Het wordt tijd dat de Biblebelt meer afhaakt
Haakt de Biblebelt af? Beelden van betogingen rond Zwarte Piet wekken wel die indruk. Veranderen reformatorische christenen van protestanten in activisten? De militante taal die de RD-redactie in coronatijd bereikte, wijst daar wel op: „De overheid is in dienst van de duivel”. Maar een echte protestant laat de aarde achter zich en is op reis naar een beter Vaderland.
Zaterdag 19 november: Staphorst en Urk halen de landelijke media vanwege forse ongeregeldheden, in beide gevallen in relatie tot de intocht van Sinterklaas. Deze voorvallen zijn mijns inziens geen incidenten maar symptomen van de veelbesproken kloof tussen stad en platteland, in dit geval: van een afhakende Biblebelt. Daarbij denk ik dat er meer aan de hand is dan onbegrip tussen twee bevolkingsgroepen.
Ik noem twee voorbeelden om dit te illustreren.
Vorig jaar april kwam een agrariër uit Lunteren in het nieuws nadat hij met zijn shovel een auto in de sloot had geduwd. In de auto zat een journalist die eerst met knuppels was teruggejaagd naar zijn voertuig omdat hij verslag wilde doen van een brand bij het bedrijf. Ik noem dit voorbeeld omdat ik van meerdere kanten hoorde dat de shovel-actie niet afgekeurd maar juist toegejuicht werd. Een paar weken gelden beluisterde ik een podcast van Maarten Dallinga over de reformatorisch wereld: ”Niet van de wereld”. Dallinga raakte daarbij in gesprek met ene Evert, boer uit Barneveld en spreker bij stichting JijDaar. Evert spreekt voor groepen reformatorische jongeren, waarschuwt tegen de zonde en roept ze op tot bekering. Echter, diezelfde Evert zegt dat hij wel kan lachen om deze actie: „Als we vinden dat een journalist op moet rotten, dan pakken we een shovel en gooien ‘m in de sloot”.
Een ander voorbeeld. Op een behoudende reformatorische basisschool in de Biblebelt spelen kinderen de boerenprotesten van hun ouders na. Daarbij komen ze niet alleen met een traptrekker naar school, maar zeggen ze ook onder elkaar op het schoolplein dat „minister Van der Wal opgeknoopt moet worden”.
De voorbeelden illustreren dat er bij dit soort onlusten, ook buiten Staphorst en Urk, meer aan de hand is. Mijn indruk is dat er sprake is van een dieperliggende verschuiving. Maar welke dan? Is hier sprake van een dubbele moraal?
Josse de Voogd, spreker op de Biblebelt Netwerkdag en samen met René Cuperus auteur van de “Atlas van Afgehaakt Nederland”, maakt op basis van het stemgedrag van Nederlanders onderscheid tussen twee groepen, de “gevestigden” en de “buitenstaanders”. De “gevestigden” rekenen zich tot de coalitiepartijen VVD, CU en D66 of tot CDA en GroenLinks. Zij vinden dat het de goede kant op gaat met Nederland én zijn in de regel ook positief over hun eigen leven. Aan de andere kant staan de “buitenstaanders”, die zich thuis voelen bij partijen als de PVV, FVD en SP. Zij zijn somber over de toestand van het land én ook over hun eigen leven.
Op het diagram dat De Voogd toonde zie je één groep Nederlanders die niet past in deze indeling: de SGP-stemmers en de lezers van het Reformatorisch Dagblad. Zij vinden dat het de verkeerde kant op gaat met ons land, maar ze zijn behoorlijk tevreden over hun eigen leven: over hun portemonnee, hun gezondheid en hun werk.
Dat is opvallend. Het roept op z’n minst vragen op. Klopt dat wel, dat deze refo’s zo tevreden over zichzelf zijn? Strookt dat met de levenshouding van een christen die belijdt: „Hier beneden is het niet”? Als je naar het plaatje van De Voogd kijkt, krijg je indruk van het omgekeerde: „Hier beneden is het prima uit te houden. Het gaat niet goed met ons land, maar met ons valt het wel mee.”
