Groen & duurzaamheidreconstructie ExxonMobil
Van pionier in onderzoek naar twijfel zaaien over het klimaat

Hoe kun je eerst toonaangevend zijn in onderzoek naar klimaatverandering en er later twijfel over zaaien? Olie- en gasreus ExxonMobil deed het. Uit nieuw onderzoek blijkt dat het bedrijf al in de jaren 70 nauwkeurig voorspelde dat de aarde zou opwarmen met 0,2 graden per decennium. Een reconstructie.

Klimaatactivisten protesteerden in 2019 in New York tijdens de eerste dag van een rechtszaak tegen Exxon Mobil. Het oliebedrijf staat terecht voor misleiding over klimaatverandering.   beeld AFP, Angela Weiss
Klimaatactivisten protesteerden in 2019 in New York tijdens de eerste dag van een rechtszaak tegen Exxon Mobil. Het oliebedrijf staat terecht voor misleiding over klimaatverandering.  beeld AFP, Angela Weiss

Het jaar 1968 kun je gerust een scharnierpunt noemen. Een scharnierpunt in de klimaatwetenschap. In dat jaar publiceerde Elmer Robinson, klimaatwetenschapper bij het Stanford Research Institute, een belangrijk rapport. Alle simpele feiten en basisnatuurkunde rond klimaatverandering stonden al in het rapport: dat de CO2-concentratie in de lucht steeg, dat fossiele brandstoffen daarvan de meest waarschijnlijke bron zijn, dat CO2 een broeikasgas is en dat de opwarming „vrijwel zeker gaat plaatshebben”. Ook waarschuwde Robinson voor het smelten van de ijskappen en zeespiegelstijging.

Robinson trok ook aan de bel bij het Amerikaanse Petroleum Instituut, waar ook Exxon –het latere ExxonMobil– bij hoorde. Zijn signaal werd opgepikt, blijkt uit interne documenten die de afgelopen jaren openbaar zijn gekomen. In 1977 schreven wetenschappers van Exxon aan de bedrijfsleiding dat CO2 de „meest waarschijnlijke oorzaak” is van de opwarming van de aarde. Interne memo’s bevatten modellen en grafieken van de verwachte opwarming in de 21e eeuw.

Onderzoekers van het bedrijf rapporteerden in 1982 dat er een „duidelijke wetenschappelijke consensus is ontstaan” over het verband tussen de menselijke uitstoot van CO2 en de opwarming. In die tijd werkte klimaatonderzoeker Edward Garvey bij Exxon. In 2018 blikte hij in een podcast terug. Het was voor hem en zijn collega’s zonneklaar dat „global warming” serieus moest worden genomen. „Het probleem was niet of we een probleem zouden hebben. De vraag was simpelweg wanneer, hoe snel en hoe belabberd het zou worden. Niet of.”

In dezelfde periode concludeerde Edward David, hoofd onderzoek bij Exxon, dat een overstap naar duurzame energie onoverkomelijk was. Let wel, dit gaat dus om veertig jaar geleden, 1982. David: „Weinig mensen twijfelen eraan dat de wereld een energietransitie is ingegaan, weg van de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen en naar een mix van hernieuwbare bronnen die geen problemen met CO2-accumulatie zal opleveren.”

Exxon bleek vrij exact in het voorspellen van de opwarming. Uit recent onderzoek blijkt dat het bedrijf tussen 1977 en 2003 zeker twaalf interne onderzoeken publiceerde waarin de verwachte temperatuurstijging werd geprojecteerd. Allemaal kwamen ze op een opwarming van 1 tot 3 graden in 2050. De grafieken kloppen verrassend goed met de huidige opwarming.

19055972.JPG
Advertentie van Humble Oil, voorloper van Exxon. Het bedrijf pocht op hoeveel gletsjers er niet smelten van de energie die ze leveren. beeld RD

Advertorials

Extra pijnlijk is wat Exxon met deze kennis deed. Hoewel de wetenschappers van het bedrijf toonaangevend waren, ging Exxon verwarring zaaien. In de jaren 90 kwam een lobby voor klimaattwijfel op stoom. In het afgelopen decennium verschenen daar diverse stevige artikelen en boeken over. De onthullingen leidden in de Verenigde Staten tot grote verontwaardiging én talloze rechtszaken. Toch houdt ExxonMobil ondertussen bij hoog en laag vol dat het nooit bijdroeg aan het ontkennen van klimaatverandering. Zo reageerde het bedrijf eens: „Wij verwerpen ondubbelzinnig de aantijgingen dat ExxonMobil onderzoek naar klimaatverandering heeft onderdrukt.”

En inderdaad bleven onderzoekers van Exxon wetenschappelijke bijdragen publiceren. Maar dat is niet het hele verhaal. Zulke onderzoeksartikelen komen namelijk zelden bij het grote publiek terecht. In hun uitingen richting de gewone man sloeg het bedrijf intussen een heel andere toon aan, schreven onderzoeksjournalisten in 2015. En wetenschappers concludeerden in 2017 dat het oliebedrijf de massa misleidde met advertenties.

19055971.JPG
Advertorial in de New York Times om twijfel over klimaatverandering te zaaien. beeld RD

Twijfel zaaien was het doel. Er kwamen advertorials in onder meer The Washington Post, The Wall Street Journal en The New York Times. Zo kopte de laatste in door het bedrijf gesponsorde content: „Laten we eerlijk zijn: de wetenschap van klimaatverandering is te onzeker om met een actieplan te komen dat economieën in de chaos zou kunnen storten.” Een andere advertorial stelde: „Reset het alarm. (…) Laten we in Kyoto niet overhaast een beslissing nemen… We weten nog steeds niet welke rol door de mens veroorzaakte broeikasgassen zouden kunnen spelen bij het opwarmen van de planeet.” Een advertorial kostte destijds ruwweg 31.000 dollar. Exxon en Mobil –toen nog twee bedrijven– strooiden met miljoenen om het publiek zand in de ogen te strooien.

