Waarom heeft het christendom niet gezorgd voor minder oorlogen?
Waarom heeft het christendom niet gezorgd voor minder oorlogen?
Het wordt soms stellig gezegd: Religie is verdacht want ze zorgt voor oorlog. Kijk maar naar de kruistochten, naar de godsdienstoorlogen tussen protestanten en katholieken of naar het islamitische jihadisme. En had het christelijk geloof niet juist vrede moeten brengen?
Klopt het?
Het is lastig om na te gaan of religie voor meer of minder oorlogen heeft gezorgd. Tal van oorlogen hadden geen religieuze oorsprong. Bijvoorbeeld de Tweede Wereldoorlog, de Eerste Wereldoorlog of de napoleontische oorlogen.
En religieuze bevolkingsgroepen die met elkaar strijden doen dat niet altijd om religieuze redenen. Het kunnen bijvoorbeeld ook politieke of economische redenen zijn. Die raken misschien met religieuze belangen verward, als gebeden worden opgezonden, religieuze teksten voorgedragen en plechtige rituelen uitgevoerd. Maar ook zonder religie zou er wellicht gevochten zijn om dezelfde grenzen, tronen, rijkdom, eer of vrijheid. Daarnaast zullen we nooit weten hoe vaak men juist om religieuze redenen van oorlogshandelingen heeft afgezien.
Het is toch ondenkbaar dat Christus achter een machinegeweer zou plaatsnemen?
Toch zijn er oorlogen waarbij religie geen rem was maar een reden. In het christendom zijn de kruistochten hiervan een voorbeeld. We vinden ook vrome rechtvaardigingen van ronduit onrechtvaardig politiek geweld, zoals bij christenen die vrijwillig aan nazizijde vochten. En in de geschiedenis van Europa zien we dat aanbidding van dezelfde God geen belemmering is geweest om elkaar naar het leven te staan.
Dat wringt. Want zouden we niet juist van het christendom een afkeer van geweld mogen verwachten? Kijk maar naar de Bergrede in Mattheüs 5: Bied geen weerstand aan de boze, keer de andere wang toe, heb uw vijanden lief. Als je dat leest, is het toch ondenkbaar dat Christus, of een christen, achter een machinegeweer zou plaatsnemen?
Geweld
Dit brengt sommige christenen tot pacifisme: geweld is een kwaad en moet daarom afgewezen worden. Ze wijzen op het verschrikkelijke van oorlog en hebben daarin altijd gelijk.
Geen oorlog voeren is echter niet altijd minder afschuwelijk. Onschuldige mensen laten beroven, verkrachten, vermoorden of verdrijven – kan je daar zonder schuld aan voorbijgaan omdat je geen geweld wilt gebruiken?
Veel pacifisten zullen niet zeggen dat je dergelijk kwaad maar moet verdragen. Ze pleiten voor geweldloze middelen om het kwaad te weren: los conflicten op door onderhandelingen, neem je verlies door je over te geven, vermijd onderdrukking door migratie enzovoorts. Ze stellen dat die opties uiteindelijk vaak te verkiezen zijn boven de gevolgen van een oorlog.
Soms zullen de gerechtigheid, orde en vrede alleen hersteld kunnen worden met geweld
Maar de houdbaarheid van dat pacifisme is afhankelijk van zijn succes. Als alle christenen pacifist zouden zijn, zou dat wellicht niet tot minder, maar tot meer oorlogshandelingen leiden. Bij voorbaat afzien van geweld is als het uitrollen van een rode loper voor wie meer macht wil.
Het zou in ieder geval tot meer onrecht leiden. Onderhandelen vanuit een zwakke positie, overgave, gedwongen migratie – al deze opties gaan ten koste van basale rechten van burgers. En het volledig afzweren van geweld betekent niet alleen afzien van zelfverdediging. Ook een onschuldige naaste verdedig je dan niet tegen onrechtvaardig geweld.
Rechtvaardigheid
Het christelijk geloof gaat ervan uit dat mensen niet altijd veilig zijn voor elkaar. Elk mens is zondig. Ons denken, bedoelen en handelen zijn al snel met kwaad verweven. Daarom is er onrecht en is er een overheid nodig die onrecht tegengaat en bestraft, schreef de apostel Paulus (Romeinen 13:1-7). En er lijkt onrecht te zijn dat vanwege zijn kracht en omvang enkel door een oorlog tegengegaan kan worden. Dat vonden niet alleen klassieke denkers als Cicero, maar ook christelijke denkers als Augustinus, Thomas van Aquino en Calvijn.
Een theorie over goed en kwaad maakt de werkelijkheid nog niet beter
In deze traditie van denken over rechtvaardige oorlogen werd door theologen en filosofen nagedacht over de vraag of, wanneer en hoe een oorlog rechtvaardig gevoerd kan worden. Een rechtvaardige oorlog vereist een rechtvaardige reden, een besluit van een legitieme overheid en de bedoeling om vrede te bereiken. Daarbij komt dat die oorlog het laatste redmiddel moet zijn. Ook mag het kwaad als gevolg van die oorlog niet groter zijn dan het kwaad waar men tegen vecht. Er moet een redelijke hoop op overwinning zijn. Tot slot mag in de oorlogsvoering het geweld nooit buitensporig zijn maar moet het zo beperkt mogelijk blijven en is alleen het vijandige leger een legitiem doelwit. Al deze voorwaarden vragen nadere uitwerking. Voor een deel gebeurt dat in het internationale recht.
Minder oorlogen?
Een theorie over goed en kwaad maakt de werkelijkheid nog niet beter. Als je ervan uitgaat dat de mens gemakkelijk verkeerd doet, valt van machthebbers die als taak hebben groot onrecht tegen te gaan geen bijzondere heiligheid te verwachten. Je kunt er zelfs van uitgaan dat zo’n theorie wordt misbruikt om een verkeerde oorlog goed te praten. Daarnaast kan een rechtvaardige strijd je doen geloven in de zuiverheid van alles wat ermee samenhangt. Je ziet dan makkelijk over het hoofd dat politici ook hun eigen machtsbelangen hebben of dat wapenfabrikanten financiële belangen bij een oorlog hebben. De claim dat een bepaalde oorlog rechtvaardig zou zijn, moet dus goed getoetst worden.
Veel gevoerde oorlogen, ook binnen het christendom, voldeden niet (geheel) aan de standaarden voor een rechtvaardige oorlog. Maar soms zullen de gerechtigheid, orde en vrede alleen hersteld kunnen worden met geweld. Uit die droeve toestand kan de mens zichzelf niet bevrijden. Hij kan dat geweld hooguit beperken. De eeuwige vrede moet van elders komen.
De auteur is universitair docent militaire ethiek aan de officiersopleidingen van de Nederlandse krijgsmacht.