Hoe valt dat te rijmen? Een belangrijke vraag die niet gemakkelijk te beantwoorden is. Het RD heeft hier geen onderzoek naar gedaan. De redactie ontvangt wel tal van signalen uit de lezerskring en aan de hand daarvan kun je wel vaststellen dat er sprake is van een verschuiving. Ik neem u mee in een kijkje achter de schermen, maar eerst blik ik even terug naar de beginperiode van het RD.
Geen eieren maar een bidstond
Vanouds stonden bevindelijk gereformeerden bekend als de “stillen in den lande”: wat teruggetrokken mensen, passief, soms zelfs wereldvreemd. Daar is in de loop van de vorige eeuw een kentering in opgetreden, naarmate de organisatiegraad toenam en de zuil zich scherper aftekende. Denk aan het ontstaan van de SGP, de Driestar, de reformatorische scholen voor voortgezet onderwijs, het RD, de RMU. De “stillen” werden mondig, zelfbewuster en roerden zich meer. Toch bleven ze zich daarbij steeds heel beheerst gedragen.
Een voorbeeld daarvan treffen we aan op krantenpagina’s uit 1976. Op vrijdag 10 september kondigde de redactie aan dat er de volgende dag een grote manifestatie zou plaatsvinden in Den Haag, vanwege een op handen zijnde wet die abortus zou toestaan. Er waren handtekeningacties, een grote optocht door Den Haag, samen met een Roomse pater, pater Koopman van Stichting recht zonder onderscheid (Stirezo). Maar nogmaals: alles in gepaste stilte. Geen vuurwerk, geen spuitbussen, geen rookbommen of eieren. Integendeel, de RD-commentator riep op tot gebed, allerlei kerkbladen -van de Wachter Sions tot De Wekker- beklemtoonden de noodzaak van verootmoediging en op diverse plaatsen werden bidstonden gehouden.
Soortgelijke protesten volgden ook in de jaren daarna, tegen euthanasie, de AWGB, het homohuwelijk. Maar steeds waren ze vreedzaam en vergezeld van een gebedsbijeenkomst of een wake. Dat gebeurt vandaag de dag nóg, bij de Stille Mars voor het Leven, zoals een paar weken geleden. Deze mensen waren geen actievoerders, geen activisten, maar protestanten. Die term is afgeleid van “pro testari”, iemand die publiek getuigt vóór een bepaalde zaak.
Van protestant naar activist
Maar hoe staat het nu, anno 2022, met die stillen in den lande, met die protestanten? Wat een contrast: zet tegenover die foto van de Stille Mars voor het Leven eens een foto van de rellen op Urk, waar jongeren begin vorig jaar de coronateststraat van de GGD in brand staken. Nee, die foto is niet in Kiev genomen, maar op Urk.
Wat zit daar achter? Zijn pro-testanten nu acti-visten geworden? Natuurlijk mag je zo’n conclusie niet trekken op basis van een incident op Urk, of Zwartepietenprotesten in Staphorst of een shovel-actie in Lunteren. Maar toch? Nogmaals, het RD heeft er geen onderzoek naar gedaan maar onze ervaringen van de afgelopen paar jaar wekken de indruk dat er wel degelijk een wissel is omgegaan.
Ik citeer vanuit een interne rapportage die de hoofdredactie stuurde naar de Raad van Commissarissen, uit april 2020. Kort na het uitbreken van de coronapandemie regende het reacties bij de hoofdredactie : „Toen ook in Nederland slachtoffers vielen en de overheid besloot tot de intelligente lockdown verdreef corona alle andere reacties en nu gaat bijna 100 procent van de reacties die we binnenkrijgen over Corona. Het is zelfs zo’n stortvloed geworden dat we ze onmogelijk allemaal kunnen beantwoorden. (…) Eerst was er nog enig beslag vanwege de ingrijpende pandemie, maar inmiddels wil iedereen z’n zegje doen. En omdat de krant de boodschapper is, heeft die het vrijwel altijd gedaan. We zijn niet objectief, we zijn te links, te angstig, te optimistisch, te weinig of te veel voor Trump, schrijven veel te oordelend of juist te weinig en moeten ons inzetten om de kerken weer open te krijgen of juist schrijven dat kerken het goede voorbeeld behoren te geven en moeten afzien van het maximum van 30 kerkgangers.”
