Een op de vijf Nederlanders gelooft in complottheorieën, zo blijkt uit recent onderzoek. De geschiedenis heeft geleerd dat het geloof in complottheorieën niet zonder gevaar is. Dat wist ook John Bunyan.
Genoemd onderzoek vond plaats in de aanloop naar de conferentie van het World Economic Forum in Davos. Die samenkomst van de ”groten der aarde” voedt de gedachte dat een kleine elite met verhulde maar wel verkeerde bedoelingen de wereld regeert.
Bij een complottheorie gaat het vaak om de gedachte dat er achter de schermen een samenzwering plaatsvindt. Meestal wijst zo’n theorie op een geheime elite die feiten verdraait of verzwijgt om een eigen doel te behalen. In de laatste editie van de European Social Survey staat dat 17 procent van de Nederlanders denkt dat groepen wetenschappers bewijsmateriaal „verdraaien, verzinnen of verzwijgen” om de bevolking te misleiden.
Recente voorbeelden van wat complotdenkers beweren zijn: de aarde is plat, achter de aanslagen van 11 september zat de Amerikaanse overheid en de eigenlijke oorzaak van de coronapandemie is het 5G-netwerk.
Zondebok
Men kan zich afvragen waarom dit soort complottheorieën zo gemakkelijk ingang vindt. Een van de belangrijkste redenen daarvoor is dat een complottheorie een simpel, goed te begrijpen antwoord of verklaring biedt bij dingen die overweldigend of moeilijk te bevatten zijn. Wie had vijf jaar geleden kunnen bedenken dat de coronapandemie zou komen en zo’n impact zou hebben?
Een tweede reden is vaak de behoefte aan een zondebok, zodat we iets of iemand buiten onszelf de schuld kunnen geven van ontwikkelingen waarmee we niet gelukkig zijn.
Daar komt nog bij dat de toegang tot internet de verspreiding en acceptatie van een complottheorie versnelt. Moest die vroeger vooral via pamfletten of tijdens bijeenkomsten worden verspreid, tegenwoordig is het mogelijk om er na een enkele muisklik kennis van te nemen.
Wie denkt dat dergelijke complottheorieën een fenomeen van de 21e eeuw zijn, heeft het mis. Bekend is dat er onder de oude Romeinen ook al mensen waren die complottheorieën aanhingen. Christenen in de Vroege Kerk werden ervan beschuldigd de Romeinse staat te willen ondermijnen. Sommigen werden daarom ter dood veroordeeld.
In de middeleeuwen waren de Joden van tijd tot tijd slachtoffer van complotbeweringen. Zij zouden bijvoorbeeld het drinkwater hebben vergiftigd en daardoor de oorzaak zijn van de pestepidemieën. Hoe anders viel het te verklaren dat zij veelal gespaard bleven als deze dodelijke kwaal woedde?
Minder bekend is het zogenoemde ”Popish Plot” (Paapse complot) dat in 1678 Engeland in grote beroering bracht. De gevolgen ervan waren heel ingrijpend en onderstrepen de waarschuwing van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid. Die schrijft in de laatste dreigingsanalyse: „De verspreiding en normalisering van dergelijke theorieën kan aanleiding vormen voor het plegen van extremistische en zelfs terroristische handelingen.”
Prof. dr. A. Baars beschrijft de geschiedenis van het Popish Plot in zijn uitgebreide inleiding op de onlangs verschenen uitgave van Bunyans boek ”De Heilige oorlog”. Baars toont aan dat Bunyan enkele elementen uit de geschiedenis van deze samenzwering in zijn boek heeft verwerkt.
In 1678 vertelt een zekere Titus Oates aan het Engelse parlementslid Edmund Berry Godfrey het verontrustende verhaal dat er een geheim plan bestaat om de Engelse koning en verschillende vooraanstaande protestanten te vermoorden. Franse jezuïeten zouden daar achter zitten. Oates legt kort daarop een verklaring af voor het geheime kabinet van de koning en voegt eraan toe dat er binnen rooms-katholieke kringen in Engeland plannen gesmeed worden voor een invasie van rooms-katholieken in Engeland, Schotland en Ierland. Koning Karel II heeft zo zijn twijfels.
Maar de koning lijkt ongelijk te krijgen als niet lang daarna het lijk van Godfrey wordt gevonden in een sloot net buiten Londen. Een diepgaand onderzoek wordt ingesteld. Daarbij komt aan het licht dat er een geheime correspondentie wordt gevoerd tussen de secretaris van Jacobus, de broer van koning Karel II, en het Franse hof. Daarin wordt gesproken over uitroeiing van het protestantisme in Groot-Brittannië. Die twee feiten samen met andere (naar later blijkt misplaatste) bewijzen leiden tot grote paniek in Engeland. Verdachten worden gearresteerd. In totaal worden 35 mensen terechtgesteld. Meer dan 1200 rooms-katholieken die in Londen wonen worden strafrechtelijk vervolgd. Veel protestanten geloven dat vervolging door roomse vijanden aanstaande is. Totdat een scherpzinnige rechter Titus Oates ondervraagt en hem ontmaskert als een grote leugenaar. Hij heeft het hele verhaal uit zijn duim gezogen. De rechter veroordeelt hem voor meineed. Maar intussen was het onheil geschied. Er waren doden gevallen. En honderden hadden gevangengezeten. Onterecht.
Er waren ook vele preken gehouden waarin ernstig werd gewaarschuwd voor de komende vervolging. In traktaten werden mensen die hun twijfels hadden geuit over de berichten van Oates weggezet als volgelingen van de satan, de vader der leugenen. De Amerikaanse kenner van het puritanisme David D. Hall schrijft in een artikel dat het Popish Plot „grote schade” heeft toegebracht aan het beeld dat tijdgenoten hadden van de puriteinen. „Ze waren in een klap van eerbare burgers vervallen tot onruststokers.”
Negende gebod
De puriteinen waren niet de enige groep serieuze christenen die zich lieten overtuigen door bedenkers van een complottheorie. Ook nu zijn er mensen die hardnekkig blijven vasthouden aan zo’n theorie, zelfs als overtuigend tegenbewijs op tafel wordt gelegd.
Zou het niet nodig zijn dat zij zich eens afvragen of een theorie die met de beschuldigende vinger wijst naar een persoon of instantie terwijl hard bewijs ontbreekt zich wel verdraagt met Zondag 43 van de Heidelbergse Catechismus? Daar wordt gezegd dat men de woorden van iemand niet mag verdraaien. Juist dat gebeurt in veel complottheorieën. Ook verbiedt het negende gebod om iemand zonder bewijs te veroordelen.
Het is opvallend dat aanhangers van complottheorieën vaak heel kritisch staan tegenover informatie die overheden en wetenschappers verstrekken, maar tegelijk de ‘waarheden’ van complotdenkers voor zoete koek slikken. Om het Bijbels te zeggen: Beproeft men deze geesten minstens net zo grondig als men de overheid en wetenschap doet? De geschiedenis heeft geleerd dat dit de moeite waard is.
De auteur is oud-hoofdredacteur van het Reformatorisch Dagblad.