Uitdagingen te over voor nieuwe regering premier Netanyahu
In Israël wordt deze donderdag de 37e regering ingezworen sinds de oprichting van de staat Israël in 1948. Na anderhalf jaar geleden uit het centrum van de macht te zijn weggedrukt door een bonte coalitie van partijen –met als belangrijkste doel hem bij het politieke roer weg te houden– is premier Netanyahu met ingang van vandaag weer terug als premier. Bij de vijfde verkiezingen in vier jaar tijd kreeg zijn Likudpartij samen met zijn politieke bondgenoten in het Israëlische parlement, de Knesset, een meerderheid met 64 van de 120 zetels.
De regeringscoalitie die donderdag aantreedt, is omstreden. Kritische media in Israël noemen het de meest rechtse regering sinds de oprichting van de staat Israël. Likud werkt in de coalitie namelijk samen met orthodoxe en ultra-orthodoxe Joodse partijen, maar ook met extreem-rechtse partijen en een partij die fel gekant is tegen de lhbti-gemeenschap. Tegenstanders van de nieuwe regering vrezen dat de rechten van zowel deze gemeenschap als die van seculiere Joden op de tocht staan. Netanyahu, die verwikkeld is in rechtszaken in verband met verdenking van corruptie, heeft al gezegd dat hij nooit zal toestaan dat groepen in de samenleving worden gediscrimineerd.
De nieuw aangetreden regering zorgt niet alleen in Israël zelf voor onrust, maar ook in het buitenland. Zo zouden er plannen zijn om de Westelijke Jordaanoever, waar miljoenen Palestijnen wonen, definitief en volledig onder Israëlisch bestuur te brengen. Daarmee verdwijnt een door de VS en de EU voorgestane tweestatenoplossing definitief uit het zicht.
Al met al is overduidelijk dat premier Netanyahu het zichzelf niet makkelijk heeft gemaakt. Hij is terug aan de macht, maar heeft daarvoor vergaande concessies moeten doen aan zijn coalitiepartners. Partners die hij nodig heeft voor een meerderheid, maar van wie sommige denkbeelden duidelijk verschillen met die van hemzelf.
De Joodse staat is een democratie en de nieuwe regering heeft een meerderheid gekregen door middel van vrije verkiezingen. Een meerderheid die de coalitie mede heeft gekregen doordat nota bene een Arabische politieke afsplitsing van een bestaande partij de kiesdrempel niet haalde.
Een kritische benadering van de regering is terecht. Maar allerlei geschetste doemscenario’s voor de toekomst zijn op z’n minst voorbarig. Netanyahu heeft in het verleden laten zien dat hij soms verbaal steun geeft aan vergaande maatregelen tegen bijvoorbeeld de Palestijnen, maar in de praktijk die woorden zelden laat volgen door daden. Het was daarbij onder zijn bewind dat er met diverse Arabische staten overeenkomsten werden gesloten. Iets wat lang onmogelijk leek.
Ook Netanyahu benadrukt voortdurend dat Israël een vrije democratie is waarin alle bevolkingsgroepen gelijke rechten hebben, waarin er geen plek is voor discriminatie en waarin de rechterlijke macht onafhankelijk is van de politiek. Het is de taak van het parlement én de kiezers hem te beoordelen op zijn daden.