„Jullie zijn de echte ratten van de main stream media”
Vaak ontvingen we mails waarbij de afzender zich niet alleen tot het RD richtte, maar tegelijkertijd tot een stuk of vijftig predikanten uit de breedte van de gereformeerde gezindte. Abonnees die al tientallen jaren trouw het RD lazen, vroegen de redactie ongerust: „Is er censuur in berichtgeving vanuit de overheid? Zijn er goede journalisten opgestapt? Zijn er bezuinigingen doorgevoerd, waardoor jullie het nieuws grotendeels inkopen bij ANP en AFP? Het voelt zo volgzaam, achter het kabinetsbeleid.” Onder het toewensen van Gods zegen verwees de afzender naar een handvol sites en complotvideo’s.
Dat laatste gebeurde aan de lopende band in de mails die we ontvingen. Soms gaven afzenders er openlijk blijk van in welke denkfuik ze beland waren. Ze geloofden niet dat de Twin Towers in New York op 9/11 ingestort waren door vliegtuigen met terroristen en ze beschouwen de landing op de maan ook als fakenews: „Wetenschappelijk staat vast dat die landingen op de maan toentertijd technisch uitgesloten waren.” Maar diezelfde abonnee heeft een even uitgesproken mening over onze redacteuren: „Wie roept dat HCQ : slecht zou wezen, die liegt & heeft bloed aan z’n pen -( zulke schrijvelaars, werpen een smet op uw krant.”
Een bekende persoonlijkheid uit reformatorisch Nederland mailde mij: „Gruwelijk dat jullie vanwege het ontkennen van de dictatuur echte ratten van de main stream media zijn: schandelijk voor een reformatorische visie. Blinde journalistiek, waar ik al zo veel op heb gewezen.”
„U staat aan de kant van Hitler”
Sommige mailers maakten het nog bonter: „U blijft maar schaamteloos doorgaan met het plaatsen van Godslasterlijke artikelen, waarin Gods Wet publiek vertrapt wordt en de naasten ter helle gejaagd met leugen en bedrog. En dat noemt zicht reformatorisch dagblad. Let wel: al het bloed van de misleide zielen zal van uw hand geëist worden. (…) In WO 2 zou u aan de kant van Hitler staan en lachend de Joden naar de gaskamers dirigeren.” Dit klinkt al heftig, maar in sommige mails was de toon nog veel persoonlijker en dreigender - die citeer ik liever niet.
Ik voer deze voorbeelden op om concreet te maken in welke vorm er druk werd uitgeoefend op de redactie, met name op de redacteuren die schreven over corona en op de hoofdredactie. Het betrof ook niet alleen wat incidenten van een handjevol hardliners. De heftigste varianten van deze mails ontvingen we een paar keer per maand, maar daarnaast waren er vele honderden abonnees die ons ervan beschuldigen dat we een sensatiekrant zijn, MSM zijn, betaald worden door Brussel, enzovoort. We voerden een onderzoek uit onder 1800 lezers en bezoekers van onze site en daaruit bleek dat een substantiële groep in de lezerskring van het RD de media en de overheid niet vertrouwt. Tot pakweg de helft van die lezerskring is in meerdere of mindere mate gevoelig voor complottheorieën, dat wil zeggen: wijst die niet meteen van de hand.
