Kun je iets leren van gebeden uit een boekje?
Beter leren bidden. Het is de wens van ieder die door de Geest wordt geleid. Kunnen formuliergebeden hier een rol in spelen of werken die vooral geestdodend?

Dit verhaal is ook te beluisteren via onderstaande player.
Er is een schat aan voorbeeldgebeden beschikbaar. In de Bijbel zijn er talloze te vinden, waarvan het Onze Vader het belangrijkste is. Door de eeuwen heen hebben veel gelovigen hun gebeden op schrift gesteld. Een aantal daarvan is bewaard gebleven en doorgegeven. De oproep van de redactie om ervaringen met formuliergebeden door te geven, zette zowel jongere als oudere lezers tot schrijven aan.
Uit de reacties blijkt dat de lezers het waarderen dat het onderwerp aandacht krijgt. De vraag hoe je bidt en leert bidden, houdt hen bezig. Wie de mails leest, voelt het hart van de lezer kloppen. In het bijzonder bij de handgeschreven brief die als bijlage bij een van de berichten zat.
Wat opvalt aan de formuliergebeden die lezers in hun reactie noemen, is dat de meeste bij de ”Eenige Gezangen”, achter in het psalmboek te vinden zijn. Dat geldt zowel voor de gebeden rond de maaltijd –”O Vader, Die al ’t leven voedt” en ”O Heer, wij danken U van harte”– als voor de Morgen- en Avondzang. Twee lezers attenderen op het gebed voor de kerkdienst.
Verder noemt een lezer ”Menslievend God, Uw Naam zij geloofd en gedankt, dat U ons met deze gaven hebt gevoed”. Dit is te vinden in het vragenboekje van Jacobus Borstius en lijkt vooral in Zeeland bekendheid te genieten.
Van huis uit
Uit de veelgebruikte woorden ”van huis uit” blijkt dat lezers terugblikken: Wat hebben mijn ouders mij geleerd? Hoe leerden zij mij bidden? Was het door vrije gebeden die voor een kind als voorbeeldgebeden zijn gaan fungeren? Of door gebeden van mensen die het kind niet persoonlijk kende, zoals bij de formuliergebeden het geval is? Hoe het ook ging, de meeste reacties laten zien dat lezers in de voetsporen van hun ouders treden.
„Onze ouders gebruikten altijd een formuliergebed, voor en na de maaltijd”, reageert de familie Kroon uit Hilversum. Om hun kinderen „al jong te leren dat ze met alle vreugde, moeiten en zorgen bij de Heere terecht mogen komen”, koos de familie Kroon ervoor om de vaste woorden in hun eigen gezin af te wisselen met een vrij gebed.
Anton Bulten uit Oostkapelle heeft de formuliergebeden ook van huis uit meegekregen: „Mijn vader bad ze niet altijd helemaal en voegde zelf ook wel eens wat toe. Hierdoor voelde ik me er meer bij betrokken.”
Ook de reactie van M.N. Boon getuigt van een gaan in de voetsporen van de ouders. In het ouderlijk huis werd ter harte genomen wat de Engelse baptistenpredikant J.C. Philpot aan zijn oudste zus schreef. Boon geeft Philpots woorden door: „Ik kan mij niet voorstellen dat God een welgevallen heeft aan formuliergebeden, want Hij is een Geest en wil in geest en waarheid aangebeden worden. En aangezien het gebed een spreken is van een kind tot zijnen Vader, zoo moet het vrij uit het hart komen en niet overeenkomstig een geschreven vorm.”
Het echtpaar Slingerland –beiden tegen de tachtig– gaat nog steeds voort in wat ze van hun ouders hebben meegekregen. Het Onze Vader gebruiken ze om de maaltijd te openen. Met een vrij gebed besluiten ze die. De reden voor een vrij gebed is de concentratie. Het echtpaar merkt dat de gedachten bij een formuliergebed eerder afdwalen.
Iemand die het anders doet dan zijn ouders is J. Tijssen uit Scherpenisse. Hij groeide op in de Betuwe en daar was het de gewoonte om in stilte te bidden. Hij hoorde familieleden wel hardop bidden en begon zelf na zijn huwelijk met het uitspreken van een formuliergebed en later ook van een vrij gebed. „Mijn ervaring is dat je in een vrij gebed anders betrokken bent op vreugde of verdriet van je naaste dan in een formuliergebed”, schrijft Tijssen.
Waarom gebruiken lezers formuliergebeden? Voor de een lijkt het een eerste stap in het leren om hardop te bidden. Verder is het vooral de rijke, Bijbelse inhoud die trekt, zo klinkt het in verschillende toonaarden. Sonja Zweistra uit Leerbroek ontdekte het oude goud achter in het psalmboek een jaar geleden en het raakte haar. „Alleen al deze zin uit het Morgengebed: Dat wij deze dag mogen besteden tot alle gerechtigheid en heiligheid; en wat wij in handen nemen, dat onze ogen altijd zien om Uw eer te verbreiden.” Zweistra vat haar mening hierover in één woord samen: „Prachtig.”
