Een vaas valt gemakkelijker te breken dan te lijmen. Zo ook een kerk. Toch zijn sinds deze maandag de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKV) en de Nederlandse Gereformeerde Kerken (NGK), na 56 jaar van scheiding, weer één. Vier vragen over de breuk en de hereniging.
Gebeurt er vandaag, op 1 mei, iets bijzonders?
Ja en nee. Nee, omdat het slechts de formele herenigingsdatum van de GKV en de NGK betreft. Speciale activiteiten zijn er nu niet. Die waren er wel op 15 april, toen op de slotzitting van de synode van de GKV en de landelijke vergadering van de NGK door de beide voorzitters, ds. Dinand Krol (GKV) en Frans Schippers (NGK) het eenwordingsbesluit werd ondertekend. Op die bijeenkomst vierden de afgevaardigden ook samen het heilig avondmaal. Verder zal de eenwording feestelijk gevierd worden tijdens een bijeenkomst op 12 mei in de Utrechtse Jacobikerk.
Toch is 1 mei wel degelijk een bijzonder markeringspunt. Zo vaak komt het immers niet voor dat kerken die ooit met knallende ruzie uit elkaar gingen, zich herenigen. Verder is de nieuwe kerk die vandaag ontstond, de Nederlandse Gereformeerde Kerken (NGK), in omvang het tweede protestantse kerkgenootschap van Nederland geworden. Met circa 140.000 leden en zo’n 350 lokale kerken moeten de nieuwe NGK alleen de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) voor laten gaan (circa 1,5 miljoen leden). Na de NGK komen op plek drie de Gereformeerde Gemeenten (ruim 105.000 leden).
Waarover ging het conflict in 1967?
Kort gezegd over de vraag of je de GKV, die in 1944 waren ontstaan uit de Gereformeerde Kerken in Nederland, nu werkelijk moest beschouwen als de enige ware kerk in Nederland. Een deel van de vrijgemaakten wilde het allemaal zo strikt niet zien; deze kerkleden waren geen voorstander van eigen vrijgemaakte organisaties (zoals vakbond, school of politieke partij), bepleitten verzoeningsgesprekken met de Gereformeerde Kerken en wilden op leerstellig vlak meer vrijheid. Nadat vertegenwoordigers van deze groep de beruchte Open Brief hadden geschreven, kwamen zij buiten het verband van de GKV te staan. Na enige tijd verenigden zij zich in de NGK.
Welk gevolg had deze breuk?
Zoals vaker bij kerkscheuringen hakte de breuk er diep in, niet alleen in gemeenten, maar ook in families. Buren keken elkaar niet meer aan, docenten op vrijgemaakte scholen werden ontslagen en stelletjes werden geacht hun verkering uit te maken. Kortom: veel boosheid, pijn en verdriet, die nog jarenlang doorwerkten in intermenselijke verhoudingen.
Waardoor kwam het proces van hereniging op gang?
Vooral door theologische en culturele veranderingen in de GKV in de achterliggende decennia. Het ware-kerk-denken verdween, de jonge generatie kan zich bij de twist van vroeger niets meer voorstellen, en de binding aan de belijdenis werd ook onder vrijgemaakten losser. Toen de GKV in 2017 ruimte boden aan vrouwen in het ambt –een ruimte die er in de NGK al veel langer was–, was de laatste hindernis voor hereniging weggenomen, konden gesprekken worden gestart en een regiegroep ingesteld, die met gezwinde spoed aan het werk ging. Met als resultaat dat de twee kerken per 1 mei weer één zijn.