Wat zeggen deze voorbeelden nu over de vraag of de “protestant” langzamerhand veranderd is in een “activist”? In 2020 en 2021 heeft de RD-redactie massaal dit soort berichten ontvangen. Corona was de katalysator, maar de stroom aan mails wijst op een bredere trend. Ook in 2022 ontvingen we ze nog met grote regelmaat, over stikstof en over Poetin, maar met dezelfde achterdocht en een even felle toon. Bovendien, dit gebeurde ook al in de jaren vóór corona: rond de Nashvilleverklaring, rond president Trump, het asielbeleid of de opwarming van de aarde. Ik werk nu een kwart eeuw bij het RD en heb de intensiteit van de mails en de heftigheid ervan de laatste tien jaar gestaag zien toenemen.
De tijdgeest dringt door in de Biblebelt
Hoe valt dat te verklaren? Wat is er veranderd sinds de bidstonden en de vreedzame abortusprotesten? Mijn analyse is dat de Biblebelt zich, met name in het afgelopen decennium, heeft geassimileerd met de samenleving. De tijdgeest dringt steeds sterker door in de Biblebelt en die hoort daardoor meer en meer bij “afgehaakt Nederland”.
Ik zou daar twee oorzaken voor willen wijzen. De gezagscrisis die zich breed aftekent in de samenleving, het wantrouwen ten opzichte van instituten, de overheid, het RIVM, het KNMI, wetenschappers, media en journalisten, is doorgedrongen tot de Biblebelt. Zeker, er zijn in het verleden ook stevige protesten geweest, zoals bij de mkz-crisis, maar die waren vaak lokaal en zijn niet te vergelijken met de brede weerstand die zich nu aftekent in reformatorische kring. Collega Enny de Bruijn schreef er een treffende analyse over: “Buigen of woest worden” en citeert daarbij wat Calvijn zegt over de overheid.
Vroeger was staken ondenkbaar in de gereformeerde gezindte, maar nu horen we stevige taal rond corona en kerkgang en komt men in Staphorst en op Urk in verzet tegen de politie. Of, zoals Anneke Pons aangaf in haar onderzoek naar bezwaren tegen vaccinatie: mensen komen aan met argumenten van de FVD in plaats van een fragment uit een preek. Opvallend is daarbij dat ze niet de NPO vertrouwen maar wel Facebook. Ze geloven niet wat het ANP en de NOS zeggen, maar wel wat Café Weltschmerz en Blackbox brengen, „want dat zijn de feiten”.
Dat versterkt mijn indruk dat een deel van de Biblebelt met behulp van sociale media z’n eigen bubble heeft gecreëerd. Dat beschouw ik als een tweede belangrijke oorzaak. Media brengen rampen en onheil dichtbij, de impact ervan is groot en die maakt mensen boos en onzeker. Men voelt zich ongehoord door de overheid én door het RD en haakt daarom af. In zo’n bubble assimileren refo’s heel gemakkelijk met niet-christenen die ook kritisch zijn over de overheid. Mensen maken er hun eigen theorieën over ‘feiten’ en versterken elkaars wantrouwen. Hun gevoel is daarbij de ultieme graadmeter voor de waarheid. Deze digitale echokamers maken het ook heel eenvoudig om alternatieve theorieën met anderen te delen en er medestanders voor te werven.
Wantrouwen versterkt het „Gij geheel anders”
Om deze redenen is de kloof rondom de Biblebelt van een andere orde dan de kloof tussen stad en platteland. De meeste reformatorische christenen groeien van jongs af op met een vorm van wij-zij-denken, een kloof met de seculiere wereld: „Wij zijn wel in de wereld maar niet ván de wereld”. Deze kloof wordt nu versterkt met het genoemde wantrouwen. Je kunt het je ook wel voorstellen: refo’s voelen zich een minderheid in de samenleving, ze worden niet gehoord maar wel nagekeken, ze horen dat D66 de SGP wil verbieden, dat Pieten niet meer zwart mogen zijn, dat boeren worden uitgekocht, dat scholen geen eigen identiteitsverklaringen meer mogen hebben en dat het niet langer wordt geaccepteerd als je anders denkt.
