeurt niet iedere dag dat twee kerken fuseren. Maar op deze maandag verenigen de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKV) en de Nederlands Gereformeerde Kerken (NGK) zich tot de Nederlandse Gereformeerde Kerken (NGK).
Op de dag af 19 jaar nadat de Nederlandse Hervormde Kerk, de Gereformeerde Kerken in Nederland en de Evangelisch-Lutherse kerk zich verenigden tot de Protestantse Kerk in Nederland gaan twee kerkverbanden, na 56 jaar gescheiden opgetrokken te hebben, weer samen verder.
Bij die vereniging past in de eerste plaats een zegenwens. Een scheuring die zo veel pijn heeft gedaan in gezinnen, families en plaatselijke gemeenten wordt hiermee ongedaan gemaakt. In korte tijd hebben beide kerken kans gezien elkaar te naderen, elkaar te vergeven en uiteindelijk samen als één kerkelijke familie verder te gaan.
Bij het samengaan van deze kerken zijn echter ook belangrijke kanttekeningen te maken. Zo is het opvallend dat de naam van de nieuwe kerk maar één letter verschilt met die van het kerkverband van een van de fusiepartners. Wie geen vreemde is in kerkelijk Nederland, ziet dat de verenigde kerk veel meer DNA in zich heeft van de in 1967 ontstane Nederlands Gereformeerde Kerken dan van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt. Zo is in de nieuwe kerk de binding aan de gereformeerde belijdenis losser dan hij was in de GKV, zijn alle ambten voor vrouwen opengesteld en mogen kinderen aan het heilig avondmaal deelnemen.
Het zijn zaken die voor vrijgemaakten tot enkele jaren geleden ondenkbaar waren. Decennialang claimde deze kerk zelfs de enig ware kerk te zijn. Het is, in dat licht bezien, eigenlijk bijzonder dat uiteindelijk maar drie gemeenten binnen de GKV te kennen gegeven hebben niet mee te gaan in de fusiekerk. Daarbij moet wel aangetekend worden dat door alle ontwikkelingen in de afgelopen jaren al veel meer gemeenteleden zich hebben losgemaakt van de GKV. Voor hen is de kerkvereniging van vandaag geen feest, maar uiterst pijnlijk.
Het kan bijna niet anders of ook onder de lezers van het Reformatorisch Dagblad gaan de gedachten op een dag als vandaag naar de eigen kerkverbanden. Kerken die langer of korter geleden scheurden of kerkverbanden waar de eenheid onder grote druk staat. En dat ondanks het feit dat iedereen het er hartelijk over eens is dat kerkelijke verdeeldheid zonde is. Maar helaas wel een zonde die vaak gekoesterd wordt en soms zelfs nog wel eens tot enige kerkelijke hoogmoed leidt. In de trant van: Bij ons gaat waarheid gelukkig nog voor eenheid.
Terechte kritiek kan er dan ook niet zijn zonder dat alle kerken in de spiegel van Gods Woord kijken. En wie daarin kijkt, kan niet om de vraag heen hoe het gesteld is met de eigen kerk of kerkelijke groepering als het gaat om het streven naar eenheid met anderen. Het is immers Christus Zelf Die bad: „Opdat zij allen één zijn.”