Als Izak Verwoert formuliergebeden leest, verbaast hij zich ook over de rijke inhoud. „Mijn hart uitstorten voor de Heere kan ik niet via gebeden van anderen, maar een deel eruit ging weleens mee in mijn persoonlijk gebed.”
Kerkboekje
Bij de lezers die niet christelijk zijn opgevoed, komt het leerelement van de formuliergebeden duidelijk naar voren. Een van hen is Jos Kramer. Toen hij een keer een kerk binnenwandelde, werd hij door het Woord gegrepen. Kramer wilde leren bidden en vroeg gemeenteleden om raad. „Niemand kon me goed vertellen wat ik moest doen. Ze vertelden me alleen waarvoor ik kon bidden, maar dat was mijn vraag niet.” Uiteindelijk wees de predikant hem op een avondgebed, achter in een kerkboekje. Dat moest hij maar gebruiken. Verder adviseerde de predikant hem om de Psalmen te bidden.

Kramer: „Dus ’s avonds voordat ik naar boven ging, pakte ik het kerkboekje erbij en bad. Tot mijn vrouw vroeg: „Waarom kom je niet gelijk mee?” Toen heb ik uitgelegd dat ik wilde bidden. Ik kon haar niet uitleggen wat dat was, maar ik heb haar verteld wat ik beneden deed: het gebedje oplezen. Daar wilde ze bij zijn. Al stotterend las ik het. Later ben ik er eigen woorden bij gaan gebruiken. We sluiten nog altijd elke dag af met gebed. Het heeft ons huwelijk veranderd. Als je samen bidt en God alles vertelt, weet je alles van elkaar.”
De christelijke opvoeding van Lex Wind uit Heukelom bleef beperkt tot deze vijf woorden: „Heere, zegen deze spijze, amen.” „Toen ik in de jaren 70 naar de christelijke studentenvereniging Ichthus ging, is de basis gelegd voor een actief gebedsleven.” Wind had moeite om zijn gebedsleven te organiseren, zo schrijft hij. Daarom stelde hij een soort privéliturgie samen aan de hand van allerlei gebeden, psalmen en teksten die hij vond. Wind oriënteerde zich breed: van de Joden tot de kopten en van een gebedenboek van J.H. Gunning J.Hz. tot dat van de hernhutters. De Psalmen hebben een vaste plek gekregen. Iedere week staat er een andere psalm, passend bij de tijd van het kerkelijk jaar, op zijn gebedsprogramma.
Lofprijzing
Hoezeer de meesten zich laten inspireren door uiteenlopende gebeden van anderen, het Onze Vader neemt een bijzondere plek in. Het besef dat het de Heere Jezus Zelf is Die het Zijn discipelen leerde, maakt dat iedereen alert is op het onderwijs hieruit. De vormen waarin het gebruikt wordt, verschillen. Het meest gebruikelijk is dat één persoon het gebed hardop uitspreekt. Er zijn ook gezinnen die het samen zingen of gezamenlijk hardop uitspreken.
Waar de lezers niet uitgebreid op ingaan is de vraag hoe ze door het Onze Vader leren bidden. Anne van Olst, auteur van het boek ”Bidden kun je leren”, doet dat in een videogesprek van Geloofstoerusting op YouTube wel. „De Heere Jezus laat in dit gebed zien wat Zijn Vader in de hemel belangrijk vindt. Dan leg ik mijn gebed ernaast en vraag ik me af: Vind ik dezelfde dingen belangrijk?” Van Olst wijst ook op de opbouw. „Al mijn verlangens en wensen zijn in het Onze Vader ingeklemd tussen lofprijzing en dankzegging. Hierdoor vraag ik niet meer: Wilt U mij helpen mijn plannen te realiseren, maar: Heere, zijn mijn plannen in het licht van Uw Koninkrijk de juiste plannen?”
Of je nu een theoloog bent wiens gebeden staan als een huis, of een eenvoudig christen, ieder mens is voor zijn gebed (in eigen woorden of die van een ander) afhankelijk van God. Anders blijft je hart aan dit vergankelijke leven kleven. Uit de reactie van Marius van der Valk blijkt dat hij daar oog voor heeft. Van der Valk reflecteert op zijn eigen gebedsleven en stelt de retorische vraag: „Of we nu een formuliergebed of een vrij gebed bidden, het dient altijd te gaan om de eer van God en zijn mijn gebeden dat altijd?”
Zie voor het eerste deel van dit tweeluik RDMagazine van 8 maart.