Groen & duurzaamheidDuurzaamheid

Gangbaar versus biologisch: hoe verder met de landbouw?

De landbouw loopt tegen grenzen aan. Op de lange termijn is de huidige praktijk niet vol te houden. Kan biologische landbouw bijdragen aan de oplossing?

20 March 2025 16:10Gewijzigd op 20 March 2025 16:22Leestijd 11 minuten
In de Verenigde Staten zijn rundveeboerderijen met duizenden dieren de gewoonste zaak van de wereld. beeld iStock
In de Verenigde Staten zijn rundveeboerderijen met duizenden dieren de gewoonste zaak van de wereld. beeld iStock

1. Het dilemma

Rechtsom, maar ook linksom: iedereen houdt van boeren. Ze zorgen immers voor eten op het bord. Ondanks die waardering blijkt uit talloze onderzoeken dat de huidige wereldwijde landbouwpraktijk tegen grenzen aan loopt.

De landbouw draagt bij aan milieuproblemen die diepe sporen trekken op de planeet. Denk aan:

Teruggang biodiversiteit: decennia aan ontbossing, schaalvergroting en ruilverkaveling zorgen voor een achteruitgang van de natuur. In Nederland verdwenen in de afgelopen eeuw veel heggen en hagen uit het landschap. Daarmee verdween ook leefgebied van insecten en vogels.

Opwarming van de aarde: ontbossing zorgt voor extra CO2 in de lucht. Verder draagt landbouw bij aan de opwarming van de aarde via de uitstoot van de krachtige broeikasgassen methaan (vooral door koeien) en lachgas (uit kunstmestgebruik). De productie van kunstmest is energie-intensief, wat voor veel CO2-uitstoot zorgt.

Stikstofprobleem: op die plekken ter wereld waar stikstofvervuiling plaatsvindt, draagt de veehouderij met de uitstoot van ammoniak het meeste bij. Te veel stikstof in natuurgebieden zet de soortenrijkdom van de schepping onder druk.

Achteruitgang bodemleven: grote machines verdichten de bodem, wat nadelig is voor het bodemleven. Door het gebruik van kunstmest verdwijnt de organische stof (humus) uit de bodem. Dat verslechtert opbrengsten en het bodemleven.

Gezondheidseffecten gif: in de akkerbouw en sierteelt worden chemische bestrijdingsmiddelen ingezet. Pesticidegebruik ligt onder vuur vanwege ziektes die het kan veroorzaken. Zo zijn er wetenschappelijk gezien sterke vermoedens van bijvoorbeeld de link tussen glyfosaat en neurologische aandoeningen, zoals parkinson. In 2020 bleek bij een inspectie van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit dat op meer dan 70 procent van de groente en bijna 85 procent van het fruit nog residuen van gif zitten. Bestrijdingsmiddelen blijken ook [nadelig](https://www.mdpi.com/2077-0472/7/2/14  ) voor insecten, bodemdieren en ander leven.

Biologische landbouw wordt vaak gepresenteerd als hét duurzame alternatief voor de gangbare landbouw. Maar is dat ook zo?

2. De afwegingen

Op veel punten is dat ontegenzeglijk het geval. Neem alleen al het vermijden van synthetische bestrijdingsmiddelen. Dat is beter voor de gezondheid van mens en natuur. Of neem het vermijden van kunstmest. Biologische teeltwijzen kunnen een vruchtbaardere bodem vol leven opleveren.

Biologische landbouw pakt ook beter uit voor de biodiversiteit; denk aan kruidenrijke graslanden tegenover velden vol Engels raaigras.

Tegelijk scoort biologische landbouw op andere milieuthema’s gelijk of zelfs slechter dan gangbare landbouw. Zo valt de klimaatimpact per kilogram product hoger uit, met name doordat er meer land nodig is om dezelfde opbrengst te behalen.

Ook de uitspoeling van meststoffen naar bodem en water kan hoger liggen. Meststoffen in sloten en meren zorgen bijvoorbeeld voor overmatige algengroei.

