Autotest: Opel Rocks-e valt ondanks bescheiden formaat meteen op
Een personenauto voor minder dan 10.000 euro, dat is inmiddels een utopie. Of niet? Opel heeft sinds enige tijd de Rocks-e in zijn programma staan. Een 2,41 meter lange, volledig elektrische stadsauto.
Wat mag je van een dergelijk compact model verwachten? Allereerst een grappig voorkomen. De Rocks-e is een gespiegelde auto omdat bijvoorbeeld de deuren, de bumpers en ruiten voor en achter of links en rechts identiek zijn. De buitenkant is volledig van kunststof rondom een metalen frame dat in het interieur zichtbaar is.
Dat interieur biedt plaats aan twee. De stoelen zijn keihard en bieden geen zijdelingse ondersteuning. Verder zijn er op tal van plaatsen slim bedachte opbergvakken gemaakt. Voor een kleine koffer is er zelfs ruimte onder het dashboard. Het instrumentarium blijft beperkt tot een compacte digitale unit achter het stuur. Standaard zijn er een USB-aansluiting en een telefoonhouder. Handig!
De uiterst wendbare Opel is vooral geschikt voor stadsgebruik. De snelheid is namelijk begrensd op 45 km/h. De vierwieler valt daardoor in de categorie brommobielen en mag dus al vanaf 16 jaar met een brommerrijbewijs worden gereden. Daarmee breidt de doelgroep zich uit naar scholieren, die bijzonder hip en droog naar hun lessen kunnen rijden.
Alhoewel, droog, in dit testexemplaar liep het regenwater rijkelijk via een niet goed afsluitend portierrubber naar binnen. Een kleine ventilator houdt met moeite de voorruit dampvrij, maar de rest beslaat acuut. Daarbij gaat het zicht door de minuscule spiegeltjes naar nul.
De Rocks-e mag dan harde stoelen hebben en stug zijn, in een stadse omgeving brengt de Opel zijn berijder en passagier naar waar ze maar willen. Van de beloofde actieradius van 75 kilometer blijven er in de praktijk nog geen 50 over. Laden gebeurt gewoon via het stopcontact van 220 volt. Maar ondanks het bescheiden formaat valt de gebruiker in het verkeer beslist op.