Religie is dood, zo wordt niet zelden gezegd. Het lijkt soms wel eens dat als je dit soort dingen maar vaak genoeg roept of schrijft ze dan vanzelf ook waar worden.
Toch is het verschijnsel religie ook in onze maatschappij nog steeds springlevend. Dat bleek wel toen op Tweede Paasdag het nieuws naar buiten kwam dat ex-priester, theoloog en dichter Huub Oosterhuis (89) was overleden. Zijn verscheiden was de opening van de websites van werkelijk alle nieuwsmedia in Nederland, van NOS tot het Parool. Op de website van de NOS was zijn overlijden zelfs tot in de avond het belangrijkste nieuwsitem.
De NOS ruimde ook de eerste plaats in het avondjournaal in om minutenlang verslag te doen van het overlijden van Oosterhuis. Er werden diverse kenners van kerk en dichtkunst aan het woord gelaten en zelfs zijn officieuze biograaf, Marc van Dijk, werd uitgebreid geïnterviewd. Al met al zou het item dat over het overlijden van Oosterhuis ging zomaar langer geweest kunnen zijn dan de aandacht die op het journaal werd besteed aan het overlijden van emeritus-paus Benedictus XVI.
Natuurlijk gebiedt de eerlijkheid te zeggen dat er op een Tweede Paasdag meestal niet veel nieuws is. Het politieke bedrijf ligt stil en aandacht voor iets kerkelijks is tijdens de Paasdagen ook niet verkeerd. Daarbij is Huub Oosterhuis, die zich destijds sterk verzette tegen allerlei regels en dogma’s van de Rooms-Katholieke Kerk, voor wereldse media veel interessanter dan een predikant die tijdens zijn leven altijd trouw is gebleven aan de traditionele christelijke leer.
Toch blijft het bijzonder om te horen dat een verslaggever in het journaal de kijkers vertelt dat Oosterhuis in 1933 geboren werd op Allerzielen, de dag waarop in de Rooms-Katholieke Kerk de doden worden herdacht, en gestorven is op Pasen, de dag waarop christenen de opstanding van Jezus Christus gedenken. Een stukje uitleg over kerkelijke feestdagen is nu eenmaal niet iets dat tot het standaard repertoire van de nationale omroep behoort. Of het moest gaan over de Ramadan, daar wil men nog wel eens wat ruimte voor vrijmaken.
Oosterhuis was bepaald geen orthodox theoloog. Naast zijn strijd tegen allerlei expliciet Rooms-Katholieke dogma’s keerde hij zich ook tegen algemeen christelijke dogma’s zoals de verzoening door Christus en Diens lichamelijke opstanding. Vooral in zijn latere poëzie en gedichten werd de naam van God steeds minder en die van Christus helemaal niet meer genoemd. Dat zijn overlijden echter tot zoveel aandacht heeft geleid, had hij zelf nimmer kunnen denken. En het laat ondanks alles zien dat de christelijke religie –Oosterhuis had overigens een hekel aan dat woord religie– diep verankerd zit in onze cultuur. Dat zegt helaas niets over de plaats van het ware geloof in de maatschappij. Maar het biedt ook in 2023 wel aanknopingspunten om het gesprek over dat geloof te blijven voeren.