Gangbare teelt kent één groot voordeel: de opbrengst. De prestaties in het verleden waren spectaculair. De wereldwijde graanopbrengst verdrievoudigde sinds 1960, terwijl het landgebruik voor graangewassen ongeveer gelijk bleef.

„Als ik tegenwoordig beweer dat biologisch voedsel niet de oplossing is, krijg ik soms boze reacties”

Joris Lohman, initiatiefnemer ”Stop the foodfight”

Overigens is die prestatie niet alleen te danken aan het gebruik van kunstmest en bestrijdingsmiddelen, maar ook voor een belangrijk deel aan mechanisatie en gewasveredeling. Zo werd landbouwkundige Norman Borlaug beroemd door het ontwikkelen van nieuwe tarwe- en rijstrassen die wereldwijd miljoenen monden hebben gevoed.

Feit blijft dat massaal overstappen op biologische landbouw in het huidige systeem voor problemen met de voedselzekerheid zou zorgen. Dat is ook niet duurzaam. Volgens datawetenschapper Hannah Ritchie van Our World in Data is het een misvatting dat biologische landbouw „de ideale vorm” van landbouw is.

De meeste onderzoeken wijzen uit dat de opbrengsten van biologische landbouw 20 tot 30 procent lager zijn, stelt Joris Lohman, oprichter van onderwijsbureau Food Hub en auteur van het boek ”Boter, kaas en havermelk”.

Over biologische landbouw en zijn opbrengst voeren voor- en tegenstanders oneindige discussies, ziet Lohman. „Er zijn talloze onderzoeken naar gedaan. Hoewel de gemene deler onder de argumenten is dat het tot lagere opbrengst leidt, wijzen andere wetenschappelijke artikelen erop dat op een langere termijn de opbrengsten vergelijkbaar zijn. Dit komt door een betere bodemvruchtbaarheid.”

Stammenstrijd

Lohman ziet dat er een soort stammenstrijd is ontstaan tussen voor- en tegenstanders van biologische landbouw. In navolging van journalist en schrijver Charles Mann ontwaart hij ”tovenaars” en ”profeten” in het landbouwdebat. Tovenaars verwachten het van technologische ontwikkelingen bij het verduurzamen. Profeten hameren op extensivering en biologische landbouw.

„De emoties kunnen hoog oplopen”, vertelt Lohman, die oorspronkelijk uit het kamp van de profeten komt. „Maar ik ben afgelopen jaren genuanceerder gaan denken. Als ik tegenwoordig beweer dat biologisch voedsel niet dé oplossing is, krijg ik soms boze reacties.”

Lohman wil overigens benadrukken niet tegen biologische landbouw te zijn. „Wel zie ik dat de discussie vaak gaat over hoge input (van kunstmest en bestrijdingsmiddelen, MK) en hoge opbrengst van de gangbare landbouw tegenover lage input en lage opbrengst van de biologische landbouw. De focus zou moeten liggen op een zo hoog mogelijke opbrengst met een zo laag mogelijke input.”

Om verder te komen ziet Lohman graag dat de strijdbijlen worden begraven. Daarom startte hij een paar jaar geleden het initiatief ”Stop the Food Fight” (stop het voedselgevecht). „Er is een middenweg mogelijk. Dat nieuwe verhaal vertel ik graag.”

3. De oplossing

Uitgangspunt voor voedseldeskundige Lohman blijft een landbouwsysteem dat past binnen de grenzen van de planeet en dat tegelijk de wereld voedt. Maar is dat geen utopie?

Zeker niet, benadrukt Lohman. Al blijkt uit wetenschappelijk onderzoek wel dat dan alle zeilen moeten worden bijgezet. Want als het gaat om de klimaatimpact zou alleen al de landbouw zonder veranderingen genoeg broeikasgassen uitstoten voor een bijna 2 graden warmere wereld. Los van andere sectoren.