Dat alles leidt tot een sterk underdoggevoel, wat in een eigen kringetje alleen maar versterkt wordt. Daarbij maken de bidstonden nu plaats voor militante taal. Het verschil met de jaren zeventig en tachtig is dat de bezwaren tegen abortus, euthanasie en de homobeweging voortkwamen vanuit een diepe Bijbelse levensovertuiging. Het huidige verzet tegen coronamaatregelen, klimaat-, asiel- en stikstofbeleid ontstaat vanuit conservatisme en richt zich tegen een progressieve regering.
Er is in het verleden weliswaar steeds een kritische en ambivalente houding geweest naar de overheid, maar toch werd die steeds gezien als de dienares van God. Nu horen we van de kansel dat de overheid van geen kant deugt. Een abonnee: „Onze overheid staat duidelijk in dienst van de duivel”. Vroeger was men bezorgd en vastberaden, maar niet rebels. Er waren wel stille protestmarsen maar geen eieren.Samengevat: aan de éne kant lijkt het ‘afhaken’ een logisch vervolg op de traditionele houding van het: „Wij zijn niet van de wereld”. Maar tegelijkertijd is de brug naar de wereld niet meer opgehaald en dringt de tijdgeest door in reformatorische kring.
Dat roept op z’n minst vragen op, zoals: in hoeverre werkt de degeneratie van de zuil, het verlies van houvast, de polarisatie in de hand? Leidt dat assimileren met de wereld inderdaad tot onzekerheid, gemengde gevoelens, onrust, angst voor de eindtijd? Mensen zijn daar heel bezorgd over en wijzen erop dat al deze ontwikkelingen al voorzegd zijn in het Bijbelboek Openbaring. Dat bevreemdt mij, want een oprecht christen zou daarbij toch juist een andere houding moeten innemen? De Heere Jezus zegt in Lukas 21: „Als nu deze dingen beginnen te geschieden, zo ziet omhoog en heft uw hoofden opwaarts, omdat uw verlossing nabij is.”
Reizigers naar een beter Vaderland
Hoe moet dat nu verder met deze afhakende Biblebelt? Het is een on-Bijbelse weg om af te haken door zich te verzetten tegen de overheid. In plaats daarvan zouden christenen moeten ‘afhaken’ van de wereld en meer moeten leven als een pelgrim, als een vreemdeling op deze aarde. Mijn indruk is dat er bij een deel van de christenen een soort reformatorische gearriveerdheid leeft. Het “hier geen blijvende stad” heeft plaats gemaakt voor het gevoel van gesetteld te zijn. “Hier beneden” is het zo slecht nog niet.
Daarom zou het goed zijn als de Biblebelt méér zou afhaken, maar dan in een andere betekenis dan Josse de Voogd beschreef. Christenen horen geen gesettelde Nederlanders te zijn, geen Biblebelters, maar reizigers die uitzien naar een beter Vaderland. Zoals Guido de Brès schreef: „Daarom verwachten wij die grote dag met een groot verlangen.” Onderweg kijken ze omhoog, laten ze het aardse onder zich en maken ze anderen jaloers op hun leven zodat die met hen mee willen reizen.
Zeker, dat afhaken uit de samenleving leidt tot spot en smaad, maar de apostel Petrus schrijft daarvan dat zij zalig zijn als ze lijden om der gerechtigheid wil. Of, zoals de Heere Jezus zei in de Bergrede: „Zalig zijt gij als u de mensen smaden en vervolgen, en liegende alle kwaad tegen u spreken, om Mijnentwil.” Zó’n afhaken wens ik de Biblebelt toe.
De auteur is hoofdredacteur van het Reformatorisch Dagblad. Dit artikel is de uitgewerkte weergave van de lezing die hij hield op de netwerkdag van de Dutch Bible Belt Network, op 26 november in Gouda.