Om maar met de deur in huis te vallen: dat er complottheorieën bestaan, is een goede zaak. Dat lijkt misschien een vreemde stellingname, dus enige uitleg is op zijn plaats. Het bestaan van complottheorieën is iets positiefs omdat er nu eenmaal complotten bestaan.
Neem de complottheorie dat de Amerikanen in 2003 Irak zijn binnengevallen vanwege de olie, en niet omdat het land over massavernietigingswapens zou beschikken. Die theorie werd bij hoog en laag ontkend, maar achteraf bleek inderdáád dat de Iraakse dictator Saddam Hussein geen massavernietigingswapens had en dat olie wel degelijk een rol speelde.
Of neem het complot dat de Amerikaanse presidentskandidaat Nixon zijn rivaal afluisterde en bespioneerde. De journalisten Woodward en Bernstein hebben dat complot in de jaren zeventig door nauwgezet journalistiek onderzoek ontrafeld, met het aftreden van Nixon tot gevolg.
Als je alle echt bestaande complotten uit de wereldgeschiedenis zou moeten inventariseren, ben je wel even bezig. Je moet er niet aan denken dat niemand had durven nadenken over deze complotten. Dat niemand ze had blootgelegd.
En dan hebben we het uiteraard alleen nog maar over die complotten waarover mensen vooraf al een theorie ontwikkeld hadden – of op z’n minst een verdenking hadden. Veel andere complotten zijn niet tijdig doorzien. Je zou willen dat over sommige van die samenzweringen óók complottheorieën hadden bestaan. Dan was Julius Ceasar vast niet vermoord door nota bene zijn vertrouweling Brutus. Dan waren de terroristische aanvallen van 11 september 2001 vast verhinderd.
Maar je kunt ook overdrijven met het ontwikkelen van dat soort theorieën. Als je achter ieder overheidsplan een samenzwering vermoedt, of achter iedere inentingscampagne een satanisch complot, is de beschuldiging van een complot verworden tot een soort reflex.
Dat soort reflexen zijn niet ongevaarlijk. Vraag het maar aan Joris Demmink, jarenlang hoogste ambtenaar bij Justitie en ook jarenlang door complotdenkers verdacht van allerlei pedofiele praktijken. Daar is niets van bewezen, maar zijn leven is kapotgemaakt.
Vraag het anders aan de ‘heksen’ die in de middeleeuwen op brandstapels aan hun einde kwamen omdat ze door complotdenkers werden ze verdachten van het uitvoeren van satanische rituelen.
Of, op nog veel grotere schaal: vraag het maar aan Joden die door de eeuwen heen complotten van ongeveer alles wat misgaat in de wereld in hun schoenen geschoven kregen. Joden zijn ongetwijfeld het grootste slachtoffer van complotdenkers in de wereld en in de geschiedenis– vooral in tijden van maatschappelijke crises waarin een zondebok gezocht moet worden.
De grote uitdaging is dus om mentaal gezond te blijven in een wereld die vergeven is van complotten en complottheorieën. Om te laveren tussen realistische en uit de duim gezogen samenzweringen die de samenleving splijten in wij en zij, in ons groepje versus de ander.
Het belangrijkste medicijn daarvoor is een stevig gebaseerde wereldbeschouwing. Iemand die in de duizenden jaren oude traditie van de kerk staat, die weet en gelooft dat de wereld door Christus wordt bestuurd en dat niets Hem uit de hand loopt, heeft minder kans om zover meegesleept te worden door samenzweringstheorieën dat ze een nieuwe religie worden.
Want dat gebeurt in de praktijk, ziet expert Maarten Reijnders. Hij schreef het boek ”Complotdenkers” en twijfelde of hij het niet ”De Samenzweringskerk” had moeten noemen, juist omdat complotten sterk de neiging hebben zich te ontwikkelen tot een alternatieve religie. Alles wat er gebeurt, moet passen in het beperkte wereldbeeld dat het complot levert. Maar de verankering van je wereldbeeld in het geloof dat Christus Pantocrator is –de almachtige Heerser van deze wereld– biedt direct al minder ruimte voor complotten over Joodse of Bilderbergachtige wereldoverheersing.
Een tweede remedie, volgend uit de eerste, is om er een realistisch mensbeeld op na te houden. Dat geldt vooral bij wereldwijde complottheorieën zoals die waarin zo’n beetje alle wereldleiders betrokken zijn bij het misbruiken en offeren van kinderen.
Dit soort theorieën gaat ervan uit dat deze leiders een soort supermensen zijn. Want de kans dat zo’n complot geheim zou kunnen blijven, is nihil. Mensen en ook overheden zijn helemaal niet zo georganiseerd als deze complotten veronderstellen. Om niet gewoon te zeggen dat overheden ook maar wat doen: ze worden net als gewone stervelingen vaak verrast door actuele gebeurtenissen.
Met andere woorden: als de Covid-pandemie en de inentingscampagne werkelijk allemaal bewust bedacht en uitgevoerd zijn, zou dat een prestatie zijn die normaal menselijk kunnen te boven gaat. Hetzelfde geldt voor veel omvolkingstheorieën of voor complotten waarin alle moslimimmigranten samenwerken om het Westen islamitisch te maken. Alleen al de enorme hoeveelheden mensen die bij zulke samenzweringen betrokken moeten zijn, maken het simpelweg onmogelijk dat ze waar zijn.
Een derde hulpmiddel om niet te verzinken in het moeras van valse complottheorieën is het oerreformatorische (en oerhumanistische) principe van ”ad fontes”: terug naar de bron. Ben je bereid om wat je gelooft te onderzoeken? Sta je open voor historisch-kritisch bronnenonderzoek? De filosoof Karl Popper is bekend geworden om zijn verificatietheorie: je moet bereid zijn om je these te ontkrachten als de feiten daar aanleiding toe geven. Om bijvoorbeeld het effect van stikstof met open vizier te onderzoeken. Als iemand daar niet toe bereid is, is dat een rode vlag.
Wat ten slotte ook helpt, is erin berusten dat er nu eenmaal een grijs gebied bestaat waarin niet elke steen bovenkomt. Komt corona uit een lab? Het is buitengewoon onwaarschijnlijk, maar het voor honderd procent uitsluiten is nog niet mogelijk.
Zelf vind ik die laatste remedie eerlijk gezegd de moeilijkste om toe te passen. De onderste steen boven halen, is dat niet bij uitstek de taak van de journalistiek? Maar sommige stenen zijn onwrikbaar. We kennen maar ten dele. Nóg wel.
Journalist Jacob Hoekman speurt in de geschiedenis naar antwoorden op weerbarstige vragen bij het nieuws