„Een feit is ook maar een mening”
„Een feit is ook maar een mening.” Af en toe hoor je die uitspraak langskomen in discussies waarbij mensen sterk uiteenlopende standpunten verkondigen. Wat de een als waarheid presenteert, doet de ander af als „ook maar een mening”.
Een belangrijk uitgangspunt in de journalistiek is dat media zorgvuldig scheiding aanbrengen tussen feiten en meningen. De lezer moet weten of hij een objectief feitenrelaas voor zich heeft of een betoog dat gekleurd is door de (voor)oordelen van de auteur.
Dat is minder gemakkelijk dan het lijkt. Bij sommige artikelen is het helder: een commentaar, column of opinieartikel bevat de mening van de scribent. De kolommen met waterstanden in de steden langs de Rijn staan vol met feiten. Maar in het weerbericht kom je soms de mening tegen van de meteoroloog die het weer „aangenaam” vindt. Een redacteur kan –aan de hand van wetenschappelijke rapporten– feitelijk vaststellen dat de aarde opwarmt. Over de oorzaak ervan zijn veel wetenschappers het eens, maar er bestaan ook alternatieve verklaringen. Hoe betrouwbaar die zijn, daarover lopen de meningen weer uiteen.
Nieuwsberichten horen feitelijk en objectief te zijn. Een journalist maakt zijn nieuwsbericht op basis van controleerbare informatie. Hij gaat niet af op geruchten maar gebruikt deugdelijke bronnen. Dat is van essentieel belang voor de geloofwaardigheid van het medium.
Toch betekent dat niet dat journalistiek neutraal is. Een journalist van het RD maakt een andere reportage over de Mars voor het Leven dan de even vakkundige NOS-verslaggever. Beiden laten hun eigen mening weg maar de vragen van de interviewer, de selectie van de geïnterviewden en de beschrijving van de omstandigheden of de achtergronden ervan, geven toch een bepaalde kleur aan een artikel.
Meningen zijn, zoals gezegd, voorbehouden aan opiniestukken, columns en aan het commentaar van de krant. Vanouds heette dat wel het hoofdartikel en in 1971 stond het rechtsboven op de voorpagina. Af en toe krijg ik een compliment van lezers voor al die knappe commentaren. Dan vertel ik snel dat het merendeel ervan door m’n collega’s geschreven is.
Daarom hebben we sinds begin dit jaar een zinnetje linksonder op pagina 2 geplaatst: „Het commentaar vertolkt de mening van het Reformatorisch Dagblad en is geschreven door leden van de hoofdredactie en senior-redacteuren.” Want zo zit het feitelijk in elkaar.
Steef de Bruijn
Reageren? hoofdredactie@rd.nl