In zijn boek schetst hij vijf interventies die dus allemaal tegelijkertijd nodig zijn in de landbouw. Volgens Lohman kan het niet zonder de tovenaarsoplossingen: een verdere intensivering van de landbouw en het efficiënter maken van ketens. Enkel biologisch? Nee dus.

Tegelijk mogen voor een duurzame landbouw een aantal profetenpunten niet ontbreken: minder voedsel verspillen, maar ook anders consumeren. Dat betekent toch echt minder vlees en meer plantaardig eten, aldus Lohman.

Scenario

Ecoloog Hanneke van Ormondt van Urgenda erkent ook dat de huidige landbouw in het huidige systeem niet zomaar past in een biologisch jasje. Urgenda –bekend van de klimaatzaak tegen de Nederlandse staat– heeft als missie om Nederland te helpen verduurzamen. Vorig jaar ontwikkelde de organisatie een visie op de landbouw: landinzicht.

De visie kijkt radicaal anders naar het landgebruik in Nederland. Deze schetst een route hoe de landbouw in de toekomst eruit zou kunnen zien, waarbij rekening gehouden wordt met voedselzekerheid, milieu, klimaat en gezondheid.

De olifant in de kamer is het ruimtegebruik voor vee, volgens Urgenda. Op dit moment is de helft van de grond in Nederland bestemd voor landbouw, waarvan weer driekwart gaat naar dieren. Denk aan weiden of maisteelt voor veevoer.

„Het scenario laat zien wat er mogelijk is, dat het anders kan, dat kiezen loont”

Hanneke van Ormondt, ecoloog bij Urgenda

Voor zijn visie liet Urgenda uitgebreid onderzoek doen door adviesbureau Kalavasta. De uitkomst? Een fictief scenario hoe Nederland binnen de eigen grenzen alle benodigde voedingsstoffen kan produceren voor een volledig gezond dieet voor alle Nederlanders.

„Het scenario laat zien wat er mogelijk is, dat het anders kan, dat kiezen loont”, zegt Van Ormondt.

Het anders inrichten van de ruimte heeft wel gevolgen. Zo krimpt de veestapel flink, maar is een compleet vegetarisch dieet niet nodig. De gemiddelde Nederlander haalt nog 33 procent van zijn eiwitten uit dierlijke producten. „Daarbij hoort een gezonder dieet met meer groenten, fruit en granen van Nederlandse bodem.”

Voordelen zijn er ook. Voor alle genoemde milieuproblemen biedt het scenario van landinzicht een oplossing of op zijn minst verlichting. De minpunten van biologische landbouw worden gecompenseerd door milieuwinst dankzij de krimp van de veestapel. „En we berekenden ook een besparing in gezondheidskosten op termijn van 115 miljard euro.”

Grootschalige import van soja voor veevoer is in het scenario niet meer nodig. En ook blijft er meer ruimte over voor ander landgebruik: extensieve veehouderij, groenteteelt, boomgaarden voor fruit en walnoten, vezelgewassen voor de woningbouw en zelfs een klein beetje extra natuur.

Hanneke van Ormondt. beeld Maartje Geels

Wat opvalt aan ”landinzicht” van Urgenda is dat de visie niet uitgaat van een volledig biologische landbouw. „75 procent minder gif en 75 procent (nagenoeg) biologisch”, zo staat te lezen.

Urgenda wil er niet te geharnast in zitten en laat daarom ruimte voor bestrijdingsmiddelen. Van Ormondt: „Bij sommige gewassen kan gebruik van gif naar nul door natuurlijke bestrijding in te zetten. Bij andere teelten, zoals bij de bestrijding van phytophthora bij aardappelen, zal dat lastiger worden.”

De ecologe benadrukt dat volledig overschakelen op biologisch volgens haar wel kan. „Maar dan alleen als we nog meer plantaardig gaan eten. We spelen nu de toppredator in de voedselpiramide. Bij een evenwicht in een ecosysteem zijn er weinig van zulke toppredatoren. De mens als vleeseter brengt de aarde uit balans. Gaan we minder vlees eten, dan spelen we automatisch grond vrij waar biologisch geteeld kan worden.”

Urgenda liet ook een niet realistisch scenario met een volledig plantaardig dieet doorrekenen. „Daarmee zouden we ook nog genoeg land hebben om gewassen te verbouwen om per persoon per jaar 10 kilo aan kleding te maken.” Lachend: „Voor het gemak gingen we ervan uit dat iedereen linnen draagt.”

Visies zijn mooi, maar de praktijk is weerbarstig, weet Van Ormondt. Vooral de winstgevendheid voor boeren is een aandachtspunt. Daarom komt in de visie het zevenvinkjesverdienmodel langs. Boeren krijgen een vergoeding van 1000 euro per hectare als ze overstappen op duurzame landbouw.

Om te laten zien dat het werkt, neemt Urgenda zelf de proef op de som. Tien jaar lang gaat de organisatie twintig boeren (met maximaal 30 hectare) ondersteunen met die 1000 euro per hectare.

„Boeren willen zekerheid; die is er nu niet in het beleid van de regering”

Hanneke van Ormondt, ecoloog bij Urgenda

„Nog voor de zomer zetten we de eerste handtekeningen”, verwacht Van Ormondt. „Er is zo veel animo dat we makkelijk aan de twintig boeren komen.”

De vastigheid van tien jaar is van belang voor boeren. „Ze willen zekerheid. Die zekerheid is er nu niet in het beleid van de regering. Dat verandert elke paar jaar. Neem de Europese ecoregeling met subsidies voor duurzame maatregelen. Na een paar jaar werd deze alweer uitgekleed. Het risico moet niet bij de boer liggen, maar bij de boer en de maatschappij samen.”

Technische ontwikkelingen zitten niet in de Urgendavisie. Denk bijvoorbeeld aan precisiefermentatie, zuivel gemaakt door micro-organismen. „We hebben gerekend met de technieken van nu. Als nieuwe technieken doorbreken, zou je nog meer land overhouden voor andere zaken. Voor natuur of de groei van gewassen voor kleding en als grondstof voor de industrie.”

Joris Lohman. beeld Food Hub

Kweekvlees

Lohman van ”Stop the Food Fight” vindt de gedachtegang in Urgenda’s visie mooi. Zelf benadrukt hij dat het niet zonder de intensivering van de landbouw kan.

Zo is Lohman enthousiast over de opkomende precisielandbouw. Met behulp van data, computers, robots en drones kan heel gericht onkruid worden bestreden en bemesting worden toegediend. „Dat zorgt voor veel minder input van kunstmest en bestrijdingsmiddelen. De verduurzaming van de gangbare landbouw zet door.”

Andere vormen van intensivering, zoals precisiefermentatie en kweekvlees staan nog in de kinderschoenen en zijn ook veelbelovend. „Ik ben niet opeens ‘tovenaar’ en fan van de techniek. Technologie is niet de heilige graal. Toch ben ik wel optimistisch over bijvoorbeeld kweekvlees. Als ik nu al hoor van experts wat er mogelijk is, dan verbaast me dat. Weinig energie en grondstoffen creëren veel opbrengst. De ontwikkelingen gaan razendsnel. Als dit doorbreekt, spaart dit veel landgebruik uit.”

Het plan van Urgenda is bedoeld om het gesprek te starten. Lohman sluit zich daarbij aan. „Voor mij gaat het niet om het kiezen tussen biologische of gangbare landbouw, maar om het vinden van een balans waarin beide vormen van landbouw op de juiste plek wordt toegepast.”

Dat vergt wel keuzes. „Want waar doe je wat? Waar heb je vruchtbare grond die geschikt is voor intensieve akkerbouw? Waar ligt het meer voor de hand om over te stappen op extensievere landbouwvormen, zoals biologisch of regeneratief?”

Met een lach: „Het is precies wat Johan Remkes in zijn stikstofrapport concludeerde: „Niet alles kan overal.””

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer