Vijftig jaar geleden maakte Huub Oosterhuis (1933) zijn eerste kerklied: ”Zolang er mensen zijn op aarde”. De dichter werd een bekende en niet meer weg te denken verschijning in kerkelijk Nederland. Telde het Liedboek voor de kerken (1973) destijds nog ‘maar’ 15 gezangen van zijn hand, in het nieuwste Liedboek (2013) staan liefst 87 liederen en gebedsteksten van Oosterhuis.
Zijn gezang ”De steppe zal bloeien” werd in 2006 door NCRV-luisteraars uitgeroepen tot het mooiste religieuze lied. Ter gelegenheid van Oosterhuis’ 85e verjaardag, donderdag 1 november, is het complete oeuvre van de voormalige priester –meer dan 420 liedteksten– verzameld en uitgebracht. De uitgave heeft de treffende titel ”Stilte zingen” gekregen, ontleend aan een tekst bij Psalm 65.
Al eerder verscheen het ”Verzameld Liedboek” van Oosterhuis, in 2004. Maar de dichter is nadien blijven schrijven. Vandaar dat een nieuwe uitgave wenselijk was. Met als verschil dat het deze keer een tekstuitgave betreft. Naar de melodieën die bij de meeste liederen zijn gecomponeerd, moet de gebruiker zelf op zoek. Overigens is nog steeds niet alles wat Oosterhuis schreef in één band bijeengebracht. Een aantal teksten vond hij namelijk inmiddels gedateerd. Zo zijn vier liederen uit het Liedboek voor de kerken niet te vinden in ”Stilte zingen”, waaronder het fraaie huwelijkslied ”God die in het begin”.
Het begon een halve eeuw geleden toevallig, schrijft Oosterhuis: „Maak jij eens een liedje in het Nederlands, met iets van de Bijbel erin.” De „liedjes” werden zijn levenswerk. En daar is de dichter dankbaar voor. „Gezongen worden is een groot geluk. Ik heb mensen bereikt die ik nooit heb ontmoet, wier naam en ziel ik niet ken.”
Oosterhuis is een begenadigd dichter. Hij kan met weinig woorden veel zeggen. Neem de frase: „God die wij aanbidden/ is ons rakelings nabij” uit het lied ”Omdat Hij niet ver wou zijn”. Of de zinsnede „ik hoop u tegemoet” uit ”Gij zijt voorbijgegaan”. Tegelijk ervaart iemand die confessioneel en Bijbels-belijnd wil denken op veel momenten in deze uitgave een gevoel van vervreemding. De inhoud is vaak vaag. De manier waarop Christus in de teksten voorkomt, is nogal eens aanstootgevend. Neem de ”Hymne aan Jezus”, vrij naar een oudkerkelijke hymne van Clemens van Alexandrië. Het begint zo: „Jong onstuimig ongetemde veulens, wij./ Zachte halster, strenge toom, zoet bit ben Jij.” Of de manier waarop de Geest wordt aangesproken: „Hierheen, Adem, steek mij aan.” En even verder: „Welkom armeluisvader/ welkom opperschenker/ welkom hartenjager.” Brutaal wordt God aangesproken: „Als Jij bestaat/ bewerk ons dan.”
Als het ”Nawoord-lied” achter in het boek de zwanenzang van Oosterhuis is, dan heeft de 85-jarige van het Bijbelse geloof in God blijkbaar weinig meer overgehouden dan mooie verhalen en vooral veel vragen.
Boekgegevens
Stilte zingen. Verzamelde liedteksten, Huub Oosterhuis; uitg. KokBoekencentrum, Utrecht, 2018; ISBN 978 90 435 3099 6; 636 blz.; € 39,99.