Eigen hachje

Dat de klimaattwijfel een bewuste campagne was, bleek ook uit de gelekte interne documenten. Sinds eind jaren 80 wilde Exxon „de onzekerheid in wetenschappelijke conclusies” gaan benadrukken. Daarnaast en ook meer oog hebben voor het economische plaatje en de „sociaal-politieke realiteit”. Het bedrijf was bang voor „kostbare, draconische maatregelen”. In jip-en-janneketaal: het probeerde vooral zijn eigen hachje te redden. Strikt beleid rond broeikasgassen kon immers het bedrijf om zeep helpen. Vandaar het doel: twijfel zaaien.

De opkomst van de twijfelbrigade juist in die periode is overigens niet verrassend. In 1988 kreeg klimaatverandering namelijk bekendheid. De gelauwerde wetenschapper James Hanssen moest er in dat jaar voor het Amerikaanse Congres over getuigen. En in 1989 werd het klimaatpanel van de VN, het IPCC, opgericht.

De fossiele industrie zag haar winst in gevaar komen. Niet verwonderlijk dat Exxon –samen met onder meer Shell– de Global Climate Coalition oprichtte. Deze vereniging zou tot de opheffing in 2002 er alles aan doen om klimaatbeleid te voorkomen.

Notoir sceptisch

Wie een belangrijke rol speelde bij het verspreiden van klimaatontkenning, was de directeur van ExxonMobil, Lee Raymond. Hij leidde het bedrijf van 1993 tot 2005. De Amerikaanse journalist Steve Coll schreef over hem dat hij „notoir sceptisch” was over klimaatverandering. En dat Raymond „een hekel had aan overheidsinmenging op welk niveau dan ook”.

In 1997 speechte de directeur voor het Wereld Petroleum Congres. Hij bestreed de klimaatwetenschap vol vuur: „Ten eerste: de wereld warmt niet op. Ten tweede: zelfs als dat zo was, zouden olie en gas niet de oorzaak zijn. Ten derde kan niemand de waarschijnlijke toekomstige temperatuurstijging voorspellen.” Om een en ander in perspectief te zetten: dat was op het moment dat met horten en stoten de laatste hand werd gelegd aan het Kyotoprotocol. Met deze voorloper van het Parijsakkoord kwam de wereld voor het eerst overeen de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen.

Twijfel zaaien

In 1998 verscheen een inmiddels berucht pamflet dat internationaal onder beleidsmakers wordt verspreid. Het pamflet zaagde aan de poten van de klimaatwetenschap. Het stond vol met argumenten uit het sceptische universum. Argumenten die overigens nu nog af en toe rondzingen, maar die inmiddels al talloze keren zijn ontkracht.

Zo klonk opnieuw –een terugkerend mantra– dat de wetenschap nog erg onzeker zou zijn. Verder betoogde Exxon dat klimaatverandering van alle tijden was. Ook zou het aandeel van de mens in de opwarming maar piepklein zijn. Het document kwam verder met suggestieve waarheden. Zoals dat CO2 nodig is om de aarde leefbaar te houden. Op zich natuurlijk waar. Want zonder broeikasgassen zou de aarde een bevroren planeet zijn. Maar het is een halve waarheid. Alsof je tegen iemand die iedere dag fastfood eet, zegt dat er met voedsel niets mis is. Je vertelt dan niet dat je ook te veel en slecht voedsel kunt eten.

R-Exxon

De klimaattwijfelcampagne van Exxon richtte zich ook op de politiek. Zo steunde het bedrijf in de vorige eeuw politici die sceptisch tegenover de klimaatwetenschap stonden. Een voorbeeld is de Republikein James Inhofe. Senatoren en politici worden in de Verenigde Staten vaak aangeduid met een R of een D met daarachter de afkorting van de staat die ze vertegenwoordigen. In het geval van Inhofe uit Oklohama is dat: R-Ok. Vanwege zijn banden met fossiele industrie wordt hij echter soms omschreven als: James Inhofe (R-Exxon). Tussen 2007 en 2015 alleen al zou ExxonMobil 1,87 miljoen hebben uitgegeven aan klimaatontkenners in het Amerikaanse Congres.

De tentakels van de lobby reikten zelfs tot in het Witte Huis. Zo probeerde Exxon in 2002 klimaatwetenschapper Michael MacCracken via president George Bush te wippen uit een belangrijke post voor het IPCC. Het bedrijf wilde af van de „agressieve” klimaatagenda van de regering-Clinton/Gore.

Inmiddels staan de zaken er anders voor. Exxon ontkent klimaatverandering niet meer. In 2021 kwam het bedrijf zelfs met een plan toe te werken naar netto geen uitstoot van broeikasgassen. Tegelijk: het kwaad is al geschied. Het stof van de met olie en gas gesponsorde misinformatie rond klimaatverandering dwarrelt nog steeds rond. Daarbij had het ook anders kunnen lopen. Zoals Martin Hoffert, voorheen consultant bij Exxon, in 2015 tegen de Los Angeles Times zei: „Als Exxon nu naar zijn eigen wetenschappers had geluisterd (…) –en geen campagne was begonnen–, zou dat naar mijn mening een enorme impact hebben gehad.”

19055970.JPG
beeld EPA, Justin Lane

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer