Landen die sjoemelen met hun CO2-uitstoot vallen straks door de mand
Klimaattop op klimaattop is gehouden om afspraken te maken over de CO2-uitstoot. Maar papier is geduldig; wie controleert of de landen hun verplichtingen ook nakomen?
Elk jaar rapporteren de landen wereldwijd hun CO2-uitstoot aan het klimaatkantoor van de Verenigde Naties, de UNFCCC. Het lijkt gemakkelijk om daarmee te sjoemelen en de cijfers te manipuleren. En dat blijkt in de praktijk ook zo te zijn. Het lijkt gemakkelijk om daarmee te sjoemelen en de cijfers te manipuleren. En dat blijkt in de praktijk ook zo te zijn.
Voor EU-landen valt het oppoetsen van de cijfers niet mee. Ze moeten hun uitstoot van CO2 en andere broeikasgassen bijhouden en elk jaar rapporteren. Dat gaat vrij ver. Zo geven Europese energiecentrales jaarlijks een gedetailleerd overzicht van hun uitstoot: daarin is van elk uur de emissie vastgelegd.
Deze cijfers zijn ook te controleren. De Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA heeft twee zogeheten OSO-satellieten in een baan om de aarde, die de CO2-uitstoot vrij nauwkeurig kunnen vaststellen. Daarmee kon de opgegeven uitstoot van de Belchatόw-kolencentrale in Polen, Europa’s grootste CO2-uitstoter, vijf jaar lang, tientallen keren per jaar worden gemeten. Wat bleek? De opgegeven uitstoot door de centrale kwam vrijwel overeen met de meting van de satellieten.
Polen levert dan wel vrij betrouwbare cijfers aan, maar elders in de wereld is het soms bar en boos. The Washington Post onthulde onlangs op basis van eigen onderzoek dat er een enorme kloof gaapt tussen wat landen rapporteren en wat ze echt de lucht in blazen. In totaal poetsen landen samen jaarlijks tot 13,3 miljard ton aan uitstoot weg, een emissie ter grootte van de uitstoot van een land als China.
Sommige landen doen dat door de opname van CO2 door landbouw, planten en bomen fors te overschatten. Maleisië bijvoorbeeld zou in 2016 422 miljoen ton aan broeikasgassen hebben uitgestoten. Maar het land beweert dat zijn bomen zo veel CO2 opnemen, dat er netto maar 81 miljoen ton van overblijft, ongeveer de jaarlijkse uitstoot van België.
Fantasie
„Hierdoor wordt alles een beetje fantasie. Want tussen de wereld van rapportage en de echte wereld van emissies bestaan grote verschillen”, liet Philippe Ciais, klimaatwetenschapper bij het Franse Laboratorium voor Klimaat- en Milieuwetenschappen, weten aan The Washington Post. „Als we de uitstoot niet kennen, weten we evenmin of we de uitstoot op een zinvolle manier terugdringen”, stelde Rob Jackson, hoogleraar aan Stanford University (VS). „De atmosfeer bevat uiteindelijk de waarheid.”
De cijfers van de NASA over de Poolse centrale zijn momentopnames van één grote uitstoter. Maar hiermee is wel aangetoond dat CO2-uitstoot van één bron betrouwbaar meetbaar is vanuit de ruimte. Om te zorgen dat alle landen hun klimaatverplichting nakomen en om kleinere uitstoters te detecteren, moet er veel vaker en secuurder worden gemeten. Er moeten specialistische satellieten komen om de CO2-uitstoot continu te monitoren.
Het lastige van het broeikasgas is dat het nauwelijks chemisch reageert in de atmosfeer. Daardoor zijn de bronnen van het broeikasgas moeilijk aan te wijzen. Momenteel bevat de atmosfeer zo’n 415 ppm (deeltjes per miljoen luchtdeeltjes) CO2. De uitstoot van bijvoorbeeld een kolencentrale voegt daar relatief weinig aan toe. Dat maakt het lastig om de uitstoot van een bron secuur te bepalen.
Nauwkeuriger
Tot 2026 zal de wereld het moeten doen met de grove metingen van de NASA. In dat jaar lanceert de Europese ruimtevaartorganisatie ESA de CO2M-missie: twee satellieten elk met een infraroodspectrometer aan boord om CO2 in de atmosfeer te meten. Mogelijk worden dat er drie. Die kunnen de CO2-uitstoot van menselijke activiteiten vijftig keer nauwkeuriger vastleggen dan de twee NASA-satellieten.
De satellieten maken korte metten met de onzekerheidsmarges die landen hanteren in hun schatting van de uitstoot van het broeikasgas. Ook is de voortgang van de energietransitie beter bij te houden. Als het goed is, moet de CO2-uitstoot in Europa door alle klimaatmaatregelen hard omlaaggaan. „Eenmaal gelanceerd, zal CO2M de eerste missie zijn die antropogene koolstofemissies monitort”, zei ESA-directeur Simonetta Cheli bij de ondertekening van het programmacontract.
Maar ook de CO2M-satellieten zijn afhankelijk van ideale weersomstandigheden. Zodra er veel bewolking is, houdt het meten van CO2 op.
Methaan
Een ander broeikasgas dat ook door het gebruik van fossiele brandstoffen wordt uitgestoten, is methaan, oftewel aardgas. Die uitstoot is een heel stuk gemakkelijker te meten met satellieten. Uit satellietwaarnemingen is al gebleken dat kolenmijnen in Australië 35 keer meer methaan uitstoten dan het land rapporteert. Met name de Hail Creek Mine in Queensland is problematisch .
Uit de waarnemingen bleek ook al dat Rusland de grootste methaanuitstoter ter wereld is. Maar Rusland rapporteert heel andere cijfers, die miljoenen tonnen aan methaanuitstoot verdoezelen. Veel olie- en gasproducenten in de Perzische Golfregio, zoals de Verenigde Arabische Emiraten en Qatar, rapporteren ook een heel kleine methaanuitstoot door olie- en gaswinning die niet spoort met andere wetenschappelijke datasets.
„Zolang de toezeggingen in het klimaatakkoord van Parijs niet worden gevolgd door metingen van de werkelijke atmosferische emissies, is het alsof iemand op dieet gaat zonder zich ooit te wegen”, constateerde Ray Weiss, een atmosfeerwetenschapper aan het Scripps Institution of Oceanography in San Diego, in The Washington Post. De VN heeft inmiddels een satellietmissie aangekondigd die de wereldwijde methaanuitstoot gaat meten.
De satellietmissies zijn nog maar een begin van de onafhankelijke, grootschalige monitoring van broeikasgassen, stelde Ray Nassar, onderzoeker bij Environment and Climate Change Canada, in november in Cosmos Magazine. „De komende vijf jaar zal een reeks nieuwe satellietmissies worden gelanceerd die speciaal zullen worden ontworpen voor het monitoren van koolstofdioxide, methaan en andere gassen.”
Vertraagd
Energiecentrales, megasteden, raffinaderijen en fabrieken zijn samen verantwoordelijk voor bijna de helft van de totale uitstoot van broeikasgassen door de mensheid. Volgens Nasser komen de rapportages momenteel met te veel vertraging binnen om er tijdig op in te kunnen spelen met maatregelen. „Voor milieu- en klimaatbeleid is frequentere en gedetailleerdere rapportage nodig. Satellieten kunnen helpen om deze informatie te verstrekken.”
Momenteel kunnen sommige landen nog vrijelijk sjoemelen met de rapportages. Eigenlijk vereist het akkoord van Parijs in 2024 al een sluitend rapportagesysteem, maar dat komt er op zijn vroegst pas in 2030. Met de lancering van de satellieten gaat het net zich sluiten. Niet het politieke papierwerk, maar de harde cijfers worden doorslaggevend voor de mate waarin landen hun klimaatafspraken nakomen.